1.6 Elektrische activiteit van de hartspier Flashcards

1
Q

Waar en in welke richting begint de kamer te kloppen?

A

In het septum van links naar rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar eindigen de kamers met kloppen en hoe lang heeft dit geduurd vanaf de activatie van het septum?

A

De basale laterale wand van het linker ventrikel
80-100 ms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschilt de actiepotentiaal van het hartspierweefsel van die van het geleidingsweefsel?

A

Ja, de fase 4 van het actiepotentiaal van het geleidingsweefsel is langzaam oplopend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk onderdeel van het geleidingssysteem is het snelst?

A

Purkinje vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet de achtereenvolgende depolarisatie van hartcellen door gapjunctions?

A

Depolarisatiefront

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het depolarisatiefront?

A

De richting en de ruimte waarover depolarisatie plaatsvindt (Cel A depolariseert, cel B ook, cel C ook etc.)

De depolarisatievector verandert om de 10 ms

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat meet je bij een ECG?

A

De cellen t.o.v. van elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat meet je als je een parallel van het depolarisatiefront meet?

A

Geen verschil/geen signaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is stappenplan van de prikkelgeleiding?

A

1) Depolarisatie van de atria (Prikkels lopen van SA naar AV-knoop)
2) Depolarisatie van het septum van links naar rechts
3) Depolarisatie van de anteroseptale regio van het myocardium richting de apex (stroom loopt richting de apex)
4) Depolarisatie van het ventriculaire myocardium -> Van het endocardium naar het epicardium (stroom loopt over de laterale wanden)
5) Depolarisatie van de basale laterale wand van de linker ventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de P-top in het ECG?

A

De atriale depolarisatie van de boezems

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het QRS-complex in het ECG?

A

De ventriculaire depolarisatie van het myocard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de T-top in het ECG?

A

Het ‘herladen’ van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar bestaan de 12 standaardafleidingen van het ECG uit?

A

1,2,3,4,5 en 6: De drie extremiteitsafleidingen en de andere neutrale elektrode aan de andere voet 7,8,9,10,11,12: Borstwandafleidingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de hartas en met welke 3 methoden kan dat worden bepaald?

A

De hartas is de richting van de depolarisatievector van het ventrikel in de frontale vlak

1) Grootste uitslag/Loodrechte uitslag
2) Geometrische methode
3) 2 Haakse afleidingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is er nodig om de hartas te bepalen via de haakse methode?

A

Afleiding I en aVF

Als de uitkomst in het rechter bovenste quadrant (Afleiding I positief en Afleiding aVF negatief) moet er gekeken worden naar afleiding II om te bepalen of het net een normaal of naar links gedraaid hart is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zijn de rechterarm en rechterbeen positief of negatief?

A

Positief

17
Q

Welke 3 delen van het geleidingssysteem van het hart zijn geleidingsweefsel?

A

1) SA-knoop
2) AV-knoop
3) Purkinje vezels

18
Q

Wat zijn de kenmerken van het geleidingsweefsel?

A
  • Rustpotentiaal loopt op
  • Geleidingssnelheden wisselen enorm (heel groot bij Purkinje systeem, klein bij SA en AV knoop)
19
Q

Wat zijn 2 manieren om de snelheid aan te passen?

A
  • De drempel aanpassen
  • De diepte van de negativiteit in de rust lager te laten zijn -> Duurt langer totdat de depolarisatiedrempel is bereikt
20
Q

Hoe kunnen ionen tussen cellen worden doorgegeven?

A

Gap junctions

21
Q

Hoe kan er een positieve uitslag ontstaan wanneer je de actiepotentiaal meet?

A

Wanneer het depolarisatiefront (positief signaal) richting de positieve elektrode loopt meet je een positieve uitslag

22
Q

Waaruit bestaat de driehoek van Einthoven?

A
  • Positieve linker voet
  • Positieve linker arm
  • Negatieve rechter arm
23
Q

Wat staat loodrecht op elkaar bij een normale hartas?

A

Afleiding I en alfieiding aVF

24
Q

Hoe ziet de afleiding driehoek eruit?

A
  • Bovenste lijn: Afleiding I
  • Linker lijn: Afleiding II
  • Rechter lijn: Afleiding III
  • Naar linksboven: aVR
  • Naar rechtsboven: aVL
  • Recht omlaag: aVF
25
Q

Wat zijn de eigenschappen van een hartspier?

A
  • Desmosomen en gap junctions
  • Intercallair schijven
  • Centraal gelegen kern
26
Q

Wat zijn de formules van de verschillende afleidingen?

A

Einthoven I: Vb - Va
Einthoven II: Vc - Va
Einthoven III: Vc - Vb

27
Q

Wat is een normale hartas?

A

Afleiding I positief
aVF positief
Afleiding II grootste uitslag

28
Q

Wanneer is afleiding I en aVF positief?

A

Afleiding I: Rechter helft
aVF: Onderste helft

29
Q

Hoe heet de concrete plaatsing van elektronen voor een ECG en welke plekken zijn dat?

A

Driehoek van Einthoven

Ze worden geplaatst op de linkervoet (+), linkerarm (+) en rechterarm (-)

30
Q

Waar worden V1 - V6 geplaatst?

A

Rondom de borstkas

31
Q

Kan 1 elektrode de richting en grootte meten?

A

Nee, daarom moeten er altijd meerdere elektroden geplaatst worden

32
Q

Welke richtingen van de hartas zijn er?

A
  • Normaal
  • Rechts
  • Extreem
  • Links