16.1 Preventie van ziekenhuisinfecties & 16.2 Preventie van infecties, public health Flashcards

1
Q

Door wie wordt het beleid omtrent infectiepreventie in Nederland bepaalt?

A
  • Gezondheidsraad
  • Werkgroep Infectie Preventie (WIP)
  • Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke wetten zijn er voor infectiepreventie in Nederland?

A
  • Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkkgz) -> IGJ
  • Wet op de publieke gezondheid -> GGD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet de aansprakelijkheid rondom infectiepreventie eruit?

A
  • Raad van bestuur
  • BIG geregistreerde (Tuchtcommissie)
  • Niet BIG geregistreerde (Strafrecht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een ziekenhuisinfectie?

A

Infectie die is ontstaan tijdens of door verblijf in een ziekenhuis (Causaal verband). Vaak na de eerste 2 dagen na opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar hangen zorg gerelateerde infecties vanaf?

A
  • Onderliggend lijden
  • Soort ingreep
  • Opnameduur
  • Land en ziekenhuis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de meest voorkomende zorg gerelateerde infecties?

A
  • Postoperatieve wondinfecties
  • OLWI
  • Sepsis/bacteriemie
  • UWI
  • Maag/darm infecties
  • Huidinfecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de algemene voorzorgsmaatregelen?

A

Universele preventieve maatregelen die altijd genomen moeten worden bij contact met muceuze membranen en/of lichaamsvloeistoffen zoals Persoonlijke hygiëne, handhygiëne, asepsis en decontaminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer worden er extra voorzorgsmaatregelen genomen?

A

Bij patiënten met gedocumenteerde, vermoedelijke infectie of een kolonisatie met pathogenen die extra maatregelen behoeven. Bijvoorbeeld bij Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BMRO)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke transmissie routes zijn er?

A
  • Direct -> Contact of via een grot druppel (1.5 meter)
  • Indirect -> Met tussenstap, aerosolen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke typen van bronisolatie zijn er?

A
  • Contact -> Geen isolatie, schort en handschoenen
  • Druppel -> Geen isolatie, mondmasker
  • Aerogeen -> Isolatie met onderdruk, FFP2 masker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke isolatie wordt er gebruikt bij gordelroos?

A
  • Dermatoom -> Contactisolatie
  • Gedissemineerd -> Strikt aerogene isolatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke typen isolatie zijn er?

A
  • Bronisolatie
  • Beschermende isolatie
  • Universele isolatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de oorzaken van de opkomst van infectieziekten?

A
  • Toename mobiliteit
  • Toename risicogedrag
  • Falen tijdige detectie
  • Mislukte bestrijding vectoren
  • Sociale desintegratie
  • Ontbossing
  • Resistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie hebben de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de bestrijding van infectieziekten?

A
  • Bevolking -> Burgemeester en de GGD
  • Uitbraak -> Minister van VWS
  • Landelijk niveau -> Centrum infectieziektebestrijding van RIVM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de mogelijke wettelijke maatregelen van de verschillende groepen infectieziekten?

A
  • Gedwongen opname tot isolatie of thuisisolatie (Groep A en B1)
  • Gedwongen onderzoek (Groep A en B1)
  • Gedwongen quarantaine (Groep A)
  • Verbod van beroepsuitoefening (Groep A, B1 en B2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn groep A infectieziekten?

A
  • COVID
  • MERS
  • Pokken
  • Polio
  • SARS
  • Virale hemorragische koorts
17
Q

Wat zijn de groep B1 infectieziekten?

A
  • Aviair influenza virus
  • Difterie
  • Pest
  • Rabies
  • TBC
  • Mpox
18
Q

Wat zijn de groep B2 infectieziekten?

A
  • Buiktyfus
  • Cholera
  • Hepatitis
  • Kinkhoest
  • Mazelen
  • Rubella
  • E. coli
  • Voedselinfectie
19
Q

Waaruit bestaat de dubbele meldplicht?

A
  • Melden bij vermoeden (Groep A)
  • Melden na vaststellen binnen 1 werkdag (Groep B en C, clusters MRSA en voedselinfecties)
  • Melden ongewone verheffingen
  • Melding door hoofden van laboratoria en instellingen
20
Q

Hoe kan indirecte transmissie plaatsvinden?

A
  • Vehicle borne (Omgeving)
  • Vector borne
  • Airborne
  • Parentaal
21
Q

Welke methoden van infectiebestrijding zijn er?

A
  • Gezondheidsbescherming/Hygiëne
  • Gezondheidsvoorlichting
  • Vaccinatie/immunisatie/profylax
  • Surveillance/Aangifte (OSIRIS)
  • Secundaire preventie
  • Bron- en contactonderzoek
  • Outbreak onderzoek
22
Q

Wat zijn extra vaccinatie buiten het rijksvaccinatieprogramma?

A
  • Hepatitis B -> Risicogroepen en gezondheidswerkers
  • Influenza -> Ouderen en zwangeren
  • Reizigersimmunisatie
  • BCG -> Kinderen uit endemische gebieden