11.2 Geschiedenis van infectie en immuunziekten deel 1 Flashcards

1
Q

Wat zijn de drie invalshoeken van de geschiedenis van infectieziekten?

A
  • Natuur (Ecologie, mobiliteit en epidemiologische transities)
  • Cultuur (Maatschappij)
  • Wetenschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de traditionele geschiedschrijving?

A
  • Grote mannen perspectief
  • Menselijke ‘agency’ (Bijvoorbeeld Napoleon)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het cyclisch patroon van epidemieën?

A

1) Ecologisch evenwicht binnen regio
2) Populatiegroei tot natuurlijke grens is bereikt
3) Militaire verovering, handel en/of migratie
4) ‘Spillover’ van ene ‘disease pool’ naar andere
5) Uitbraak epidemieën, met name in ‘host region’
6) ‘Domesticatie’ van infectieziekte (Endemische fase - terug naar stap 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was de mening van McNeill tijdens de ‘Unieke Intermezzo’?

A

Er is sprake van zelfgenoegzaamheid -> Te groot optimisme over infectieziekten (Vraagstuk van infectieziekten zijn opgelost en is niet meer nodig om onderzoek, bestrijding of preventie te doen)

  • Epidemiologisch, met name ecologisch perspectief
  • Andere (niet-menselijke) motoren van historische verandering (Bijvoorbeeld bacteriën en virussen in de tijd van Napoleon)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de oorzaken van emerging en re-emerging ziektes?

A

Klimaatverandering, globalisering en spillovers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is kenmerkend voor epidemieën?

A
  • Episodic quality: ‘Event not a trend’ -> It elicits an widespread response
  • Snelle en brede reactie nodig
  • Respons op een epidemie is interessant -> (Patterns of social value and institutional practice. Configuration of institutional forms and cultural assumptions)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke bedrijven bestaat een epidemie?

A

1) Onwillige en trage acceptatie en erkenning van een epidemie (Misschien een gebrek aan verbeeldingskracht.)
- Maar vooral bedreiging van belangen -> Economisch, institutioneel, maar ook gemoedsrust en zelfgenoegzaamheid van gewone mensen.
- Er hangen ook grote gevolgen van erkenning van epidemie ‘sociale ontbinding’.
- Er is pas acceptatie wanneer grote en groeiende sterfte niet langer te negeren is.

2) Verklaring zoeken. Creëren van (Collectief gedragen) verklarend kader (Om met ‘willekeur’ en onzekerheid om te kunnen gaan)
- Mengeling wetenschappelijke, morele/religieuze en sociale opvattingen (Zondebokken -> Blaming the victim, zoals bijvoorbeeld bij cholera werden de armen geblamed)
- Er is ook geen sociale controle, niet alle groepen hebben een stem/inbreng
- Tijd, plaats en context gebonden

3) Collectieve maatregelen. Epidemie zorgt voor grote druk om directe, beslissende, zichtbare collectieve maatregelen te treffen. Gaat gepaard met collectieve rituelen
- Maatregelen reflecteren culturele houdingen/notities en belangen (Onderhandelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het epiloog van een epidemie?

A
  • Eindigt met geleidelijke uitdoving of onderdeel van een gewone routine -> Endemisch of chronisch geworden (‘Whimper not a bang’)
  • Evaluatie: Pragmatisch en moreel (Welke lessen hebben we geleerd, wat is de lasting impact en wat is het oordeel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de twee dominante denkstijlen in de zorg?

A
  • Configuratie: Individueel, omgevingsfactoren
  • Contaminatie: Collectief, 1 specifieke oorzaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is predispositie?

A

Verschil in vatbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke historische verschuiving heeft er plaatsgevonden?

A
  • Tot medio 19e eeuw: Omgeving & Configuratie
  • Vanaf 2e helft 19e eeuw: Kiemtheorie & Contaminatie
  • Vanaf eerste helft 20e eeuw: Sociale hygiëne & Predispositie
  • Vanaf 2e helft 20e eeuw: Epidemiologie & Risicofactoren
  • 21ste eeuw: Global Health
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de epidemiology of place?

A

Configuratie -> In kaart brengen van ziekte/sterfte gevallen per plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren de 3 fundamentele veranderingen na de 2de Wereldoorlog?

A
  • Introductie concept risicofactoren
  • Nadruk individuele leefstijl
  • Verdwijnen vanzelfsprekendheid normen en waarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn eventuele voorbeelden volgens de cyclische patroon van epidemieën?

A

Bijvoorbeeld:
- De ‘2e Eurasische transitie’ van 14e eeuw -> Zwarte dood die ontstond vanwege de Mongoolse Invasies (Cengiz Han) en handel
- Transatlantische (Colombiaanse) Uitwisseling -> Koloniale invasie van Zuid-Amerika vanaf 1492. ‘Disease has always been a more efficient killer than human muscles.’ Slavenhandel: Europa, Amerika & Afrika
- Cholera in de 19e eeuw -> Kolonale handel met Azië. Industrialisatie + begin stoomschiptijdperk
- Rotterdam in begin 20e eeuw (Gele koorts, andere meegenomen infecties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurde er in 1980 na de ‘unieke intermezzo’?

A
  • Emerging van diseases (HIV/aids, dengue, ebola, zika, sars, covid-19)
  • Re-emerging diseases (Malaria, TBC, Cholera)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat waren de factoren die een beïnvloed hadden op het terugkeer van infecties in 1980?

A

Globale factoren zoals:
- Klimaatverandering (Verspreiding (sub)tropische ziekten)
- Globalisering -> Bevolkingsgroei, urbanisatie, bio-industrie, antibiotica-resistentie, massatoerisme (Zoönotische) epi-/pandemieën (SARS, Mexicaanse griep, Q-koorts, COVID-19)
- Mobiliteit van mensen, dieren, producten, voedsel vs. ecologische ontwrichting/exploitatie natuurlijke leefomgeving en daardoor ‘spillovers’

17
Q

Hoe wordt de implementatie toegepast van de koepokkenvaccinatie?

A
  • Investering van het Brits Parlement, maar geen wettelijk verplichte inenting. Liberale gronden -> Politieke ideologie bepalend
  • In Nederland werd het in de Franse tijd wel verplicht gevaccineerd voor kinderen en armen
  • Na de Franse tijd was het in Nederland alsnog wel verplicht, voor school en bedeling was het nodig om een vaccinatie bewijs te laten zien. Werd achteraf wel afgeschaft. Kwam wel weer terug na de landelijke pokkenepidemie
  • Algemene leerplicht zet indirecte vaccinatieplicht onder druk, maar de vaccinatieplicht werd afgeschaft na de encefalitis epidemie
18
Q

Bij welke bedrijf past vaccinatie?

A

De derde bedrijf van Rosenberg. Het is een public response. Staatsapparaat en collectief vs. rechten en plichten van individuele burger. Belang van vertrouwen in de autoriteiten. Rol politieke ideologie. Verwevenheid institutionele vormen/praktijken en sociale waarden en culturele aannames

Ook de neglotion. Het belang van vaccineren werd genegeerd totdat er bekend was dat het effectief en voorkomend was.