14.6 Inleiding 'Emerging Infections in the Global Village' Flashcards

1
Q

Wanneer is iets een opkomende infectieziekte?

A
  • Recente toename in incidentie of verspreiding
  • Verspreiding naar nieuwe gastheerpopulatie of soort
  • Recent ontdekt of veroorzaakt door nieuw ge-evolueerde ziekteverwekkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar komen de meeste opkomende infectieziekten vandaan?

A

Van dieren (60%):
- Vogels
- Zoogdieren
- Knaagdieren
- Vleermuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is zoönose:

A

Elke ziekte die gedeeld wordt door de mens en andere gewervelde diersoorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke ziekten komen van dieren?

A
  • Vogelgriep: Kippen
  • AIDS: Chimpansees
  • Rabies: Hond
  • Q-koorts: Geit
  • MERS: Dromedaris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke ziekten hebben mensen overgedragen op dieren?

A
  • Tuberculose: Olifant
  • Influenza: Fret
  • RSV: Gorilla
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de oorzaken van de opkomst van infectieziekten?

A
  • Meer dierhouderij
  • Meer handel in dieren en dierlijke producten
  • Klimaatopwarming
  • Meer uitbuiting natuurgebieden
  • Biodiversiteitsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de oorzaken van de toename in verspreiding van infectieziekten?

A
  • Meer reizen
  • Meer handel in dieren en dierlijke producten
  • Meer infectie migrerende dieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke factoren hebben invloed op opkomende infectieziekten?

A
  • Globale factoren: Klimaat, landgebruik, dierhouderij
  • Leefomgeving: Habitat, voedsel en water, migratie
  • Populatiedynamica: Contact tussen soorten, populatiegroei, uitbreiding territorium
  • Interacties: Mensen, dieren, vectoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke infectieziekten komen het meest voor in bepaalde ontwikkelingslanden?

A
  • Afrika: Ebola en COVID
  • Zuid-Amerika: Hantavirus
  • Zuidoost Azië: Aviaire influenza
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de surveillance van opkomende infectieziekten?

A
  • Mens: Rioolwater, ziekenhuis, internet, syndromie
  • Dier: Early Warning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan de ziekte en overlijden worden beperkt?

A
  • Snelle diagnose bij mens en dier
  • Quarantaine en isolatie
  • Vaccinatie
  • Ondersteunende infrastructuur en zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke transformatieve verandering zijn nodig om infectieziekten tegen te gaan?

A
  • Minder dierhouderij
  • Minder handel in dieren en dierlijke producten
  • Minder klimaatopwarming
  • Minder uitbuiting natuurgebieden en biodiversiteitsverlies
  • One Health Perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van gele koorts?

A
  • Via muggen (Aedes)
  • Geen therapie, alleen vaccinatie (Levend)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekenen de begrippen endemisch, epidemisch en pandemisch?

A

Endemisch: Constant aanwezig
Epidemisch: In pieken
Pandemisch: Over meerdere continenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een ARBO virus?

A

Virus met mug als vector:
- Encefalitis: TBE, Zika, West-Nile
- Virale hemorragische koorts: Dengue, gele koorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly