13.1 Macula, papula, vesikel, exantheem, erytheem etc. & PD2 De Huid: Meer dan een omhulsel ulcera Flashcards

1
Q

Wat zijn de functies van de huid?

A
  • Mechanische barrière (Micro-organismen, UV-licht, schadelijke stoffen)
  • Handhaven ‘intern milieu’
  • Temperatuur en vocht regulatie
  • Pijn en temperatuur voelen
  • Vitamine D aanmaak
  • Intermenselijk contact
  • Isolatie
  • Stootkussen
  • Energieopslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat de epidermis?

A
  • Stratum corneum
  • Stratum lucidum
  • Stratum granulosum
  • Stratum spinosum
  • Stratum basale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke lagen bestaat de huid?

A

Epidermis (Opperhuid), dermis (Lederhuid) en subcutis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van keratinocyten?

A
  • Rijping in 4 weken van stratum basale (Keratine 1 en 10) naar stratum corneum (Keratine 5 en 14)
  • Verdediging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke cellen bevinden zich in de epidermis?

A
  • Keratinocyten (Hoorncellen)
  • Melanocyten (Pigmentcellen)
  • Langerhanscellen
  • Merkelcellen
  • Vrije zenuwuiteinden
  • Géén bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van melanocyten?

A
  • Evenveel bij ieder persoon
  • Bij donkere huid aantal melanosomen groter en melanosomen groter
  • Bescherming tegen zonschade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat produceren melanocyten?

A

Eumelanine/melanosoom (Oranje) en phenomelanine/melanosoom (Bruin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van de epidermis?

A

Bescherming tegen:
- Micro-organismen
- UV-licht
- Schadelijke stoffen
- Vochtverlies
- Mechanisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de dermis?

A
  • Papillen (Stevigheid)
  • Bloedvaten (Temperatuur)
  • Fibroblasten (Productie dermale matrix)
  • Haarfollikels en talgklieren
  • Zweetklieren
  • Adnexen (Huidaanhangsels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van de dermale matrix?

A
  • Collageen (Trekvast) en elastine (Rekbaar)
  • Hyaluronzuur, glycosaminoglycanen, ook o.a. chondroitinesulfaat, dermatansulfaat (Ertussen)
  • Stevigheid, soepelheid en volume
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke typen zweetklieren zijn er?

A
  • Eccrien (Dermis/subcutis): Thermoregulatie, terugresorptie Na, homeostase water en elektrolyten
  • Apocrien (Subcutis): Secreet onder invloed van androgenen door bacteriën omgezet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de functies van de dermis?

A
  • Mechanische bescherming
  • Thermoregulatie
  • Aanvoer voedingsstof/zuurstof
  • Aanvoer ontstekingscellen
  • Pijn en tastzin
  • Aanvoer keratinocyten en melanocyten (Bij wondherstel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de kenmerken van de subcutis?

A

Bevat vetcellen (lipocyteb), bindweefsel, bloedvaten en zenuwen
Zorgt voor: energiereserve, isolatie, waterreservoir, stootkussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de PROVOKE?

A
  • Plaats
  • Rangschikking
  • Omvang (Grootte + Aantal)
  • Vorm
  • Omtrek
  • Kleur
  • Efflorescenties (Bloeiwijze)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke efflorescenties zijn er?

A
  • Erytheem: Wegdrukbare roodheid
  • Macula: Verandering huidskleur zonder verhevenheid
  • Papel: Bobbel/verhevenheid door vochttoename
  • Nodulus: Palpabele weerstand
  • Urtica: Bult
  • Vesikel: Blaasje
  • Pustel: Blaasje met pus
  • Puppura: Niet wegdrukbare roodheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn extra efflorescenties?

A
  • Crusta: Korstjes
  • Squamae: Schilfers
  • Excoraties: Krabeffecten
  • Ulcus: Defect
  • Lichenificatie: Verdikking huid
  • Fissuur: Kloof of scheur
17
Q

Wat is de definitie van een wond?

A

Onderbreking van de continutiet van de huid (Geen diagnose)

18
Q

Wat zijn de voordelen van littekenvorming?

A
  • Sneller
  • Veiliger
  • Minder bloedverlies
19
Q

Wat zijn de 3 fasen van wondgenezing?

A

1) Inflammatoir (Direct - dagen tot 2 weken)
2) Proliferatie (Uren - dagen tot weken tot maanden)
3) Regeneratie/Remodelling (2 tot 3 weken - jaar)

20
Q

Wat gebeurt er in de eerste fase van de wondgenezing?

A

Vasculaire respons en cellulaire respons. De leukocyten, macrofagen, groeifactoren, cytokinen en enzymen zijn er bij betrokken

21
Q

Wat gebeurt er in de tweede fase van de wondgenezing?

A
  • Re-epithelialisatie
  • Neoangiogenese
  • Vorming granulatieweefsel en ECM
  • Wondrandcontractie
22
Q

Wat gebeurt er in de derde fase van de wondgenezing?

A

Herschikking collageenvezels en atresie van bloedvaatjes

23
Q

Wat is een chronische wond?

A

Geen herstel van functionele integriteit binnen 3 maanden -> Persisterende inflammatoire fase

24
Q

Wat zijn stagnerende factoren van de wondgenezing in de wond?

A
  • Bacteriële infectie
  • Inadequate behandeling
  • Slecht wond klimaat
  • Vreemd lichaamsmateriaal
  • Maligniteit
25
Q

Wat zijn stagnerende factoren van wondgenezing rondom de wond?

A
  • Slechte doorbloeding (Veneus of arterieel)
  • Oedeem
  • Neuropathie of druk
  • Status na radiotherapie
  • Terugkerend trauma
26
Q

Wat zijn systemische stagnerende factoren van wondgenezing?

A
  • Co-morbiditeit
  • Hoge leeftijd
  • Slechte voedingstoestand (Eiwit, vitamine A/C, zink, Mg)
  • Medicatie (Corticosteroïden, NSAID’s)
  • Obesitas
  • Roken en alcohol
27
Q

Wat zijn etalagebenen?

A

Perifeer arterieel vaatlijden door stenose van grote vaten

28
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van zonlicht?

A

Voordelen:
- Bruin worden
- Vitamine D productie
- Endorfine productie

Nadelen:
- Immunosuppressief
- DNA-schade
- Huidveroudering