15.7 Beroeps- en voedselallergie Flashcards

1
Q

Wat zijn voorbeelden van beroepsallergie klachten?

A
  • Huid: Oedeem, urticaria, eczeem
  • Rhinitis
  • Conjunctivitis
  • Astma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van het beloop van werkgerelateerde astma?

A
  • Hogere leeftijd -> Ongunstigere prognose
  • Langere duur blootstelling -> Ongunstiger beloop
  • Geen verbetering in het weekend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn kenmerken van beroepsgebonden klachten?

A
  • Klachten tijdens het werken
  • Klachten verminderen in het weekend
  • Klachten verminderen/verdwijnen tijdens de vakantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de risicofactoren voor het ontwikkelen van beroepsgebonden klachten?

A
  • Sensibilisatie
  • Roken
  • Atopische constitutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaat een beroepsallergie?

A

Door hoge en continue expositie aan allergenen:
- Priming effect -> Neusslijmvlies wordt gevoeliger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de oorzaken van beroepsgebonden klachten?

A
  • Allergische reactie beroepsallergenen
  • Hyperreactiviteit luchtwegen -> Hoog moleculaire antigenen
  • Direct toxische effecten irritantia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke typen beroepsallergenen zijn er?

A
  • Biologisch: Eiwitten en enzymen (HMW > 5 kD)
  • Niet biologisch: Chemisch (LMW < 1 kD)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de meest voorkomende HMW beroepsallergenen?

A
  • Granen
  • Proefdieren
  • Vissen
  • Bloemen
  • Kasproducten
  • Latex
  • Alfa-amylase (Bakkers)
  • Trypsine
  • Lactase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de meest voorkomende LMW beroepsallergenen?

A
  • Isocyanaten (Plastic/rubber)
  • Metalen
  • Platina
  • Farmaceutische producten
  • Anhydriden (Kunststof)
  • Amines (Kappers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is hyperreactiviteit?

A

Toegenomen gevoeligheid voor aspecifieke stimuli zonder inflammatie of sensibilisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de toxische effecten van irritantia?

A
  • Verlies cilia
  • Hyperplasie
  • Metaplasie
  • Atrofische rhinitis
  • Reactive airway dysfunction syndroom -> Persisterende astma/hyperreactiviteit na eenmalige forse blootstelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het healthy workers effecten?

A

Onderschatting van de prevalentie van beroepsgerelateerde klachten doordat vooral gezonde mensen doorwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan beroepsallergie worden vastgesteld?

A
  • Huidtest
  • Specifiek IgE
  • Longprovocatie testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is kruisreactiviteit?

A

IgE antistoffen gericht primair tegen inhalatieallergenen die secundair reageren met voedselallergenen. Door botanisch verwantschap (Homologe eiwitten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn kruisreacties met boompollen?

A
  • Hazelnoot
  • Walnoot
  • Appel
  • Perzik
  • Kiwi
  • Druif
  • Kersen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kruisreacties met huisstofmijt?

A
  • Garnalen
  • Slakken
  • Krab (Tropomyosine)
17
Q

Wat zijn kruisreacties met graspollen?

A
  • Tomaat
  • Tarwe
  • Pinda
  • Aardappel
  • Meloen
  • Peulvruchten
18
Q

Welke typen allergie gerelateerde eiwitten zijn er?

A
  • Thermo labiel: Milde symptomen, geen symptomen, na verwarmen (PR10 -> Pollen, groente, fruit)
  • Therme stabiel: Ernstige klachten, primaire voedselallergie (LTP -> Rijst, granen, perzik)
  • Major opslag allergenen: Noten