12.2 Een HIV-patiënt met hoesten en dyspnoe Flashcards

1
Q

Wat zijn de redenen om geen HIV medicatie te nemen?

A
  • Bijwerkingen
  • Grote tabletten
  • Stigma
  • Geen vertrouwen in de gezondheidszorg
  • Slecht ziekte inzicht
  • Geen toegang tot de zorg
  • Financiële barrières (Zorgkosten, reiskosten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de typische verwekkers van de Community Acquired Pneumonia?

A
  • Streptokokken pneumoniae
  • Haemophilus ipneumoniae
  • Staphylokokken aureus
  • Moraxella catarrhalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de atypische verwekkers van de Community Acquired Pneuminia?

A
  • Mycoplasma pneumoniae
  • Chlamydia pneumoniae
  • Legionella pneumonia
  • Virussen (Influenza, RSV, Adenovirus, Coronavirus)
  • Pneumocystis jirovecii
  • TBC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de tekenen van een typische pneumonie?

A
  • Acuut koortsend ziektebeeld
  • Hoge koorts
  • Vaak productieve hoest met purulent sputum
  • Lobulair infiltraat op de X-thorax
  • Leukocytose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de tekenen van een atypische pneumonie?

A
  • Chronisch (Acuut/semi-acuut) koortsend ziektebeeld (Griepachtig)
  • Droge, niet productieve hoest (Zelden purulent sputum)
  • Diffuse infiltratieve afwijkingen op de X-thorax
  • Hoofdpijn
  • Anemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat de CURB-65 score?

A
  • Confusion
  • Ureum >7 mmol
  • Respiratory rate > 30/min
  • Bloedpressure <90 of <60 mmHg
  • Leeftijd >65 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke aanvullend onderzoek wordt er verricht bij een verdenking op een pneumonie?

A
  • Sputumkweek
  • Bloedbeeld
  • X-thorax (Symmetrische interstitiële afwijkingen vanuit hilus ‘vlindervormig’)
  • CT-thorax
  • Labonderzoek: CRP, Lever en nierfunctie
  • ECG
  • Broncho-Alveolaire Lavage (BAL)
  • Bloedgas
  • Urine sneltest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van een pneumocystis jirovecci pneumonie?

A
  • Opportunistische schimmel, 75% heeft het al doorgemaakt op 4 jaar
  • Bij een adequaat immuunsysteem zijn er geen klachten
  • Normaal klaring door CD4 T-cellen gestuurde macrofagen
  • 25% heeft initieel geen afwijkingen op de X-thorax
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zorgt pneumocystis jirovecci voor destructie van de alveoliwand?

A

Adhesie met 2 glycoproteïnen: Fibronectine en Vitronectine -> Inflammatie

Er ontstaat hierdoor dus een destructie van de alveoliwand en verstoring van de gaswisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de complicaties van een pneumocystis jirovecci pneumonie?

A

Pneumothorax of cystes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling van een pneumocystis jirovecci pneumonie?

A

Cotrimoxazol IV voor 3 weken, 3dd:
- Prednison bij lage saturatie (<70 mmHg)
- Cotrimoxazol als profylaxe (1dd 480 mg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke profylaxe wordt er gegeven bij HIV?

A

Afhankelijk van CD4 T-cel getal:
- >200 -> Geen profylaxe
- <200 -> Cotrimoxazol (PJP)
- <100 -> Cotrimoxazol (Toxoplasma)
- <50 -> Valganciclovir (CMV)

En de vaccinaties van Herpes Zoster, influenza, pneumococcen, hepatitis A en B en COVID-19 vaccinatie

Beste profylaxe is het herstellen van het afweer middels cART

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt er uitgevraagd bij een verdenking op een pneumonie en waarom?

A
  • Vogelbezit (Psittacosis)
  • Boerderijbezoek (Q-koorts)
  • Seizoen (Virussen in de winter)
  • Hotel overnachting (Legionella)
  • Alcohol of roken (Typische pneumonie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kunnen de verschillende verwekkers van een pneumonie aantonen?

A
  • Pneumokok: Kweek + Gramkleuring
  • Mycoplasma: Serologie
  • Legionella: Antigeen in de urine, kweek en serologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn typische diagnostische uitslagen passend bij mycoplasma?

A
  • Geen gram aankleuring door ontbreken celwand
  • IgM antistoffen en koude agglutininen
  • Haemolytische anemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is er sprake van een goed sputum?

A

Verhouding leukocyten : Plaveiselcellen <2:1

17
Q

Wat zijn speciale kleuringen voor atypische verwekkers?

A
  • Sabaroud: Gisten
  • Auramine: TBC
18
Q

Wat is de behandeling van een pneumonie?

A

1e keuze is amoxicilline
Bij onvoldoende effect -> Ceftriaxon + Ciprofloxacine (Voor atypische verwekkers)

19
Q

Wat zijn de kenmerken van een mycoplasma pneumonie?

A
  • Verspreiding van mens op mens via druppels
  • Incubatietijd van 2-3 weken
  • Piek in de herfst
  • Meest op leeftijd van 5-20 jaar
  • Tree in bud op CT of X-thorax
20
Q

Wanneer wordt er bij een pneumonie een thoraxdrain gegeven?

A
  • Bij emfyseem
  • Grote hoeveelheid vocht
  • pH <7/2
  • Lokettering op echo/CT
21
Q

Welke onderzoeken worden er gedaan bij een verdenking op een virale verwekker?

A
  • PCR
  • Antigeen
  • Directe immunofluorescentie
22
Q

Wanneer wordt er antivirale therapie gebruikt?

A

Influenza (Oseltamivir), Varicella Zoster e CMV -> Ernstig ziek of onderliggende aandoeningen

23
Q

Wat is de mortaliteit voor pneumonie?

A

14% en 37% op de IC

24
Q

Wat is het gevolg van de goede doorbloeding van het longweefsel?

A

Snelle ontstekingsreactie en kans op sepsis

25
Q

Waaruit bestaat de innate afweer tegen longontstekingen?

A
  • Hoestreflex
  • Mucocillaire klaring
  • slga op mucosale oppervlak
26
Q

Wat zijn de symptomen van pneumococcen, staphylococcen en legionella pneumonie?

A

Acuut ontstaan, thoracale pijn, bloederig sputum en koude rillingen
- Staphylococcen vaak voorafgegaan door griep

27
Q

Wat zijn de symptomen van een H. Influenza pneumonie?

A
  • Mild beloop
  • Groenig sputum
  • Minder hoge koorts
  • Vaak bij COPD of andere co-morbiditeit
28
Q

Wat zijn de symptomen van mycoplasma en chlamydia pneumonie?

A
  • Griepachtig beeld
  • Hoofdpijn
  • Spierpijn
  • Niet zo ziek
  • <45 jaar
29
Q

Wat wordt er gevonden bij lichamelijk onderzoek bij verdenking op pneumonie?

A
  • Crepitaties
  • Verscherpt ademgeruis
  • Gedempte percussie
  • Kortademigheid
  • Koorts
  • Verwardheid
  • Verlaagde saturatie
30
Q

Welke extra aanvullend onderzoek kan er worden gedaan bij een pneumonie?

A
  • Serologie: Mycoplasma, chlamydia, legionella en virale verwekkers
  • Pleurapunctie met gram en kweek: Bij pleuravocht
  • Bronchoscopie, BAL en CT-scan
31
Q

Welke behandeling wordt er gegeven bij verschillende verwekkers?

A
  • Penicilline: Pneumococ
  • Cefuroxim: Pneumococ en H. Influenza
  • Ciprofloxacine: Legionella en H. Inluenza
  • Erythromycine: Legionella, mycoplasma, chlamydia en pneumococ
  • Augmentin: Staphylococ
32
Q

Hoe lang worden verschillende verwekkers behandeld?

A
  • Pneumococ: 5-7 dagen
  • S. Aureus: 14 dagen
  • Mycoplasma: 14-21 dagen
  • Legionella: 7-21 dagen
33
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken voor therapiefalen en wat is het vervolgonderzoek?

A

Andere verwekker, resistentie of andere ziekte. Dan moet er opnieuw worden gekweekt, antibiotica uitgebreid, bronchoscopie en CT-thorax

34
Q

Welke behandeling wordt er gegeven naast drainage?

A
  • Fibrinolytica 3 dagen, anders chirurgie
  • Antibiotica voor 4-6 weken
35
Q

Wat zijn de kenmerken van HIV?

A
  • Humaan immunodeficiëntievirus
  • Seksueel of bloed-bloed contact
  • Infectie van CD4+ T-cellen (Falen immuunsysteem)
  • Goed behandelbaar met Anti-Retrovirale Therapie (ART) -> Remming van replicatie, maar geen genezing
  • Niet meetbaar is niet overdraagbaar
36
Q

Wat zijn de klachten die kunnen worden gezien tijdens de anamnese bij een HIV patiënt?

A
  • Klachten sinds 3 weken
  • Temperatuur meestal rond 38.0
  • Droge hoest, soms wat taai glazig sputum
  • Kortademig (Eerst beetje daarna bij geringe inspanning al)
  • 5-6 kg afgevallen
  • Soms nachtzweten
  • Wit beslag in de mond en crepitaties beiderzijds met zacht ademgeruis in de longen
37
Q

Bij welke patiënten kan er PJP voorkomen?

A
  • HIV/AIDS
  • Transplantatie patiënten: Nier, lever, long, hart
  • Immunosuppressieve medicatie: T-cel immunosuppressiva, Steroïden (Prednison, dexamethason)