10.5 Tumoren van de kinderleeftijd Flashcards

1
Q

Hoeveel kinderen per jaar krijgen kanker in Nederland?

A
  • Ongeveer 600/jaar tussen de 0-18 jaar (0.8%)
  • 65.000/jaar in leeftijdscategorie 50-80 jaar (99%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke kanker komt het vaakst voor op kinderleeftijd?

A

1) Acute Lymfatische leukemie
2) Lymfoom
3) Hersentumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van (Kinder)tumoren?

A
  • Genetische afwijking (Mutatie/deletie/amplificatie)
  • Multipele hit model (Knudsen)
  • Familiair
  • Virale infecties
  • Straling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de oorzaken van kanker bij volwassenen en wat speelt een rol?

A
  • Roken
  • Alcohol
  • Straling
  • Erfelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de genezingspercentage van kinderkanker?

A

80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de epidemiologie van ALL bij kinderen?

A

115 kinderen per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de symptomen van ALL?

A
  • Bleek
  • Bloedingsneiging
  • Infecties
  • Botpijn
  • Algehele malaise
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er gezien bij lichamelijk onderzoek bij kinderen met ALL?

A
  • Hepatosplenomegalie
  • Lymfadenopathie
  • Bleekheid
  • Petechiën/ecchymosen
  • Koorts/tachycardie
  • Huid/testisinfiltratie
  • Uitval hersenzenuwen
  • Tandvleeshyperplasie/bloedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe gaat de diagnostiek bij ALL?

A
  • Volledig bloedbeeld
  • Cytomorfologie
  • Immunofenotypering
  • Cytogenetica
  • Beeldvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe gaat de flowcytometrie (Immunologie)?

A

Cellen worden gelabeld met antistoffen tegen antigenen (CD markers -> Cluster of Differentiation)

Mate van fluorescentie wordt gemeten. Verschillende rijpingsstadia hebben verschillende CD markers. Ook cytoplasmatische antigenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling bij ALL en wat zijn complicaties die kunnen optreden?

A
  • ALL-together/interfant/ESPALL
  • 2 jaar
  • Zelden SCT (Stamceltransplantatie)

Complicaties:
- Infecties
- Alopecia
- Diabetes Mellitus
- Trombose
- Convulsies (Stulpen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Van welke factoren is de behandeling voor kanker afhankelik?

A

Patiëntkenmerken:
- <1 jaar
- Downsyndroom
Soort leukemie:
- B-lymfocyten
- T-lymfocyten
Uitgebreidheid van de leukemie:
- CZS
- Testis
Genetica:
- IKZF1
- CDKN2A/B
- PAR1
Response op therapie:
- MRD (Minimale restziekte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de bijwerkingen en complicaties van de ALL therapie?

A

Infecties:
- Bacterieel
- Viraal
- Schimmels
Gastro-intestinaal
- Voedingsproblemen
- Gewichtsverlies/adipositas
- Obstipatie
- Pancreatitis

Endocrien:
- Diabetes Mellitus
Botten:
- Osteoporose/osteonecrose
Neurologisch:
- Neuropathie
- Hersenbloeding/infarct
- Convulsies

Hematologisch:
- Anemie
- Trombopenie
- Stollingsstoornissen
Cardiaal:
- Hypertensie
- Hartfalen

Groeivertraging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de lange termijn effecten na ALL?

A

5 jaar na diagnose over naar een latere poli
Bij ALL:
- Nierfunctie
- Leverfunctie
- Cardiale functie
- Bewegingsapparaat (Osteoporose)
- Groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is asparaginase?

A

Is een medicatie wat de groei van kanker remt
Op geleide van spiegels wordt de dosis bepaald voor iedere individuele patiënt -> Kostenbesparing, bijwerkingen reduceren en inactivatie opsporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly