ZO 7.1 Congenitale infecties

Question 1

Welke verwekkers zijn veroorzakers van exanthemateuze kinderziekten? Welke virussen zijn hiervan gevaarlijk tijdens de zwangerschap?

Answer 1

Rubella, roseola infantum, roodvonk, parvovirus 19, mazelen
Gevaarlijk zwangerschap: parvovirus 19 en rubella

Question 2

Wat is een kenmerk van het parvovirus?

Answer 2

koorts voorafgaand aan de huiduitslag

Question 3

Welke ziektebeelden kan een parvovirus 19 bij de foetus veroorzaken?

Answer 3

Het parvovirus heeft een tropisme voor reticulocyten (voorlopers van ery’s). Dit heeft als gevolg dat er een ernstige aplastische anemie kan ontstaan. Door de anemie kan intrauteriene vruchtdood of hydrops foetalis (oedeem ten gevolge van hartfalen door de hypoxie) ontstaan.

Question 4

Wanneer is het risico op een ernstig beloop van de parvovirus infectie voor de foetus het grootst?

Answer 4

In het eerste en tweede simester. Vanaf het moment dat de maternale antistoffen over de placenta gaan neemt het risico op een ernstig beloop af (20 weken).

Question 5

Hoe groot is de kans op verticale transmissie / hydrops foetale / intra-uteriene vruchtdood bij een acute parvo-infectie bij de moeder?

Answer 5

verticale transmissie: 30%
Van die 30%:
hydrops foetale: 50%
intra-uteriene vruchtdood: 30%

Question 6

Wat voor onderzoek verricht de gyneacoloog bij een zwangere met een acute parvovirus B19 infectie?

Answer 6

flowcytometrie van de arterie cerebri media: omdat dat goed laat zien of er sprake is van aplastische anemie bij de foetus.

Question 7

Welke infectieziekten zorgen voor ernstige intra-uteriene afwijkingen zoals hydrocephalus? Welke van deze ziektebeelden geven lymfadenopathie?

Answer 7

De ziektebeelden waaruit TORCHES bestaat, behalve HSV want die zorgt niet voor hydrocephalus wel voor andere intra-uteriene afwijkingen.
Lymfadenopathie: Rubella en Toxoplasmose

Question 8

Hoe groot is over het algemeen de kans dat toxoplasmose door de moeder naar het kind wordt overgedragen?

Answer 8

Kleiner in het begin dan aan het einde van de zwangerschap. De gevolgen zijn wel groter aan het begin van de zwangerschap.

Question 9

Waarop duidt een hoge aviditeit van IgG antistoffen?

Answer 9

Dat de infectie minimaal 3-4 maanden geleden is geweest.

Question 10

Wat is de klinische prognose van een foetus besmet met de toxoplasma parasiet?

Answer 10

De schade die de parasiet heeft aangericht is niet herstelbaar, verder schade kan wel worden tegengegaan. Toxoplasma is een obligaat intracellulaire parasiet. Bij vermenigvuldiging gaat de gastheercel uiteindelijk ten gronde. Deze celdood heeft ernstige gevolgen in de ontwikkelende foetus, omdat dan de organogenese plaats vindt. De schade aan de organogenese is onherstelbaar.

Question 11

Hoe kun je besmet raken met de toxoplasma parasiet?

Answer 11

Eten van besmet en rauw vlees, orale opname van oocysten.

Question 12

Waarom is er geen screening op toxoplasmose bij zwangeren in Nederland?

Answer 12

1. de prevalentie van Toxoplasmose in Nederland lager is,
2. het gunstige effect van vroege behandeling beperkt is,
3. de IgM sero-diagnostiek voor detectie van vroege infecties relatief veel fout-positieve uitslagen geeft en
4. goede voorlichting voor het voorkomen van Toxoplasma infecties kostenefficiënter is

Question 13

Aan welke infecties denk je die een foetale groeiachterstand kunnen veroorzaken?

Answer 13

1. CMV
2. rubella
3. Toxoplasmosis
4. VZV

Question 14

Wat zijn de belangrijkste symptomen van CMV?

Answer 14

Wisselende koorts, minder vaak komt lymfadenopathie voor. Bij 90% van de volwassen verloopt het asymptomatisch.

Question 15

Wat is de kans op transmissie bij een maternale CMV infectie?

Answer 15

Vroeg en laat in de zwangerschap is de kans het hoogst, ook is de kans hoger bij een primo infectie.

Question 16

Welke diagnostiek doe je bij een kind met een asymptomatische CMV infectie?

Answer 16

controleren op gehoorverlies omdat 5-17% toch blijvende neurologische schade oploopt, met name gehoorverlies.

Question 17

Op welke manieren kan HIV worden overgedragen naar het kind?

Answer 17

Met name peri-uterien, intra-uterien vooral laatste trimester en post-uterien via de borstvoeding. Anti-retrovirale middelen moeten in week 20-24 van de zwangerschap worden geïnduceerd omdat in het laatste trimester de kans op overdraging het grootst is.

Question 18

Wat is de kans op verticale transmissie bij HIV-positieve moeder?

Answer 18

Intra-uterien: 10%, peri-nataal: 15%, post-nataal (borstvoeding): 10%. En bij interventiemaatregelen: 1%