Type infecties bij immuundeficiënties Flashcards

1
Q

Welke type infecties zie je bij XLA?

A

Bacteriële infecties. Veel voorkomende verwekkers zijn H. influenzae en s. pneumoniae.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke verwekkers zie je bij SCID?

A

Bacteriële infecties, schimmelinfecties en virale infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke verwekkers zie je bij CVID?

A

Recidiverende infecties (met name van de luchtwegen), schimmelinfecties, enterovirale infecties, huidinfecties, parasitaire infecties (giardia lambia).
Kan gepaard gaan met lymfadenopathie, groeiachterstand, vermoeidheid, granuloomvorming, allergieën en auto-immuniteit.
CVID gaat ook vaak gepaard met niet-infectieuze complicaties als: maligne lymfoom, immuundisregulatie en maagcarcinoom.
In 8-20% uit het zich ook in granulomateuze ziekte. Dit gaat vaak gepaard met splenomegalie en lymfadenopathie. In associatie met +488A TNF-alfa allel, hierdoor kan je anti-TNF toepassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zie je bij het immuundisregulatie syndroom?

A

auto-immuunfenomenen met recidiverende infecties. gepaard met levercirrose, anemie en hepatosplenomegalie. Een mutatie in PI3K-pathway, het is een activerende mutatie waardoor de uitrijping van afweercellen minder wordt en er meer apoptose optreedt. Het ziektebeeld uit zich in recidiverende oor- en luchtweginfecties, splenomegalie, huid- en klierabcessen, bronchiëctasieën, hypogammaglobulineamie, verlaagd aantal B- en T-cellen, gestoorde vaccinatierespons en een verhoogde kans op lymfomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de verwekkers bij IgA deficiëntie?

A

Deze mensen hebben meestal geen klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de verwekkers bij IgG subklasse deficiëntie?

A

Variabele recidiverende luchtweginfecties, verstoorde vaccinatierespons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de verwekkers bij Hyper-IgM syndroom?

A

Terugkerende bacteriële/opportunistische infecties (o.a. PCP) en schimmelinfecties. 50% van de gevallen ook een neutropenie, uitend in orale ulcera. Bij XHIM slechte interactie CD40 en CD40L.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de verwekkers bij Hyper-IgE syndroom?

A

Aspergillosis, candidiasis van mucosale oppervlakten, verhoogde IgE-waarden, eosinofilie, terugkerend eczeem, terugkerende luchtweginfecties, huidabcessen met stafylokokken (en nier abcessen), botbreuken. Dysmorfische kenmerken: verbrede neusbasis en geprononceerde kin. Door een mutatie in het STAT3 gen –> minder Th17 cel activatie –> minder productie IL17 (belangrijk bij de bestrijding van schimmelinfecties) en verminderde chemotaxis van granulocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verwekkers van CGD?

A

Catalase positieve bacteriën (S. aureus, E. coli, listeria). Veel voorkomende verwekkers salmonella, S. aureus en aspergillus. Ontstekingen van de huid, gingivitis, granuloomvorming. Pneumonie, osteomyelitis, lymfadenitis, cutane/perirectale/leverabcessen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de behandeling van XLA?

A

Immunoglobuline suppletie en profylaxe met AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de behandeling van SCID?

A

Beenmergtransplantatie (allogeen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de behandeling van CVID?

A

Immunoglobuline suppletie en profylaxe AB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling van hyper-IgE syndroom?

A

profylactische antibiotica en profylactische behandeling tegen schimmelinfecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van CGD?

A

Beenmergtransplantatie, IFN-gamma suppletie, corticosteroïden (remmen granuloomvorming), gentherapie, profylactisch antibiotica en schimmelmedicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de verwekkers van cyclische neutropenie?

A

Komt door een mutatie in het neutrofiel elastase gen, erft autosomaal dominant over. Om de 21 dagen treedt het op en dan duurt het 3-6 dagen. Symptomen: aften, gingivitis, cellulitis, stomatitis.
congenitale neutropenie: otitis media, huidinfecties, luchtweginfecties, oropharyngeale afwijkingen en vervroegde vergrijzing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de behandeling van cyclische neutropenie?

A

G-CSF

15
Q

Wat zijn de ziekten die we zien bij leukocyt adhesie deficiëntie?

A

parodontitis met tanduitval. Recidiverende infecties van het maagdarmstelsel, urinewegen en de luchtwegen.