HC 9.1 Immuniteit van transplantatie Flashcards
Wat zijn de kenmerken van een cornea transplantatie?
Cornea is een transplantatie waarbij er niet echt sprake is van vascularisatie. Cornea is ook een immune privilegded site. Er zijn minder eisen voor matching bij cornea transplantaties.
Welke soort transplantaties komen het meeste voor?
Cornea transplantaties komen het meeste voor.
Wat kun je zeggen over de transplantaatoverleving van de verschillende organen?
Transplantatie is complex. Transplantaatoverleving neemt af over de tijd. De transplantaatoverleving bij de nier is het best bij een levende donor.
Wat zijn complicaties van een transplantatie?
- Nabloeding
- Andere chirurgische complicaties
- Infecties
- Afstotingsreactie (de complicatie die voor de meeste problemen zorgt)
Wat kan er met getransplanteerde organen of weefsels gebeuren?
Getransplanteerde organen en weefsels kunnen door het immuunsysteem van de ontvanger als lichaamsvreemd herkend worden om vervolgens te worden afgestoten.
In het eerste geval gaat het goed, en daarna wordt het huidflapje toch afgestoten. Deze afstoting wordt veroorzaakt door genetisch verschil.
Welke vormen van transplantatie zijn er?
- Autotransplantatie: transplantatie met jezelf (bijv. huidtransplantatie van jezelf)
- Syngene transplantatie: eeneiige tweeling.
- Allogene transplantatie: verschillende individuen
- Xenotransplantatie: ander organismen
Wat zijn transplantatieantigenen?
- MHC-antigenen (klasse 1 en klasse 2)
- non-MHC-antigenen (minor-antigenen)
o AB0 bloedgroep-antigenen
Wat is het verschil tussen MHC-1 en MHC-2?
MHC-1 (HLA-A, B, C): zit op alle cellen (niet op rode bloedcellen en geslachtscellen), MHC-2 (HLA-DQ, DP, DR) zit op immuuncellen (met name APC’s). MHC-1 presenteert aan CD-8 positieve T-cellen en MHC-2 presenteert aan CD-4 positieve T-cellen.
MHC-1 bestaat uit 1 keten: alfa keten, MHC-2 bestaat uit 2 ketens: alfa en bèta keten.
Wat is de betekenis van polymorfe, polygene en co-dominante MHC expressie?
2 niet verwante individuen zijn vrijwel nooit MHC-identiek
- Polymorf: HLA-gen bestaat uit twee allelen
- Polygeen: meerdere genen zijn betrokken bij HLA
- Codominantie: genen van vader en moeder komen gelijk tot expressie
Je hebt dus bij een transplantatie vaak te maken met verschillen in HLA.
Hoe kan het dat de afstoting de tweede keer sneller gaat?
De tweede afstoting van het zelfde weefsel (muis) gaat sneller omdat de T-cellen een memory hebben gecreëerd.
Hoe vindt de inductie van alloreactieve T-cellen plaatst?
APC onder de huid herkennen antigeen, migreren naar lymfeklier. Activatie T-cellen, effector T-cellen gaan terug naar de plaats van de APC’s, daar voeren ze de effectorfuncties uit en op deze wijze kan het stukje huid worden afgestoten.
Hoe kan de mate van immunogeniciteit verschillen per orgaan?
De mate van immunogeniciteit verschilt per orgaan.
Factoren:
- variatie in MHC expressieniveau
- variatie in aantal APC’s, met name dendritische cellen (DC’s)
Wat is de indirecte en directe afstoting?
Eerste maanden heb je te maken met een APC afhankelijk van de donor. Het MHC van de donor APC wordt door de T-cel gezien als lichaamsvreemd –> directe alloreactie.
Enkele maanden na transplantatie (chronische afstoting): donor APC’s zijn al verdwenen/ook geen nieuwe aanmaak. De donor MHC daarvan krijg je afbraakproducten die gepresenteerd kunnen worden door ontvanger APC’s –> indirecte afstoting.
1. directe route: directe herkenning van vreemd, intact donor MHC door TCR van ontvanger
2. indirecte route: herkenning door TCR van ontvanger van vreemde donor MHC peptiden, gepresenteerd door eigen MHC.
Wat is de directe T-cel alloreactie kruisreactie?
Bij de directe T-celreactie zeggen ze dat er sprake is van een kruisreactie. T-cel heeft het antigeen al eerder al is herkend op eigen MHC, omdat donor MHC nu precies hetzelfde is herkend de T-cel dit (en ontstaat er een afweerreactie) en ontstaat er een kruisreactie.
=> virus-specifieke ontvanger T-cellen kunnen bijdragen aan alloreactie
Door wat kan afstoting ontstaan? Welke cellen spelen daarbij een rol? En wat voor reactie kan het zijn?
Door wat kan afstoting ontstaan:
- Vreemd MHC
- Vreemd AB0 bloedgroep
Deze cellen spelen hierbij een rol:
- T-cellen
- (Macrofagen)
- Antistoffen
De reactie kan zijn:
- Gepreformeerd
- Geïnduceerd