HC 7.1 Antimicrobiële therapie Flashcards
Wat zijn de dingen die we over het algemeen hebben afgesproken over antimicrobiële therapie?
GEEN merknamen gebruiken in het onderwijs en de praktijk. Omdat het anders verwarrend wordt.
Dus: NIET ciproxin maar ciprofloxacine, NIET meronem maar meropenem. Uitzondering: Augmentin = samenstelling van amoxicilline/clavulaanzuur, dus daarom gebruiken we wel de naam augmentin.
Waar kan je de verschillende antibiotica in verdelen?
Je kunt een onderverdeling maken tussen strict anaerobe en aerobe bacteriën en tussen gram negatieve en gram positieve bacteriën. Je hebt een smal en breed spectrum. Breed betekend niet dat het op alle bacteriën aangrijpt.
Wat zijn de verschillende aangrijpingspunten van AB?
- Celwandsynthese (peptidoglycaanlaag)
- Eiwitsynthese
- Nucleïnezuursynthese en structuur
- Foliumzuurmetabolisme
- Overig
Wat zijn de kenmerken van grampositieve bacteriën?
Grampositief: celmembraan met daarop dikke peptidoglycaan laag, en lipoteichoic acids.
Wat zijn de kenmerken van gramnegatieve bacteriën?
Gram-negatief: celmembraan + dunne laag peptidoglycaan + buitenmembraan (schermt de peptidoglycaan laag af). Lipopolysacharriden op de buitenmembraan. Door porines kunnen moleculen komen bij de peptidoglycaanlaag.
Op welke type bacterie grijpt vancomycine aan en waarom? Hoe noem je het type resistentie wat hierbij optreedt?
Vancomycine: glycopeptiden, groot molecuul: te groot om de door de porinen heen te gaan. Daarom heeft vancomycine geen werking op gram-negatieve bacteriën –> intrinsieke resistentie (het micro-organisme kan nooit gevoelig zijn voor een bepaald antibioticum).
Wat is er kenmerkend aan het antibiotica gebruik in Nederlandse ziekenhuizen?
Meer dan 65% van de antibiotica die we in de ziekenhuizen gebruiken is bèta-lactam.
Wat zijn de kenmerken van bèta-lactam AB?
- Belangrijk(st)e groep antibiotica!
- Veilig
- Relatief weinig (ernstige) bijwerkingen
- Goedkoop
Waarom heten ze bèta lactam antibiotica?
Ze heten zo omdat ze een bèta-lactam ring hebben, dat is de gemeenschappelijke deler van al die antibiotica.
In welke drie groepen zijn bèta-lactam antibiotica in te delen?
- Penicillinen: penicilline G, flucloxacilline, amoxicilline
- Cefalosporinen:
– 1e generatie: Cefazoline (perioperatieve profylaxe)
– 2e generatie: Cefuroxim
– 3e generatie: Ceftriaxon, cefotaxim, ceftazidim (alleen IV)
Ze hebben verschillende spectra: de verschillende generaties. Heeft ook deels te maken in de tijd waarin ze zijn ontdekt. - Carbapenems: meropenem, imipenem
Hoe werkt de celwandsynthese en hoe grijpt AB in op dit proces?
- NAG: N-acetyl glucosamine
- NAM: N-acetyl muraminezuur
Groen = celmembraan, onder het celmembraan zit NAG en NAM (suikers die onderdeel zijn van de peptidoglycaan laag). Deze suikers worden geproduceerd in de cel van de bacterie en diffunderen dan door de celmembraan naar buiten. Ze worden wel aan elkaar gezet door ketens. De verbinding die er nu is is nog niet echt sterk. Deze kleine ketens moeten sterk aan elkaar worden gezet: met transpeptidase (penicilline binden eiwit). Transpeptidase knipt een stukje van de keten af en zet ze dan aan elkaar: hierdoor ontstaan er kruisverbindingen. Bèta-lactam voorkomt dat deze verbinding plaats vind: penicilline bindt aan transpeptidase. De celwand wordt dus wel in onderdelen gevormd maar de kruisverbindingen ontstaan niet. slappe celwand en hierdoor kan de bacterie niet goed overleven lysis van de bacterie.
Waarop heeft penicilline effect? Is het een smal of breed spectrum antibiotica?
Penicilline heeft effect op de streptokokken en op anaeroben –> dit is een smal spectrum.
Blauw: gram-positieve bacteriën. Roze = gram-negatieve bacteriën. Rechts: anaerobe.
Waarop werkt flucloxacilline?
Flucloxacilline werkt op S. Aureus –> mits het methacycline gevoelig is. MRSA: methacycline resistent S. Aureus. Deze zijn ongevoelig voor flucloxacilline. S. Aureus is de meest voorkomende bacterie de we kennen.
- Smal middel, veilig en werkt goed !
Wat zijn de kenmerken van amoxicilline?
Amoxicilline: bredere werking dan penicilline.
Wat zijn de kenmerken van de verschillende generaties van cefalosporinen?
Cefalosporinen: 1e generatie vooral gram postief, 2e generatie beiden, 3e generatie vooral gram-negatief.