ZO 3.1 Chronische ontstekingsprocessen en wondgenezing Flashcards
Welke cellen zien we bij een chronische infectie met helicobacter pylori?
Dan zien we neutrofiele granulocyten tussen de epitheelcellen.
Wat zijn voorbeelden van granulomateuze ontstekingen?
Voorbeelden van granulomateuze ontstekingen: tuberculose (mycobacterium tuberculosis), lepra (mycobacterium leprae), morbus crohn (etiologie onbekend), sarcoïdose (etiologie onbekend), syfilis tertiar stadium (treponema pallidum).
Wat zijn voorbeelden van epitheloïde cellen?
Cellen van een epitheloïd sarcoom en geactiveerd macrofagen bij een granulomateuze ontsteking.
Welke drie celtypen zijn er omtrent regeneratie en littekenvorming?
- Labiele cellen: continue mitotische activiteit: hoge turnover. Voorbeelden: darmepitheel, hematopoietisch weefsel in het beenmerg.
- Stabiele cellen: lage mitotische activiteit die eventueel bij celverlies en beschadiging verhoogd kan worden. Voorbeelden: cellen van parenchymatueze organen zoals de lever en pancreas en endotheel in de vaten.
- Permanente cellen: vrijwel geen mitotische activiteit. Voorbeelden: zenuwweefsel, myocardcellen
Welke drie soorten receptoren zijn er?
- Receptoren met intrinsieke tyrosinekinase activiteit.
- G-eiwit gekoppelde 7-transmembraan receptoren
- Receptoren zonder intrinsieke enzymatische activiteit.
Waarvoor staan de afkortingen: EGF, PDGF, FGF, TGF-bèta, IL10, VEGF, TNF? En door welke cellen worden deze geproduceerd?
- EGF = epidermal growth factor: macrofagen
- PDGF = platelet derived growth factor: bloedplaatjes
- FGF = fibroblast growth factor: macrofagen
- TGF-beta: transforming growth factor: endotheel en T-cellen
- IL10 = interleukine 10: macrofagen
- VEGF = vascular endothelial growth factor: cellen in het bindweefsel waaronder macrofagen
- TNF = tissue necrosis factor: macrofagen
Welke verschillende groeifactoren horen bij welke stappen van herstel?
- Angiogenese: VEGF, FGF
- Proliferatie van endotheel: VEGF, FGF
- Proliferatie van fibroblasten: FGF, TGF-bèta, PDGF, EGF
- Collageensynthese en -uitscheiding: FGF, TGF-bèta, EGF, PDGF
Wat zijn twee groeifactoren die een groeiremmend effect hebben?
TGF-bèta en TNF
Hoe werkt de angiogenese?
- Vasodilatatie door NO en verhoogde permeabiliteit door VEGF.
- Loskomen van pericyten.
- Migratie van endotheel cellen naar het gebied met de schade.
- Proliferatie van endotheel cellen (vlak achter het voorste punt van de migratie)
- Remodellering en vorming van buizen.
- Migratie van pericyten naar het endotheel bij capillairen en glad spierweefsel bij grotere vaten.
- Onderdrukken van endotheelgroei en afzetting van basaalmembraan.
Welke groepen groeifactoren zijn betrokken bij de angiogenese?
FGF-, VEGF-, angiopoietine groep.
Hoe verlopen de eerste 24 uur na een chirurgische incisie?
0 tot 3 uur na incisie: incisie zorgt voor de dood van een beperkt aantal epitheelcellen en bindweefselcellen en zorgt voor onderbreking van de basale laag. De bloeding en stolling zorgt voor vorming van een korst, die bestaat uit het gedehydreerd bloedstolsel met fibrine en bloedcellen.
3 tot 24 uur na incisie: chemotaxis van neutrofiele granulocyten naar het wondgebied. Er vindt verdikking plaats van de wondranden door mitose van de epitheelcellen van de basale laag aan de wondrand. Er vindt ook migratie plaats van epitheelcellen tussen de wondranden en die zetten basaal membraan materiaal af.
Hoe verlopen de eerste 2 maanden na een chirurgische incisie?
Dag 3 na incisie: Vervanging van de neutrofiele granulocyten door macrofagen. Vorming van granulatieweefsel met jonge bloedvaten en afzetten van collageen door fibroblasten. De epitheliale bekleding neemt in dikte toe door de proliferatie van cellen.
Dag 5 na incisie: Er is maximale neovascularisatie en vorming van granulatieweefsel. Horizontale oriëntatie van collageenbundels die de wondranden overbruggen. De epidermis bereikt zijn normale dikte en toont weer keratinisatie.
Week 2 na incisie: Vascularisatie weer min of meer normaal. De infiltraten van ontstekingscellen zijn vrijwel verdwenen. Toename en reorganisatie van collageen gaat geleidelijk.
Maand 2 na incisie: De epidermis is intact en ziet er morfologisch in essentie weer als nieuw uit.
Wanneer is de wondsterkte weer op zijn oude niveau?
Na 3 maanden is de wondsterkte meestal op 70-80% van de oorspronkelijke sterkte van het weefsel. Dit kan in de loop der maanden en jaren verder geleidelijk toenemen, maar ook op hetzelfde niveau blijven.
Wat is keloïd?
Keloid of hypertrofisch litteken is wondgenezing met vorming van een overmatige hoeveelheid littekenweefsel door een overmatige productie van collageen. Mensen met een donkere huidkleur hebben een grotere kans om dit te ontwikkelen. De overmatige productie van littekenweefsel zorgt voor het wegdrukken van huidadnexen (waar zweet en talgklieren zich bevinden).
Welke factoren kunnen zorgen voor een verstoorde wondgenezing?
- Voedingstoestand (bv. vitamine C deficiëntie).
- Metabole status (bv. diabetes mellitus).
- Toestand van de algemene circulatie (bv. gestoorde wondgenezing bij onvoldoende bloedvoorziening bij atherosclerose).
- Hormonen (bv. corticosteroiden remmen de collageensynthese).
- Infecties (de belangrijkste oorzaak van gestoorde / vertraagde wondgenezing).
- Mechanische factoren (bv. krabben).
- Aanwezigheid van lichaamsvreemd materiaal (bv. glas, hout, kogels).
- Locatie van de wond. Wonden in het gezicht genezen door een betere vascularisatie sneller dan aan de voet.