VO 1.2 Innate immuniteit Flashcards

1
Q

Wat is het belangrijkste effectormechanisme voor de innate immuniteit?

A

Fagocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de twee belangrijkste celtypen in de weefsels die verantwoordelijk zijn voor fagocytose?

A

Macrofagen en neutrofiele granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke ligand en welke receptor spelen er een rol bij de fagocytose van candida?

A

Het ligand Bètaglucan op de candida en de bètaglucanreceptor (dectin-1).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe herken je candida nadat het is afgebroken tijdens het practicum?

A

Bij het enzymatisch proces waarbij candida wordt afgebroken komt methyleenblauw vrij. De candida kleurt lichtblauw als ze alleen zijn gebonden aan de macrofaag en donkerblauw als ze zijn afgebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zien macrofagen eruit als ze actief zijn?

A

De macrofagen zagen er gestrekt uit. Als de macrofagen minder happy zijn dan zijn ze rond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom kleuren gram-negatieve bacteriën niet paars aan?

A

Omdat er een vetlaag omheen zit, en daar komt de kleurstof niet doorheen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke van de twee bacteriën is gram-positief en welke is gram-negatief? Micrococcus luteus en Escherichia coli

A

M. luteus is gram-positief en E. coli is gram-negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke soort bacteriën zijn gevoelig voor lysozym?

A

Lysozym is een enzym dat betrokken is bij de afbraak van peptidoglycaan, de belangrijkste component van Grampositieve bacteriële celwanden. Deze afbraak leidt tot lysis van de bacteriën. De celwand van Gramnegatieve bacteriën heeft een dunne peptidoglycaanlaag, afgeschermd door een laag lipopolysachariden die niet gevoelig is voor lysozym. Hierdoor is het peptidoglycaan moeilijker bereikbaar voor dit enzym.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welke compartimenten van het lichaam bevindt lysozym zich?

A
  • slijm
  • zweet
  • moedermelk
  • serum
  • speeksel
  • traanvocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe komt lysozym terecht in het serum?

A

Door neutrofiele granulocyten die scheiden het uit of doordat ze dood gaan komt het vrij. Lysozym hebben ze nodig om te kunnen fagocyteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke factoren die in moedermelk aanwezig zijn, kunnen aanhechting van pathogenen in de darm van de baby verhinderen?

A

IgA en oligosachariden, deze blokkeren de bindingsplaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe zien gekapselde bacteriën er uit onder de microscoop?

A

Een gekapselde bacterie daarvan is de witte laag die eromheen zit wat dikker en slijmeriger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke maatregel zorgt voor bescherming tegen een infectie met gekapselde bacteriën?

A

Herkenning met specifieke antistoffen. Door vaccinatie of antigeenpresentatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij zowel asbestvezels als urinezuurkristallen treedt ‘incomplete fagocytose’ op, waarbij lysosomale enzymen weglekken.
Beredeneer hoe het weglekken van de lysosomale enzymen kan leiden tot een ontstekingsproces in de gewrichten.

A

De inhoud die vrij komt trekt nieuwe macrofagen aan. Die gaan ook weer kapot. En er komen weer nieuwe macrofagen vrij. Dit leidt tot een ontstekingsreactie en er komen cytokinen vrij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly