Woorden 31, 32, 33 Flashcards
Stay
Blijf (blijven)
die
overlijden
get
haal (halen)
fat
vet
it’s a shame
jammer
of it
er … van
fat
dik
move
bewegen
legs
benen (het been)
feet
voeten (de voet)
risk/chance of
kans op
back problems
rugproblemen
loud
harde (hard)
get problems with
lrijgen last van (last krijgen van)
ears
oren (het oor)
dangerous
gevaarlijk
leads to
leidt tot (leiden tot)
accidetns
ongelukken
increase
neemt … toe
among
onder
youth
jeugd
advice
raad
Clainm
beweren
red
rode (rood)
scientifically
wetenschappelijk
proven
bewezen (bewijzen)
probably
waarschijnlijk
connection
verband
believe
geloven
enjoy
geniet van (genieten van)
life
leven
voice
stem
yourself
jezelf
young people
jongeren (de jongere)
cigarettes
sigaretten
sold
verkocht (verkopen)
places
plaatsen (de plaats)
forbidden
verboden
forbids
verbiedt (berbieden)
perhaps
wellicht
of that
daarvan
Especially
Speciaal
Offer
Bieden
Dares
Durft (durven)
Taken
Genomen (nemen)
Rides
Rijdt (rijden)
Directly
Rechtstreeks
Ideal
ideaal
Canals
Grachten (de gracht)
Experience
Meemaken
Seventeenth
Zeventiende