Grammatica Adjectief Flashcards

1
Q

De familie

De grote familie
Twee Grote families
Een grote familie

A

De familie

De grote familie
Twee Grote families
Een grote familie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het gezin

Het grote gezin
twee grote gezinnen
Een groot gezin.

A

Het gezin

Het grote gezin
twee grote gezinnen
Een groot gezin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly