Delftse Methode zinnen 13, 14, 15 Flashcards

1
Q

I have been visiting friends. They have only been living in the Netherlands for three months.

A

Ik ben op bezoek geweest bij vrienden. Die wonen pas drie maanden in nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

So on Sunday afternoon we went to the Museum Beelden aan Zee.

A

Dus zondagmiddag zijn we naar het museum Beelden aan Zee gegaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

There wasn’t a long line so we got in quickly.

A

Er was geen lange rij, dus we waren snel binnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

We cooked a Spanish meal at their home.

A

We hebben bij hen thuis een Spaanse maaltijd gekookt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

We had an interesting conversation about differences between French and Dutch culture.

A

We hadden een interessant gesprek over verschillen tussen de Franse en Nederlandse cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

I haven’t done anything special.

A

Ik heb niets bijzonders gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

I usually sleep in on Saturdays.

A

Ik slaap meestal uit op zaterdag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

And then I tidy my room and clean the bathroom.

A

En dan ruim ik mijn kamer op en maak de adkamer schoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

They were already asleep.

A

Die sliepen al.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

I always forget it’s much later there.

A

Ik vergeet altijd dat het daar veel later is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

I was very busy because I have to work on Saturdays.

A

Ik had het erg druk omdat ik op zaterdag moet werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

I talked to a colleague for fifteen minutes. He asked a lot of questions.

A

Ik heb een kwartier met een collega gepraat. Die stelde veel vragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nobody to play with?

A

Niemand om mee te spelen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

The advantage is that you have a lot of family.

A

Het voordeel is dat je veel familie hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

All those uncles, aunts, cousins!

A

Al die ooms, tantes, neven en nichten!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

You have been living in the Netherlands for some time now.

A

Nu woon je al een tijd in Nederland.

17
Q

As you know I am married to a Dutchman.

A

Zoals je weet ben ik getrouwd met een Nederlander.

18
Q

Really and truly?

A

Echt waar?

19
Q

They still look so young.

A

Ze zien er nog zo jong uit.

20
Q

But I don’t see her that often.

A

Maar ik zie haar niet zo vaak.

21
Q

My parents divorced when I was little.

A

Mijn ouders zijn gescheiden toen ik klein was.

22
Q

My grandmother looked after me when I was little.

A

Mijn oma paste op mij toen ik klein was.

23
Q

Are your grandparents still alive?

A

Leven jouw opa’s en oma’s nog?

24
Q

My other grandmother and my grandfathers have already died.

A

Mijn andere oma en mijn opa’s zijn al gestorven.

25
Q

Unfortunately I never knew them. But I’ve heard a lot about them.

A

Die heb ik helaas nooit gekend. Maar ik heb veel over hen gehoord.`1

26
Q

It says a package has been delivered to you for me.

A

er staat op dat er een pakje voor mij bij u is gebracht.

27
Q

Here’s your package.

A

Hier ligt je pakje.

28
Q

Then you can’t fit them, can you?

A

Dan kun je ze toch niet passen?

29
Q

If they don’t fit I’ll just send them back.

A

Als ze niet passen stuur ik ze gewoon terug.

30
Q

Especially at the end of the day. Then the prices often fall.

A

Vooral aan het eind van de dag. Dan dalen vaak de prijzen

31
Q

There is a good chance that the price will drop even further.

A

Er is een goede kans dat de prijs nog verder zakt.

32
Q

In addition, you sometimes have to wait a long time for your turn!

A

Bovendien moet je soms lang wachten op de beurt!

33
Q

There is even a recipe included, which is easy when cooking

A

Er zit zelfs een recept bij, dat is makkelijk bij het koken

34
Q

We do, agreed!

A

Dat doen we, afgesproken!