Delftse Methode zinnen 13, 14, 15 Flashcards
I have been visiting friends. They have only been living in the Netherlands for three months.
Ik ben op bezoek geweest bij vrienden. Die wonen pas drie maanden in nederland.
So on Sunday afternoon we went to the Museum Beelden aan Zee.
Dus zondagmiddag zijn we naar het museum Beelden aan Zee gegaan.
There wasn’t a long line so we got in quickly.
Er was geen lange rij, dus we waren snel binnen.
We cooked a Spanish meal at their home.
We hebben bij hen thuis een Spaanse maaltijd gekookt.
We had an interesting conversation about differences between French and Dutch culture.
We hadden een interessant gesprek over verschillen tussen de Franse en Nederlandse cultuur.
I haven’t done anything special.
Ik heb niets bijzonders gedaan.
I usually sleep in on Saturdays.
Ik slaap meestal uit op zaterdag.
And then I tidy my room and clean the bathroom.
En dan ruim ik mijn kamer op en maak de adkamer schoon.
They were already asleep.
Die sliepen al.
I always forget it’s much later there.
Ik vergeet altijd dat het daar veel later is.
I was very busy because I have to work on Saturdays.
Ik had het erg druk omdat ik op zaterdag moet werken.
I talked to a colleague for fifteen minutes. He asked a lot of questions.
Ik heb een kwartier met een collega gepraat. Die stelde veel vragen.
Nobody to play with?
Niemand om mee te spelen?
The advantage is that you have a lot of family.
Het voordeel is dat je veel familie hebt.
All those uncles, aunts, cousins!
Al die ooms, tantes, neven en nichten!
You have been living in the Netherlands for some time now.
Nu woon je al een tijd in Nederland.
As you know I am married to a Dutchman.
Zoals je weet ben ik getrouwd met een Nederlander.
Really and truly?
Echt waar?
They still look so young.
Ze zien er nog zo jong uit.
But I don’t see her that often.
Maar ik zie haar niet zo vaak.
My parents divorced when I was little.
Mijn ouders zijn gescheiden toen ik klein was.
My grandmother looked after me when I was little.
Mijn oma paste op mij toen ik klein was.
Are your grandparents still alive?
Leven jouw opa’s en oma’s nog?
My other grandmother and my grandfathers have already died.
Mijn andere oma en mijn opa’s zijn al gestorven.
Unfortunately I never knew them. But I’ve heard a lot about them.
Die heb ik helaas nooit gekend. Maar ik heb veel over hen gehoord.`1
It says a package has been delivered to you for me.
er staat op dat er een pakje voor mij bij u is gebracht.
Here’s your package.
Hier ligt je pakje.
Then you can’t fit them, can you?
Dan kun je ze toch niet passen?
If they don’t fit I’ll just send them back.
Als ze niet passen stuur ik ze gewoon terug.
Especially at the end of the day. Then the prices often fall.
Vooral aan het eind van de dag. Dan dalen vaak de prijzen
There is a good chance that the price will drop even further.
Er is een goede kans dat de prijs nog verder zakt.
In addition, you sometimes have to wait a long time for your turn!
Bovendien moet je soms lang wachten op de beurt!
There is even a recipe included, which is easy when cooking
Er zit zelfs een recept bij, dat is makkelijk bij het koken
We do, agreed!
Dat doen we, afgesproken!