Delftse Methode woorden 13, 14, 15 Flashcards
Been
Geweest (zijn)
Wanted
Wilden (willen)
Something new
Iets nieuws
Sculptures
Beelden
Sea
Zee
Line
Rij
Were
Waren (Zijn)
Sounds
Klinkt (Klinken)
Eaten
Gegeten (eten)
Cooked
Gekookt (Koken)
Watched
Gekeken (Kijken)
had
hadden (hebben)
About
Over
Differences
Verschillen
Laughed
Gelachen (Lachen)
Nothing
Niets
Special
Bijzonders
Sleep in
Slaap … uit (uitslapen)
Tidy up
Ruim … op (opruimen)
Clean (v)
Maak … schoon (schoonmaken)
Clean (n)
schoon
Slept in
uitgeslapen
sent
Gestuurd (sturen)
my
m’n
Called
Gebeld (bellen)
Slept
sliepen (slapen)
Stupid
Dom
Forget
Vergeet (vergeten)
Of course
Natuurlijk
Studied
Geleerd (leren)
Spoken
Gesproken (spreken)
Talked
Gepraat (praten)
Posed
Stelde (stellen)
Said
Zei (zeggen)
Wow
Tjonge
Family
Gezin
Mean
Meen (menen)
No one
Niemand
Uncles
Ooms (oom)
Aunts
Tantes (tante)
Male cousins / nephews
Neven (neef)
Female cousins / nieces
nichten (nicht)
miss
mist (missen)
Luckily
gelukkig
in-laws
Schoonfamilie
as
zoals
This
Dit
Couch
Bank
Really
Echt
Look
Zien er … uit (er uitzien)
What kind of
Wat voor
Boss
Baas
A coincidence
Toevallig
Divorced
Gescheiden (scheiden)
When
Toen
Baby sat
Paste … op (oppassen)
To
naar … toe
Each other
elkaar
public holidays
Feestdagen
Birthdays
Verjaardagen
Live
Leven
Died
gestorven (sterven)
Known
Gekend (kennen)
Heard
Gehoord (horen)
Male neighbor
buurman
found
vond (vinden)
Note
Briefje
Mailbox
bus
On it
er … op
Is written
Staat (staan)
Delivered
Gebracht (brengen)
Is correct
klopt (kloppen)
Is
Ligt (liggen)
Clothes
Kleren
Arrived
Aangekomen (aankomen)
isn’t it?
toch
Try on
passen
Yes certainly
Jawel
Send
Stuur (sturenb)
Simply
Gewoon
Back
terug
drop
dalen
chance
kans
drops
zakt (zakken)
double
dubbel
knew
wist (weten)
quality
kwaliteit
wait for
wachten op
turn
beurt
(with) it
erbij
even
zelfs
Recipe
Recept
with (it)
er … bij
thought
dacht (denken)
better than expected
valt … me (meevallen)
(feel) like
zin in
well
tja
that’s a deal
afgesproken (afgespreken)