Het/De 4 Flashcards
The chapter
Het hoofdstuk
The topic
Het onderwerp
The rest
De rest
The reason
De reden
The grammer
De grammatica
The error
De fout
The fact
Het feit
The discussion
De discussie
The opinion
De mening
The witness
De getuige
The city hall
Het gemeentehuis
The civil servant
De ambtenaar
The service
De dienst
The impression
De indruk
The man
De man
The marriage
Het huwelijk
The divorce
De scheiding
The party
Het feest
The hall
De zaal
The guest
De gast
The song
Het lied
The goal
Het doel
The education
de opleding
The relationship
De relatie
The symbol
Het symbool
The bond
De band
The tradition
De traditie
The society
De samenleving
The role
De rol
The map
De kaart
The border
De grens
The south
Het zuiden
The province
De provincie
The small mountain
Het bergje
The west
Het westen
The sea level
Het zeeniveau
The dike
De dijk
The dam
De dam
The piece
Het stuk
The island
Het eiland
The north
Het noorden
The southwest
Het zuidwesten
The river
De rivier
The ship
Het schip
The road
De weg
The danger
Het gevaar
The beach
Het strand
The police
De politie
The road
De weg
The feeling
Het gevoel
The accident
Het ongeluk
The photo
De foto
The light
Het licht
The fine
De boete
The police officer
De agent
The police station
Het politiebureau
The party
Het feestje
The interest
De belangstelling
The stranger
De onbekende
The conclusion
De conclusie
The case
De zaak
The experience
De ervaring
The police report
De aangifte
The bicycle
De fiets
The birthday
De verjaardag
The present
Het cadeautje
The idea
De bedoeling
The occasion
De gelegenheid
The exam
Het examen
The event
De gebeurtenis
The king’s day
De koningsdag
The king
The Queen
De koning
De koningin
The end
Het einde
The world war
de wereldoorlog
The memory
de herinnering
The victim
het slachtoffer
The war
De oorlog
The present
Het cadeu
The poem
Het gedicht
The holiday
De feestdag
The Muslim
De moslim
The sugar feast
Het Suikerfeest
The date
de datum
The area
Het gebied
The place
De plek
The ship
Het schip
The reason
De reden
The trade
De handel
The consequence
Het gevolg
The work
Het werk
The lack
Het gebrek
The garden
De tuin
The traffic
Het verkeer
The air
De lucht
The nationality
De nationaliteit
The country
Het land
The tram
De tram
