Grammatica Comparatief en superlatief Flashcards

1
Q

Comparatief:

adjectief + -er (+dan)
Klein-Kleiner
Lang-langer
kort-korter

Nederland is kleiner dan Duitsland.
Jullie wonen langer in Nederland dan wij.
Wij wonen korter in Nederland dan jullie.

A

Comparatief:

adjectief + -er (+dan)
Klein-Kleiner
Lang-langer
kort-korter

Nederland is kleiner dan Duitsland.
Jullie wonen langer in Nederland dan wij.
Wij wonen korter in Nederland dan jullie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Comparatief:

Let up de spelling bij de volgende voorbeelden:

Hoog-Hoger
Laag-Lager
Dun-Dunner
Dik-Dikker
Sportief-sportiever
Wijs-Wijzer
Duurd-Duurder
Ver-Verder
A

Comparatief:

Let up de spelling bij de volgende voorbeelden:

Hoog-Hoger
Laag-Lager
Dun-Dunner
Dik-Dikker
Sportief-sportiever
Wijs-Wijzer
Duurd-Duurder
Ver-Verder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Comparatief:

Mijn auto is kleiner dan jouw auto.
Ik heb een kleinere auto dan jij (de auto)

MIj apartment is goedkoper dan jouw apartement.
Ik woon in een goedkoper appartement dan jij. (het appartement )

A

Comparatief:

Mijn auto is kleiner dan jouw auto.
Ik heb een kleinere auto dan jij (de auto)

MIj apartment is goedkoper dan jouw apartement.
Ik woon in een goedkoper appartement dan jij. (het appartement )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Superlatief:

(het/de) adjectief + -ste
Klein-Kleinste
Groot-Grootste
Jong-Jongste
Duur-Duurste
Sportief-Sportiefste
A

Superlatief:

(het/de) adjectief + -ste
Klein-Kleinste
Groot-Grootste
Jong-Jongste
Duur-Duurste
Sportief-Sportiefste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Superlatief:

Ik woon in het kleinste dorp van Nederland.
Van alle dorpen in Nederland is mijn dorp het kleinst(e)

Amesterdam is de grootste stad van Nederland.
Van de vier grote steden is Amsterdam het grootst(e)

Superlatief + substantief: de of het + -ste:
Superlatief als los woord aan het eind: het + -st(e)
(Het woord kan eindigen op -st of -ste. Allebei is goed)

A

Superlatief:

Ik woon in het kleinste dorp van Nederland.
Van alle dorpen in Nederland is mijn dorp het kleinst(e)

Amesterdam is de grootste stad van Nederland.
Van de vier grote steden is Amsterdam het grootst(e)

Superlatief + substantief: de of het + -ste:
Superlatief als los woord aan het eind: het + -st(e)
(Het woord kan eindigen op -st of -ste. Allebei is goed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly