Grammatica Comparatief en superlatief Flashcards
Comparatief:
adjectief + -er (+dan)
Klein-Kleiner
Lang-langer
kort-korter
Nederland is kleiner dan Duitsland.
Jullie wonen langer in Nederland dan wij.
Wij wonen korter in Nederland dan jullie.
Comparatief:
adjectief + -er (+dan)
Klein-Kleiner
Lang-langer
kort-korter
Nederland is kleiner dan Duitsland.
Jullie wonen langer in Nederland dan wij.
Wij wonen korter in Nederland dan jullie.
Comparatief:
Let up de spelling bij de volgende voorbeelden:
Hoog-Hoger Laag-Lager Dun-Dunner Dik-Dikker Sportief-sportiever Wijs-Wijzer Duurd-Duurder Ver-Verder
Comparatief:
Let up de spelling bij de volgende voorbeelden:
Hoog-Hoger Laag-Lager Dun-Dunner Dik-Dikker Sportief-sportiever Wijs-Wijzer Duurd-Duurder Ver-Verder
Comparatief:
Mijn auto is kleiner dan jouw auto.
Ik heb een kleinere auto dan jij (de auto)
MIj apartment is goedkoper dan jouw apartement.
Ik woon in een goedkoper appartement dan jij. (het appartement )
Comparatief:
Mijn auto is kleiner dan jouw auto.
Ik heb een kleinere auto dan jij (de auto)
MIj apartment is goedkoper dan jouw apartement.
Ik woon in een goedkoper appartement dan jij. (het appartement )
Superlatief:
(het/de) adjectief + -ste Klein-Kleinste Groot-Grootste Jong-Jongste Duur-Duurste Sportief-Sportiefste
Superlatief:
(het/de) adjectief + -ste Klein-Kleinste Groot-Grootste Jong-Jongste Duur-Duurste Sportief-Sportiefste
Superlatief:
Ik woon in het kleinste dorp van Nederland.
Van alle dorpen in Nederland is mijn dorp het kleinst(e)
Amesterdam is de grootste stad van Nederland.
Van de vier grote steden is Amsterdam het grootst(e)
Superlatief + substantief: de of het + -ste:
Superlatief als los woord aan het eind: het + -st(e)
(Het woord kan eindigen op -st of -ste. Allebei is goed)
Superlatief:
Ik woon in het kleinste dorp van Nederland.
Van alle dorpen in Nederland is mijn dorp het kleinst(e)
Amesterdam is de grootste stad van Nederland.
Van de vier grote steden is Amsterdam het grootst(e)
Superlatief + substantief: de of het + -ste:
Superlatief als los woord aan het eind: het + -st(e)
(Het woord kan eindigen op -st of -ste. Allebei is goed)