Werkingmechanismen van kankertherapie Flashcards

1
Q

diagnose stelling kanker

A

diagnose wordt gesteld aan de hand van pathologie en beeldvorming

Pathologie: kijken naar cytologie (losse cellen) en histologie (biopt)
Met immuunhistochemie kijken naar biomarkers
De KMBP bepaald de moleculaire subtypering (kijken naar mutaties en genen)

Beeldvorming:
ziekte stageren (TNM)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

MDO

A

Samen wordt de complete diagnose en de uitgebreidheid van ziekte beoordeeld

Ook wordt de behandeldoelstelling bepaald. Curatief of niet?

De artsen leggen aan patient voor wat voor behandelingen er mogelijkheid, maar de patient bepaald uiteindelijk wat er gaat gebeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

behandeldoelstellingen (curatief, palliatief)

A

curatief: doel om iemand te genezen (nog geen metastase)
hierbij is vaak een multimodaliteits benadering (verschillende behandelvorming worden ingezet)

Neoadjuvant= eerst systeembehandeling en daarna chirurgie
adjuvant: eerst chirurgie en daarna systeembehandeling

inductie= tumor moet eerst slinken, om hem operatief te kunnen verwijderen, daarom is inductiebehandeling nodig met bestraling/chemo

palliatief: genezing is niet meer mogelijk. Behandeling is erop gericht om de kwaliteit van leven te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chirurgie (operabiliteit en resectabiliteit)

A

operabiliteit: is de patient in staat om een operatie te ondergaan?

resectabiliteit: kan de tumor weggehaald worden?
Als een tumor bijvoorbeeld ingegroeid is in vaatstructuren kan dit niet.
Een tumor is pas resectabel als het 100% weggehaald kan worden, anders heeft het geen nut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

curatieve chirurgie

A

chirurgie is curatief als er geen metastase zijn op afstand

je haalt de primaire tumor en evt regionale lymfeklieren mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

adjuvante therapie en neoadjuvante therapie

A

adjuvante therapie= nabehandeling na een curatieve operatie met radio of chemotherapie

doelstelling= disease free years (DFS) en overall survival (OS verhogen)

neoadjuvante therapie= voorbehandeling voor een curatieve operatie

doelstelling= disease free years (DFS) en overall survival (OS verhogen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

concominant

A

chemo en rediatherapie in dezelfde periode krijgen

combitherapie wordt gedaan voor een betere behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

sequentieel

A

eerst chemotherapie daarna radiotherapie of andersom

maar dus geen therapie tegelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

radiotherapie (curatief, adjuvant en neoadjuvant en palliatief)

A

radiotherapie= ioniserende straling om tumorcellen te vernietigen

curatief 60%: als er geen metastase zijn (soms oligometastase)
primaire tumor met evt tegionale lymfeklieren worden bestraald. Bv bij larynxcarcinoom

adjuvant: bijvoorbeeld na mammasparende operatie. Doel= DFS en OS

neoadjuvant= radiotherapie voor chirurgische behandeling. Dit wordt veel gedaan bij rectumcarcinomen.

palliatief 40%: radiotherapie kan goed werken tegen pijn, dit wordt veel toegepast bij botmetastase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly