Argumenteren kun je leren/over moraal valt te twisten Flashcards

1
Q

Waar moet je vooral rekening mee houden bij argumenteren?

A
Met de ethische principes en begrippen: 
weldoen
niet-schaden
respect voor autonomie 
wilsbekwaamheid
paternalisme
proportionaliteit
subsidiariteit
Niet alle ethische principes hoeven altijd toepasbaar te zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de drie vuistregels voor een goede argumentatie?

A
  1. Heb ik de gebruikte principes voldoende gespecificeerd?
  2. Heb ik de wetenschappelijke feiten ethisch relevant gemaakt?
  3. Heb ik de belangrijkste tegenargumenten gevonden, genoemd en weerlegt?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is proportionaliteit?

A

Dit is de vraag of de nadelen opwegen tegen de voordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is subsidiariteit?

A

Gebruik de minst ingrijpende behandeling om het doel te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is iets een moreel dilemma?

A

Dit is het geval als meerdere waarden of principes op gespannen voet tegenover elkaar staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly