Metastasering Flashcards
metastase in de kliniek
Bij diagnose zijn tumoren in 30% van de gevallen al gemetastaseerd en in 20% is er sprake van een verborgen (occulte) metastase
90% van de kankerpatienten die overlijden aan kanker, overlijden tgv uitzaaiingen; 10% tgv lokale effecten
invasie van de matrix
Dit begint met ‘los maken’ van de intercellulaire junctions door oa verlies van E-cadherine
Daarna begin van migratie door de basaalmembraan met proteolyse
ECM afbraak waarin metallprotease (MMP-9) de hoofdrol heeft Deze protease klieft collageen 4 en hoge expressie in maligne tumoren
vrijkomen van angiogene-, chemotactische- en groei bevorderende factoren
verplaatsing van tumorcellen door de ECM (locomotion) en manipulatie van ECM tbv tumor stroma vorming
invasie en metastase gekoppeld?
Nee, ze zijn niet noodzakelijk gekoppeld
bijv. verspreiding van ovariumtumoren in de buikholte wordt niet beschouwt als een uitzaaiing, omdat de bekleding hetzelfde is. (stappen EMT en MET zijn hiervoor niet nodig)
bijv. een basaalcelcarcinoom is invasief, maar metastaseert vrijwel nooit (hoe groot die ook is)
voorspelbaarheid van metastases
-Grootte:
Over het algemeen is de kans op metastase groter bij een grotere grootte/diameter vd tumor. (dit vormt ook basis in TNM classificatie), maar dit is echter niet altijd zo–> bij bijvoorbeeld bijniertumoren lijkt deze relatie er in veel mindere mate te zijn.
-Type tumor:
metastasering is grotendeels een intrinsieke eigenschap van het specifieke tumor soort. Sommige mammacarcinomen metastaseren vlot, andere niet/traag. Basaalcelcarcinomen metastaseren niet.
-Host:
immuniteit faciliteert of belemmert kolonisatie
-Orgaan zelf:
bot is gevoelig voor metastase, maar weer niet alle tumoren kunnen naar het bot metastaseren
3 hoofdgroepen van wijze van metastaseren
- lymfatische verspreiding
- hematogene verspreiding
- Anders: transcoelomisch (uitzaaiing in lichaamsholtes) of seeding(door bioptspoor)
lymfatische verspreiding
Uitzaaiingen in de lymfe volgen meestal de natuurlijke route van lymfedrainnage–> uiteindelijk komt het in de ductus thoracicus terecht en daarna in de circulatie
schildwachterklier/ sentinel node= 1e klier waar metastase in terecht komt (dichtbij tumor).
Eerste metastase komt terecht in een randsinus van een lymfeklier en groeit daarna uit
het verschil per klier of de tumor homogeen uitgroeit of gelijk aan 1 kant. Ook vergroot de klier soms heel snel en soms helemaal niet
vergrote klieren kunnen ook ontstekingen zijn
met pet-scan kan je hierachter komen
in-transit metastase
uitgroei van tumorcellenin de lymfebaan, voordat er een lymfeklier is bereikt.
dit gebeurt vaak bij melanomen
skip metastase
Als een metastase de gangbare route van metastase omzeilt
de eerste metastase is dus niet in de schildwachterklier, maar in de volgende lymfeklier
lymfangitis carcinomatosa
= massaal in transit
een heel gebied raakt verstopt met uitzaaiingen, dit gebeurt meestal in een late fase van de tumor
door het vollopen van de lymfebanen gaat dit ontsteken
pleuritis carcinomatosa= als dit in de pleuraholte gebeurt
lymfangiogenese
tumoren kunnen net als bij bloedvaten ook bij lymfevaten zorgen voor nieuwe structuren en remoddeling
tumor is zelf soort orgaan, daardaar wil hij ook eigen lymfebanen hebben
Tumor geven hiervoor signaalstoffen af, dit zijn andere dan bij angiogenese
hematogene metastasering (3 types)
- V. cava type (komt in long terecht)
- v. porta type (komt in lever terecht)
- mediaanlijn-type–> bij schildklier en prostaatcarcinoom, die vooral naar/langs de wervelkolom metastaseren
hematogene metastasering
Gaat meestal via vene, omdat deze een dunnere vaatwand hebben
bij niet-epitheliale tumoren (bv sarcomen) is hematogene metastasering meestal de eerste en enige vorm van uitzaaing. (bij epitheliale tumoren eerst lymfogeen)
Uitzondering hierbij is het folliculaire schildkliercarcinoom, deze heeft vaak hematogene metastasering (papillair SK-carcinoom wel lymfogeen)
proces hematogene metastasering
Een epitheelcel raakt los van naburige cellen (detachment) en kruipt door de basaalmembraan en ECM (locomotie). Ondertussen ook angiogene switch (EMT)
dan dringt het een bloedvat binnen (intravasatie)
transport via bloedstroom
cellen gaan de bloedbaan uit (extravasatie) en doen MET
daarna kolonisatie, nadat de cellen ergens zijn vastgelopen–> cellen groeien uit en zorgen voor angiogenese
signaalstoffen bij EMT
EMT staat onder controle van EMT-inducing transcription factoren (EMt-TFs)
dit zijn: TWIST, SNAIL, SLUG of ZEB1. Deze activeren meerdere genen voor een EMT programma. SNAIL en TWIST bevorderen E-cadherine in epitheliale tumoren
verhoogde expressie van proteases en mesenchymale genen is in veel invasieve tumoren aanwezig
dormacy
Dormacy is een proces in de EMT fase.
Bij EMT veranderen epitheelcellen (zitten via cel-cel verbindingen aan elkaar) tot mesemchymale stamcellen.
Bij dormacy staat de groei stil en houden tumorcellen zich schuil in niches.
Dit kan wel 10-20 jaar duren en daarna kunnen ze zich verder gaan ontwikkelen