Pathologische technieken bij diagnose van kanker Flashcards
standaard workflow weefseldiagnose
volgorde 5 stappen
- Uitpakken op het pathologie lab
- Excisie/ biopt moet verwerkt worden: fixeren, solvent verandering, selecteren, inbedden etc.
o Afronden van fixatie hangt af van grootte preparaat
o Solvent wisselen: hydrofiel-> hydrofoob doorvoer, duurt paar uur-> inbedden in paraffine - Paraffine stolt op de onderkant van een cassette-> paraffine op (nu lege) cassette geplakt-> formaline cassette gefixeerd ingebed weefsel-> ffpe (formaline fixed paraffine embedded)
- Cassette met paraffine blok erop-> snijden op microtoom-> dunne plakjes paraffine met stukje biopt (5-7uM dik)-> lintjes van plakjes worden zo gemaakt
- De paraffine plakjes-met-stukje-biopt op glaasje plakken-> vastbakken op warme plaat-> kleurmachine geeft de HE-kleuring
algemene diagnose stellen
Algemeen: op basis van een bioptuitslag uit het pathologie lab is de diagnose definitief
hoe naaldbiopt prostaat
Naaldbiopt prostaat op geleide palpatie, ultrasound of MRI soms blind
o I.h.a. altijd multipele biopten, bilateraal tot 12
Beenmergnaaldbiopt en mamma biopt
door hematoloog via botboring en mamma biopt met een biopt gun
surgical pathology
Surgical pathology: onderbouwing van diagnostiek en kwaliteitscontrole van operatieve ingrepen
o Het lab kan niet alles insluiten in cassettes-> moet worden gesampled: hemicolectomie, een lumpectomie, een lobectomie van de long, prostatectomie en hemipelvectomie
exfoliatieve cytologie
Andere gebieden zijn beter bereikbaar dan met een naald via exfoliatieve cytologie
o De afgestreken cellen worden dan op vloeistof gebracht-> preparaat maken en kleeuren met speciale mix: de Papanicolaou stain
accessoire technieken
Naast cytologie en histologie zijn er accessoire technieken: immunohistochemie, mol diag en NGS
Klinisch-pathologische workflow volgorde
biopt/ excisie/ cytologie -> lab management systeem (LMS: path)-> elektronisch patiënt dossier (EPD)-> MDO