Principes van signaaltransductie 1 Flashcards

1
Q

hoe ontwikkelen pluripotente stamcellen tot bloedcellen en welke groeifactoren voor ery’s, neutro’s en bloedplaatjes?

A

Pluripotente stamcellen–> groeifactoren–> voorlopercellen–> uitrijpen tot functionele bloedcel

EPO voor ery’s,
G-CSF voor neutro’s
TPO voor bloedplaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

groeifactor tot eiwit

A

Groeifactor bindt op receptor–> receptor vangt signaal van GF op–> activatie van transcriptiefactoren in cytoplasma–> binden promotor DNA–> transcriptie–> mRNA–> eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 hoofdgroepen membraanreceptoren

A

o Ion-kanaal
o G-eiwit gekoppelde receptoren: 7 transmembraaneiwitten
o Enzym-gebonden receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 typen enzym gebonden receptoren

A

Ketens vormen o.i.v. ligand dimeer:
• Tyrosine kinase receptoren: hebben extra-, intra- en transcellulair domein, heeft intrinsieke enzymactiviteit in de receptor
• Serine/ threonine kinases: zelf geen kinase activiteit maar enzymactiviteit gekoppeld (JAK-tyrosine kinase) aan IC-domein van de receptoren
o EPO, GCSF-R en GMCS-R

Alle receptoren (kinases) zorgen voor fosforylering van een tyrosine op een eiwit door tyrosine kinases. De activiteit wordt bevorderd door GF o.i.v. de dimeer vorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kenmerken en werking van receptoren voor bloedcel groeifactoren

A

Kenmerken en de werking van receptoren voor bloedcel groeifactoren:
o Geen intrinsieke tyrosine kinase activiteit maar activeren JAK tyrosine kinases
o Activatie van JAKs in trans na receptor-dimeer vorming en conformatie verandering
o JAKs fosforyleren tyrosines in receptor keten en signaaleiwitten–> verschillende cellulaire responsen
o Afwijkingen in receptoreiwitten en JAKs en cytoplasmatische tyrosine kinases zijn betrokken bij verschillende bloedziekten en vormen een doelwit voor targeted therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe werkt G-CSF receptor activatie

A

G-CSF-R is inactief, transmembraan eiwit waar JAK aan kan binden.

Als er geen GF bindt–> inactief monomeer
Als er wel GF wel bindt–> homodimeer

Aan de ketens zit JAK-kinase gebonden, kunnen door dimeer vorming elkaar activeren (cross-activering)–> signaalmoleculen binden gefosforyleerde tyrosine in receptoreiwit met hun SH2-domein: activering–> signaal doorgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe werkt SH2 domein

A

Om tyrosine residu te binden heb je SH2-domein nodig die gefosforyleerd wordt door JAK-kinase
o 3 amino’s onder geP tyrosine vormen een unieke code–> signaal molecuul wel/ niet binden: het SH2 domein past precies op P-Y-A1A2A3 codes (P-Y + 3 amino’s)–> specificiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe werkt inactivering van receptor functie

A

inactivering van receptor-functie gedaan door: phosphatasen via tyrosine en serine/ threonine phospha’s

Het gephosphoryleerd tyrosine in een geactiveerde receptor vormt een interactie met het SH2–> specifieke bindingsplaats voor een SHP1 phosphatase–> bindt SH2 met tyrosin–> phosphatase en fosfaat activiteit deactiveert het JAK kinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe werkt fosforylering en defosforylering

A

Fosforylering–> tyrosine kinase of serine-threonine kinase,
dus kinase=fosforylering

Defosforylering–> tyrosine phosphatases of serine-threonine phosohatase,
dus phospha=deP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe leidt RAS mutatie tot kanker

A

RAS mutaties: RAS is proto-oncogen, sommige mutaties die het constant aanzetten–> kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe werkt activatie van RAS-eiwit

A

Activatie van RAS-eiwit gaat via enzym-gekoppelde GF-receptor: tyrosine kinase en cytokine receptor groeifactorreceptor.
Geactiveerd JAK-kinase vormt een bindingsplaats voor signaaleiwitten (Gbr2) rekruteert enzym GEF/Sos–> inactief RAS-eiwit op membraan geactiveerd–> signaal voor celdeling en overleving van cellen

o Via SH3 domein komt de enzymactiviteit bij RAS aan, op RAS wordt GDP–> GTP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat doet GAP

A

GAP: GTPase activating protein
GAP (katalysator): RAS geinactiveerd door GTP–> GDP

o Mutaties–> inactivatie door trage of geen werking van GAP –> pro-oncogen wordt oncogen–> tumorgenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe werkt GEF

A

GEF: guanine exchange factor

GEF zorgt voor groeifactor voor GDP–> GTP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe werkt RAS en MAPK-cascade

A

RAS zet een MAPK-cascade aan: Raf (MAPKKK)–> MEK (MAPKK)–> MAPK (MAPK)–> transcriptie activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

receptoren betrokken bij hematologische activiteiten (aml, cml, all en cnl)

A
Hematologische maligniteiten kunnen veroorzaakt door storingen in receptor functie en/ of TK act
o	AML: FLT3 receptor
o	CML: ABL tyrosine kinase (BCR-ABL)
o	ALL: IL-7 receptor, JAK2
o	CNL: G-CSF receptor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat doet de JAK-V617F mutatie

A

De JAK2-V617F mutatie zit in het JH2 pseudo kinase domein–> remmende werking van JH2 domein op de kinase activiteit van het JH1 domein werkt niet meer–> JAK2 veel te sterk aan

o Mutatie leidt tot verlaagde of afwezige EPO/ TPO afhankelijkheid van RBC-vorming
o Gebeurt bij PV, ET en PMF

17
Q

wat doet de CALR-mutatie

A

CALR-mutaties (calreticuline) veroorzaken spontane MPL dimeer vorming in het ER

o Calreticuline–> transport van eiwitten vanuit ER naar verschillende organellen en celmembraan