Van gewone cel tot kankercel Flashcards
ontstaan kankercel
voor het ontstaan van een kankercel zijn er veel verschillende mutaties nodig.
Elke tumorcel is anders, omdat dit telkens andere mutaties zijn
Hallmarks of cancer zijn eigenschappen die elke tumorcel bezit
(niet elke tumorcel bezit alle eigenschappen)
hallmark 1: blijven delen
kankercellen delen ongeremt
normaal zijn er groeifactoren die binden aan een receptor waardoor er een signaalcascade in de cel plaatsvind, waardoor de cel uiteindelijk gaat delen
bij kankercellen zijn er niet constant groeifactoren
Meestal is er een mutatie in de groeifactor receptor waardoor die altijd voor de signaalcascade zorgt, zonder dat er een groeifactor is gebonden
ook kan het zo zijn dat de kankercel zijn eigen groeifactor aanmaak (komt weinig voor)
Hallmark 2: remming ontwijkingen
Naast groeifactoren heb je ook groeiremmers, die de cel laten stoppen met groeien.
tumorcellen schakelen deze groeiremmers uit of kunnen ze negeren
Hallmark 3: celdood weerstaan
normale cellen kunnen mechanismen activeren tot celdood (bv bij veel DNA schade)–> cellen gaan geprogrammeerd DNA en eiwitten afbreken = apoptose
tumor schakelt dit apoptose mechanisme uit–> ‘slechte’ cellen blijven leven
Hallmark 4: oneindige celdeling
normale cellen kunnen slechts een beperkt aantal delingen doormaken , omdat de telomeren bij elke celdeling korter worden
stamcellen kunnen wel veel delingen doormaken, omdat de telomeren worden door enzym telomerase
tumorcellen doen dit ook, zo kunnen ze oneindig delen
Hallmark 5: vorming van nieuwe bloedvaten
groeiende tumor heeft veel voedingsstoffen nodig, want een hoog metabolisme
bij tumor > 2mm stimuleert het al de angiogenese
angiogenese: ontstaan van bloedvaten uit andere bloedvaten (aangestuurd door signaalstoffen)
stroma
omgeving rond de tumor
ondersteunend, niet-neoplastisch bindweefsel, bloedvaten en ontstekingscellen.
stromacellen ‘verzorgen’ de tumor. Zijn endotheel, fibroblasten en ontstekingscellen
stroma ‘zorgt’ ook voor bloedvaten. Endotheel zorgt voor angiogenese ten behoeve van groei.
angiogenese
Door tumorcellen worden signaalmoleculen afgegeven, daardoor gaan endotheelcellen van bloedvaten voor nieuwe bloedvaatjes zorgen
groeifactor: HIF-a, VEGH en VEGF-R
sommige medicijnen tegen kanker zijn onderdrukkers van deze groeifactoren
angiogene switch= afgifte van signaal moleculen
Hallmark 6: invasie en metastase
Tumor dringt in het omringende weefsel binnen met doorbraak door een basaalmembraan= invase
als tumor door het basaalmembraan van bloedvaten gaat, kunnen de cellen via bloed naar andere plekken in het lichaam= metastasering
werking invasie en metastase
invasie gaat vooraf aan metastase
80% van de tumoren zijn epitheliaal
epitheliale tumoren ondergaan na invastie EMT (epithelial mesenchymale transitie). Cellen raken zo los van elkaar en (veranderen ook van epitheelcellen naar soort fibroblasten= ander fenotype)
metastasering gaat vaak via lymfe (of bloed)
voor uitgroei op een metastase plek is MET (mesenchymale epitheliale transitie) nodig.
onderscheidt invasie en metastase
invasie:
- migratie door de basaalmembraan
- verplaatsing door extra cellulaire matrix
metastase:
- intravasatie (EMT)
- transport in bloedbaan (in bloedbaan zijn tumorcellen los of in propjes)
- extravasatie en metastatic deposit= groepje tumorcellen loopt vast in een bepaald orgaan
- colonisatie/uitgroei –> MET
Hallmark 7: genoom instabiliteit en mutaties
een tumorcel heeft heel veel mutaties, normaal wordt dit tegen gegaan door DNA schade reparatie
in de tumor loopt de schade reparatie minder snel, zo kunnen mutaties blijven bestaan
Hallmark 8: tumor-bevorderende ontsteking
chronische ontstekingen kunnen tumorbevorderend zijn
tumoren ‘gebruiken’ immuun cellen om stroma ‘naar hun hand te zetten
recente studies wijzen op macrofagen en granulocyten als bevorderend voor invasie en metastasering
ontstekingscellen produceren groeifactoren en proteases wat tumor gaat gebruiken
granulocyten produceren factoren die leiden tot DNa schade
Hallmark 9: deregulatie van de energievoorziening
tumorcellen leven vooral van de glycolyse
normale cellen doen aerobe glycolyse
tumorcellen doen anaerobe verbranding (lactaat ontstaat)
voordeel: ook als er weinig zuurstof is, dan is er energievoorziening
dit is voordeel: want tumor heeft soms niet genoef zuurstof omdat angiogenese nog niet helemaal goed is
bij beeldvorming kan je hiervan gebruik maken–> radioactief glucose labellen
naar tumor gaat meer glucose omdat de anaerobe verbranding voor minder effectief is
Hallmark 10: ontsnapping aan het immuunsysteem
tumorcellen hebben veel mutaties
het immuunsysteem kan deze herkennen en cellen elimineren
tumoren activeren daarom vaak mechanismen die het immuunsysteem minder actief maken
tumor doet dat door T-cellen inactief te maken, zo herkent de immuuncel dit niet meer
tumor kan ook MHC-cellen downreguleren