Nieuwe ontwikkelingen in de radiotherapie Flashcards
balans bij radiotherapie
altijd balans vinden tussen tumorcontrole vs schade gezond weefsel
dit voorkomen door:
- biologische maatregelen: fractionering van bestraling en chemoradiatie
- fysische maatregelen
verschilt per tumor hoe makkelijk/moeilijk dit is: radiosensitieve tumor (seminoom/m.hodgkin) heeft grote therapeutische ratio --> weinig dosis nodig om tumorcontrole te verkijrgen--> weinig kans latere weefselschade
radioresistente tumor(glioblastoom/sarcoom)–> kleine therapeutische ratio–> hoge dosis nodig–> meer kans op bijwerkingen
acute schade
in sneldelende weefsels: minder vermogen tot herstel van de bestralingsschade
schade komt tijdens of direct na afloop van serie bestralingen tot uiting (tot 3 mnd)
acute schade is reversibel
voorbeelden:
huid: erytheeem
hersenen: moeheid
rectum: diarree
oesophagus: passageklachten
mondholte: stomatitis
late schade
in traagdelende of niet delende stamcellen
schade wordt laat zichtbaar (na 3 mnd na laatste bestraling) = laat reagerende weefsels
late schade meestal irreversibel zijn
vnl in hersenen, ruggemerg, lever en nier
bijvoorbeeld:
huid: hyperpigmentatie
hersenen: geheugen
rectum: teleangiëctasieën
oesophagus: strictuur
schildklier: hypothyreoïdie
subacute schade
tussen 3-6 maanden na laatste bestraling
subactute schade is itt late schade nog reversibel
komt vooral veel bij long–> steriele ontsteking
lokaliseren tumor en beschermen weefsel
tumor wil je 100% bestralen en daaromheen in het gezonde weefsel eigenlijk zo min mogelijk, daarvoor wordt bestralingsplan gemaakt
van binnen naar buiten:
Gross tumor volume (GTV): tumor
Clinical target volume(CTV): tumor plus evt microscopische uitbreidingen
planning target volume (PVT): gebied wat mee wordt bestraald door externe mobiliteit pt (AH) en interne mobiliteit orgaan
treated volume: wordt meebestraald als pvt niet goed afgeschermt kan worden
irradiated volume: dit weefsel krijgt veel lagere dosis
voorbereiding bestraling
positionering pt: pt mag niet bewegen, hiervoor zijn vaak hulpmiddelen (masker)
van te voren wordt altijd plannings CT gemaakt in houding waarin pt ook wordt bestraald, aan de hand hiervan wordt marge bepaald voor positionerings onnauwkeurigheid
doelvolume met gebruik van PET-CT
hiermee kan je heel goed kijken waar het vitale tumorweefsel zit.
betere sensi en speci dan MRI of CT
inverse planning en intensiteit reguleren tijdens bestraling
inverse planning: eisen formuleren voor doelgebied en normaal weefsel
radioloog vult voorwaarde voor bestraling in in de planningscomputer en die maakt hiermee een optimaal behandelplan
ook berekend hij de intensiteit modulatie, er worden wel 20-100 bestralingsbundel gebruikt. De intensiteit van bestraling van 1 bundel kan je varieren
intensiteit wordt tijdens bestraling gereguleerd door luifjes (metale afschermers) die telkens van vorm veranderen
brachytherapie
inwendig bestralen van tumoren, je geeft hoge bestralingsdosis in een beperkt volume met maximale sparing van omringend gezond weefsel
kwadratenwet: dosis omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand
vaak al 1 cm vd bron is de dosis volledig vervallen, dus dit werkt voor kleine tumoren
brachytherapie voor en nadelen tov uitwendige RT
voordelen: betere sparing omringende gezonde weefsel, hogere dosis direct rondom katheters (tot 200%), dosis in kortere tijd gegeven –> minder kans voor herstel vd tumorcellen
nadelen: tumorvolume mag niet te groot zijn, niet geschikt voor alle tumorlocalitaties, lokale/algehele verdoving nodig (stil liggen) en opname op verpleegafdeling nodig
vormen van brachytherapie
intraluminaal: bronchus en oesophagus
intravacitair: baarmoederhals, vagine en neugholte
interstitieel: in zachte weefsels–> tond/mondbodem
protonen bestraling
normale RT is met fotonen
dit is nieuwe techniek hierbij heb je minder straling nodig, en het stopt direct bij de tumor grens, waardoor het gezonde weefsel beter gespaard wordt
deze techniek is wel heel duur