W7 HC.3 - Keuzen in de zorg in historisch perspectief Flashcards
1
Q
Vooruitgang op demografisch, politiek-sociaal-economisch en medisch gebied?
A
- Demografisch: patronen t.a.v. sterfte en levensduur
-> o.a. gestegen levensverwachting bij geboorte: ca 50 (1900) naar 80+ (nu)
-> kindersterfte eerste 5 levensjaren: >40% (ca 1850) naar <1% (nu) - Politiek-sociaal-economisch:
-> opkomst verzorgingsstaat en groei welvaart, toegenomen toegangelijkheid zorg
-> staat/gemeenschap steeds meer verantwoordelijk voor zorg - Medisch: groei medische mogelijkheden/macht (mn. sinds WOII)
-> Antibiotica, vaccins, beeldvormende technieken, transplantatiechirurgie, etc.
2
Q
Medische mogelijkheden: toename kosten/ schaarste
A
Directe effecten van medisch-technologische vooruitgang:
- Nieuwe technieken = duur
- Schaarste aan apparatuur en zorgprofessionals met bijbehorende specialistische kennis
- Betere maar ook méér geneeskunde
Indirecte effecten van medisch-technologische vooruitgang:
- Aanbod-schep-vraag-mechanisme
- Grotere (financiële) belangen, medisch-industrieel complex
3
Q
Grenzendebat jaren ‘80
A
- De grens tussen wat nog wel en wat niet meer gezondheidszorg kan worden genoemd
- De grens tussen wat ethisch nog wel en wat niet meer toelaatbaar moet worden geacht
- De grens tussen effectieve en niet (meer) effectieve / doelmatige en niet-doelmatige zorg
- De grens tussen financierbare en niet meer financierbare zorg
- De grens van de grondwettelijke plicht van de overheid tot bevordering van de volksgezondheid