W4 HC.1 Principes van signaaltransductie - 1 Flashcards
Hoe werkt een groeifactor receptor stimulatie?
Er zit een receptor op de voorlopercel, waar een groeifactor op bindt.
Vervolgens worden er allemaal signalen aangezet in de kern, waarna de voorlopercel uiteindelijk deelt tot een bloedcel.
welke drie hoofdgroepen membraanreceptoren zijn er?
- Ion-kanaal gebonden receptor
- G-eiwit gebonden receptor (7 transmembraaneiwitten)
- Enzym gebonden receptor
Welke twee vormen van enzym-gebonden receptoren zijn er?
- Tyrosine kinase receptoren: deze hebben een extra-, intra- en transcellulair domein. De enzymactiviteit zit in de receptor zelf (intrinsiek)
- NON-RTK: receptoren voor bloedcel factoren zitten anders in elkaar: de receptor zelf heeft geen kinase activiteit, maar er zit enzymactiviteit gekoppeld (JAK tyrosine kinase) aan het intracellulaire domein van de receptoren. (bv. EPO-receptor, GCSF-R, GMCS-receptor)
Functie FLT3 receptor?
FLT3 receptor is een receptor die tot expressie komt bij vroege hemopoëtische stamcellen.
Wat gaat er mis bij AML?
-> Bij patienten met AML worden mutaties gevonden in de FLT3 receptor (FLT3-ITD) (dit is een tyrosine kinase receptor die dus ingebouwd is in de receptor op de cel).
-> ITD mutatie in JM domein veroorzaakt spontane activering van het FTL3 receptoreiwit -> spontane deling van AML cellen
- Dus cel heeft geen GF meer nodig om te gaan delen.
Wat is JAK en functie?
JAK2 zorgt voor fosforylering van een eiwit. JAK zorgt er dus voor dat dezelfde soort respons, die automatisch plaatsvind bij een TKR, bij een non-RTK plaatsvindt door te binden aan tyrosine kinases aan de intracellulaire zijde van de receptor.
Nut eiwitfosforylering?
Belangrijk bij signaaltransductie activatie
Waarom zijn tyrosine, serine en threonine belangrijk?
Kunnen gefosforyleerd worden.
Wanneer dit niet meer goed werkt, kan een eiwit te actief of juist niet meer actief worden en kunnen er problemen ontstaan.
Welke hematologische maligniteiten worden veroorzaakt door storing in receptor functie/tyrosine kinase activiteit?
- Acute lymfoblasten leukemie (ALL): IL-7 receptor, JAK2
- Myeloproliferatieve aandoeningen (PV, ET, PMF): JAK2, TPO-R (MPL)
- Chronische myeloide leukemie: Abl tyrosine-kinase (BCR-ABL)
- Chronische neutrofielen leukemie (CNL): G-CSF receptor
Welke groeifactor zorgt voor ontwikkeling van welke cel?
EPO -> erytrocyt
G-CFS -> neutrofiele granulocyt
TPO -> trombocyt
Wat gebeurt er wanneer JAK z’n functie uitoefend?
- Aan beide zijden van een dimeer receptor bindt een JAK molecuul, welke elkaar vervolgens activeren.
- Vervolgens vindt er binding en activering van signaaleiwitten plaats
Wat is van belang bij binding van signaaleiwit aan tyrosine residu?
Het signaaleiwit moet een SH2-domein bevatten en kan alleen dan aan gefosforyleerde tyrosines binden. Hiernaast moet de receptor naar het gefosforyleerde tyrosine ook 3 opvolgende aminozuren bevatten waaraan het SH2 domein van het signaaleiwit past.
Fosforylering = kinase
Defosforylering = phosphatase
Wat is RAS en hoe wordt het geactiveerd?
- Zowel signaalmolecuul als oncogeen eiwit
- Is belangrijk voor de celdeling en overleving van cellen
- Grb2 eiwit bindt met zijn SH2 domein aan een gefosforyleerde tyrosine kinase. Het SH3 domein aan de andere kant van het Grb2 eiwit bindt aan het GEF/SOS eiwit. Het GEF/SOS eiwit activeert RAS. Bij RAS wordt GDP omgezet in GTP.
Verschil in RAS met GDP en GTP?
RAS is uitgeschakeld met GDP en ingeschakeld wanneer GTP bindt (ontstaan GF signaal)