W2 HC.1 DNA schade en reparatie: deel 1 Flashcards

1
Q

Soorten mutaties:

A

Puntmutaties: kleine veranderingen op basepaar niveau
- transities (purine -> purine (A/G); pyrimidine -> pyrimidine (C/T))
- transversies (purine -> pyrimidine of vice versa)
- kleine inserties/ deleties

Chromosomale afwijkingen: grote veranderingen: waar te nemen op chromosomaal niveau
- translocaties
- amplificaties
- deleties
- numerieke afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Oorzaken voor DNA schade?

A
  • (A) chemische instabiliteit
  • (B) chemische verbindingen
  • (C) biologische stoffen
  • (D) fysische agentia
  • (E) foutieve replicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Soort DNA beschadigingen?

A
  • chemische adducten
  • intrastreng crosslinks
  • interstreng crosslinks
  • DNA strengbreuken
  • basepaar mismatches
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oorzaken voor DNA schade:
Vormen van chemische instabiliteit (A)?

A
  1. spontane hydrolyse:
    -> hydrolyse van de n-glycosyl-verbinding tussen suiker en base
    -> leidt tot depurinatie (suiker zonder base)
    -> depurinatie leidt tot 1bp deletie (replicatie induceert mutatie)
    (frequentie: ~9000 per cel per dag)
  2. deaminatie van basen:
    -> aminogroep verdwijnt
    -> leidt tot omzetting van een cytosine in een uracil
    -> leidt tot verandering complementariteit (replicatie induceert mutatie) want CG wordt door deaminatie UG wordt bij replicatie UA (en CG) en dan wordt de UA een TA
    -> C -> T (transitie)
    (frequentie: ~400 per cel per dag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorbeelden van verandering complementariteit?

A

cytosine -> uracil (C->T)
adenine -> hypoxanthine (A->G)
guanine -> xanthine (G->A)
5-methylcytosine -> thymine (C->T)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaken voor DNA schade:
Hoe werkt mutatie door biologische stoffen (C)?

A
  1. Endogene stoffen: zuurstof; oxidatieve DNA schade
    -> Zuurstofradicalen: geproduceerd door metabole processen (energie productie)
    -> Reactive Oxygen Species (ROS)
    -> guanine + ROS -> 8-oxoguanine
    (frequentie: ~400 per cel per dag)

Een guanine zou tegenover een cytosine staan, maar een 8-oxoguanine complementeert met adenosine (G -> T transversie)

  1. Benzo[a]pyreen: aanwezig in sigarettenrook
    -> metabolisch geactiveerd: wordt omgezet in Benzo[a]pyreen dio epoxide (BPDE) door enzymen
    -> BPDE bindt aan DNA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaken voor DNA schade:
Hoe werkt mutatie door fysische agentia (D)?

A

UV: Intrastreng DNA beschadigingen door straling
door UV-C ontstaat :
- cyclopyrimidine dimeer (CPD) of
- 6-4 fotoproduct
-> 75.000 beschadigingen/cel/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Chemische adducten die de DNA dubbelhelix NIET verstoren:

A
  • spontane hydrolyse
  • deaminatie
  • oxidatieve DNA schade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Eigenschappen BPDE?

A
  • Veroorzaakt chemische adducten die de DNA dubbelhelix verstoren
  • BPDE reageert voornamelijk met G residue
  • Tegenover G-BPDE wordt een A residue ingebouwd

-> Dus normaal DNA is verbinding (G-C) en mutant DNA is (GDPDE-A)
-> Na replicatie is mutant DNA (T-A) want T wil tegenover A

oftewel: G->T mutatie (transversie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke reparatiemethodes bestaan er voor de schade aan DNA?

A

Base Excisie Reparatie (BER)
-> Enzymatisch proces
-> Herstel van kleine adducten (oxidatieve DNA schade, deaminatie van basen, ssDNA breuken (= enkelstreng breuken, maar wordt niet verder besproken in college))

Nucleotide Excisie Reparatie (NER)
-> Herstel van grote adducten (cyclopyrimide dimeren, 6-4 fotoproducten, bulky adducten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welke 3 stappen vindt BER plaats?

A
  1. Herkenning DNA schade (DNA glycosylase)
    -> Glycosylases scannen het DNA en herkennen vreemd nucleotide door ‘base flipping’
    -> Bv. Uracil DNA glycosylase (UNG) verwijdert ongewenste uracil
    -> Bv. 8-Oxoguanine DNA glycosylase (OGG1) hydrolyseert de N-glycosyl verbinding tussen deoxyribose en 8-oxoG
    -> Beiden creëren een abasische plaats (AP), een plaats zonder een purine of pyrimidinebase
  2. Excisie DNA schade (AP-endonuclease)
    -> Endonuclease herkent AP-site en maakt een knip in het DNA; AP-site wordt verwijdert.
  3. Herstel (DNA polymerase en ligase)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke 4 stappen vindt NER plaats?

A
  1. Herkenning van DNA schade
    -> Scannen door groep van 3 eiwitten: XPC, CETN2, RAD23B
    -> UV-DDB (complex eiwitten) kan de schade vervolgens herkennen
    -> Als UV-DDB herkent heeft, laat RAD23B los. Dit is het signaal voor ander groot complex eiwitten om aan de slag te gaan.
  2. Openen van omringende DNA
    -> Dit gebeurt door het grote complex
  3. Verwijderen DNA-schade (en aangrenzende gebieden van dezelfde streng)
  4. Herstel (DNA synthese/ligatie)
    -> door DNA polymerase en ligase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gevolgen NER defect?

A
  1. Xeroderma pigmentosum (XP): autosomaal recessief
    - klinische symptomen: zongevoeligheid, droge/harde huid, pigmentatie afwijkingen, cataract, huidkanker (>1000x hoger), versnelde neurologische achteruitgang
    - oorzaak: ten minste 8 genen XPA, XPB, … XPG
    - ‘Children of the Moon’ hebben rigoreuze bescherming tegen blootstelling aan UV- en zonlicht nodig, speciale beschermende kleding (ESA/NASA), regelmatige dermatologische controle en behandeling (incl. chirurgie)
  2. Cockayne syndroom (CS): autosomaal recessief
    - klinische symptomen: zongevoeligheid, groei achterstand, neurologische achteruitgang, netvliesafwijkingen, versnelde veroudering, GEEN huidkanker
    - oorzaak: 2 genen (CSA, CSB) samen met XP (XPB, XPD, XPG)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen 1 en 2 dus tussen Globaal Genoom NER en Transcriptie Gekoppeld NER?

A

Globaal Genoom NER
- voorkomen mutaties
- GG-NER defect
- kanker

Transcriptie Gekoppeld NER
- voorkomen celdood
- TC-NER defect
- versnelde veroudering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly