Vruchtbaarheidsstoornissen bij de man Flashcards

1
Q

Wat zorgt voor de mannelijke genitale ontwikkeling en hoe gaat dat?

A

Nadat SRY wordt aangezet zal er testis ontwikkeling zijn, als dat niet zo is krijg je ovaria.
* Ontwikkeling foetale testes wk 7-12
* Productie testosteron in Leydigcel en Anti-Mullers hormoon in sertolicel
* Ontwikkeling gang van Wolff: Epididymis, Vas deferens, Vesiculae seminales
* Elimineren Mullerse gangen
* Omzetten T in Di-hydro testosteron (DHT)
o Externe genitalia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tr. genitalis

A
  • Testis, epidimydis, vas deferens, vesiculae seminales, prostaat, Cowperse klieren, urethra
  • Spermatogenese, semen opslag en transport
  • Steroïdgenese
  • Osteogenese
  • Testisvolume >12 cc
    o 80% tubuli seminifiri met sertolicellen, verbindende cellen waartussen zaadcellen worden gemaakt
    o 20% interstitium met Leydigcellen die testosteron maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tubuli seminifiri

A
  • 2-5% van ejaculaat volume
  • Productie van 100 miljoen spermatozoa per testis per dag
  • Spermatozoa bepaalt geslacht: 23X en 23Y zaadcellen in ejaculaat
  • Spermatogenese neemt 70 dagen, waarvan 20 dagen spermiogenese (aangroeien van de staart, genetische proces is al afgerond)
  • Pathologie-classificatie spermatogenesis (Johnsenscore)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt de hypofyse-gonaden as?

A

GnRH, LH en FSH sturen testis aan.
* LH stimuleert Leydigcel
* FSH stimuleert Sertolicel
* Feedback op hypothalamus en hypofyse via testosteron en inhibine B
Zaadcelaanmaak begint pas na de puberteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van de epididymis

A

Transport, opslag en rijping spermatozoa.
* 2-5% van ejaculaatvolume (<0,5cc) met voornamelijk zaadcellen
* Toename fertiliserend vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe neemt het fertiliserend vermogen toe?

A

o Motiliteit neemt toe van caput naar cauda
o Concentratie neemt toe
o Eiwitten voor binding aan Zona Pellucida
o Stabilisatie DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

prostaat

A
  • PSA zorgt voor liquefactie van zaad
  • Prostasomen
  • pH<5
  • 20-30% ejaculaatvolume
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vesicula seminalis

A
  • Semenogelin: gelvorming na ejaculatie
  • Fructose: energiebron spermatozoa
  • Ph > 8
  • 65-75% van ejaculaatvolume (2cc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe test je de functie van de tesicles?

A
  • Bloed: LH, FSH, Inhibine B, ochtend testosteron
  • Semenanalyse: volume >1,5cc, concentratie 15 milj zc/ml, motiel >40%, morfologie >4% normalen, pH >7,1
  • Echografie testes (evt ook vesicula seminalis en prostaat)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke onderdelen spelen rol bij ejaculatie?

A

Cauda epididymis, vas deferens, vesicula, prostaat, UP, blaashals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is emissie?

A

o Sluiten blaashalf en sphincter urethrae oiv sympatisch T10-L2
o Depositie vloeistof in urethra prostatica (UP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is expulsie?

A

o Contractie m. bulbocavernosus, ischicavernosus en bekkenbodem
o Openen sphincter urethrae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is capacitatie?

A

wanneer de staart van de zaadcel hard gaat bewegen, zodat de kop door kan dringen tot de eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is acrosoomreactie?

A

versmelten zaadcel met membraan eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is cryptorchisme?

A

één of beide zaadballen zitten niet in de balzak

Indaling afhankelijk van INSL-3 en regressie gubernaculum
* 2-6% bij geboorte; 1% bij 3 maanden
* 60% unilateraal
* 30-80% ook epididymale afwijkingen: 8% obstructief
* Verstoorde spermatogenese
o 3-8% vd infertiele mannen: 20% vd azoospermia
o Bilateraal: 80% oligospermie; unilateraal 50% oligospermie
* Testis atrofie
* Endocriene disfunctie (primair hypogonadisme)
* Verhoogd risico kiemcel tumor testis (3%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is torsio testis?

A

draaiing van de steel waar de testis aan hangt

Acuut scrotum; dd. Epidymitis, testistumor
* Echografisch testisparenchym vascularisatie beoordelen
* Hoog risico op definitieve testis ischemie
* <6 u operatieve detorsie
* Contralaterale orchidofixatie

17
Q

Wat is varicocele?

A

spatader in de zaadstreng; er is een weke testis
* Verminderde spermatogenese
* Hypogonadisme
* Verstoorde temperatuursregulatie: plexus pampiniformis zorgt niet voor koeling
* Verhoogde ROS
* Verhoogde DNA schade spermatozoa

18
Q

hypogonadotroop hypogonadisme

A

LH en FSH zijn verlaagd, er is disfunctie van de hypofyse voorkwab of hypothalamus.
* Congenitaal: Kallmannsyndroom (reukproblemen), idiopathisch, verlate puberteit
* Verworven
o Hypofysaire of hypothalame ziekte: prolactinoom, neurohemochromatose, ischemie
o Iatrogeen: GnRH agonist, antiandrogenen, anabolen

19
Q

Hypergonadotroop hypogonadisme

A

LH en FSH zijn verhoogd, disfunctie van testes.
* Congenitaal: Klinefeltersyndroom, anorchie, enzymdefecten
* Verworven: orchitis, torsio testis, bilaterale ochidectomie, chemotherapie

20
Q

obstructie azoospermie

A

2% van de oorzaken van infertiliteit, 10% van de azoospermie door obstructie
* Congenitaal: congenitale bilaterale agenesie van vas deferens: er is geen zaadleider
o Visculae seminales en distale deel epididymis ook niet aangelegd
o Mutatie op CFTR gen
o Autosomaal recessief
o 2% van de obstructieve azoospermie
o Beide ouders drager CFTR mutatie: 25-50% kans kind CF
* Epididymale obstructive (infectie, congenitaal)
* Iatrogeen: lies of scrotale chirurgie

21
Q

seksuele disfunctie

A
  • 5% van infertiele paren
  • Erectieklachten
  • Ejaculatieklachten: anorgasmia, aspermia
  • Neurologisch: MS, DM
  • Postoperatief
  • Antidepressive
22
Q

Wanneer doe je genetisch onderzoek?

A

Alleen bij mensen met azoospermie. In 10% van de gevallen een extra X (Klinefeltersyndroom), hebben allemaal kleinere ballen. Bij 15% ook een Y deletie, beïnvloedt de zaadcelaanmaak. Je kan de CFTR mutatie vinden die past bij CBAVD.

23
Q

Wat voor pathologie kan je hebben bij tr. genitalis?

A
  • Oligospermie
  • Azoospermie
  • Aspermie (droog orgasme, gaat de blaas in)
  • Hypogonadisme
  • Testiculaire kiemceltumor
24
Q

behandeling van infertiliteit man

A
  • Leefstijladviezen en voorlichting
  • Hormonale therapie
  • Varicocelectomie
  • Blaasspoeling of electroejaculatie
  • Chirurgische sperma extractie
  • Geassisteerde voortplanting met zaadcellen
25
Q

Wat heb je bij primair hypogonadisme

A

testis disfunctie

26
Q

Wat heb je bij secundair hypogonadisme?

A

LH en FSH verlaagd, testosteron verlaagd.

Therapie bij kinderwens pregnyl (LH) evt gecombineerd met puregon (FSH).

Therapie bij geen kinderwens: testosteron replacement therapie.

27
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van aspermie?

A
  • Anorganismie: psychogeen/neurogeen
  • Retrograde ejaculatie: neurogeen/iatrogeen
  • Anejaculatie
    o Psychogeen/neurogeen/iatrogeen
    o Bijv. dwarslaesie, bekken- of retroperitoneale chirurgie, prostaatchirurgie, MS, DM, medicatie
28
Q

oorzaken pretesticulaire azoospermie

A

hypothalamus-hypofyse falen, supressie van HHG as
* Kallmannsyndroom, hypofyse, anabole steroiden, verhoogd oestrogeen, adipeus weefsel
o Therapie: recombinant human chorionic gonadotropin plus recombinant FSH

29
Q

oorzaken testiculaire azoospermie

A

spermatogeen falen
* Testiculaire dysgenesie, cryptorchidisme, Klinefeltersyndroom, Bof orchitis, radiotherapie, chemotherapie
o Therapie: testiculaire sperma extractie
 sperm retrieval rate 50-60%

30
Q

oorzaken post testiculair azoospermie

A

obstructie rete testis, epididymis, vas deferens, ductus ejaculatorius
* Vasectomie, iatrogeen, postinfectieus, congenital bilateraal angenesis vas deferens (CBAVD)
o Therapie: microchirurgische vasotomie vasoepididymostomie, percutane sperma aspiratie, microchirurgische epididymale sperma aspiratie of TESE (zaadcellen uit bal halen)
 sperm retrieval rate 100%

31
Q
A