Prenatale screening en diagnostiek Flashcards

1
Q

Wat maakt prenatale screening anders?

A

Het is een onderzoek van de zwangere vrouw, gericht op foetale afwijkingen. Het is dus eigenlijk geen secundaire preventie.

De meeste foetale aandoeningen zijn onbehandelbaar of behoeven prenataal geen behandeling, een groot deel is postnataal niet behandelbaar. Lichamelijke aandoeningen zijn postnataal wel behandelbaar of behoeven geen directe behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doel prenatale screening

A

Betrokkenen in staat stellen tot het maken van een voor hen zinvolle, weloverwogen keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doe je bij prenatale screening

A
  • selecteren van vrouwen bij wie mogelijk sprake is van een focale afwijking
  • er wordt geen diagnose gesteld bij een afwijkend screeningsonderzoek, maar het geeft een vermoedden
  • verwijzen naar een diagnostisch centrum

Iedere zwangere in NL mag er gebruik van maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is prenatale screening niet het meest geschikte onderzoek?

A
  • wanneer er een indicatie is voor prenatale diagnostiek (eerder kind met afwijking, eerder kind met genetische aandoening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Prenatale diagnostiek

A

Diagnostiek naar aandoeningen van het nog ongeboren kind, oftewel fenotypering (en/of genotypering) van de foetus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom doen we prenatale diagnostiek?

A

Vaststelling obsterisch beleid
1. Plaats bevalling
2. Tijdstip van partus
3. Wijze van bevallen

Er is vaak selectie obv anamnese en verwijzing naar aanleiding van anamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat vraag je in intakegesprek

A

familieanamnese
* aangeboren afwijkingen
* mentale retardatie
* miskramen

Bij + diagnostiek of counseling, bij - informatie geven over de screening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat moet je doen voordat je screeningsonderzoeken mag plannen?

A

Counselinggesprek met uitleg van testen en counseling van de zwangere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 screeningsonderzoeken

A
  • 13 weken echo: evaluatie onderzoek
  • 20 weken echo: bevolkingsonderzoek
  • NIPT: bevolkingsonderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

NIPT

A

NIPT is een test van het moederlijk bloed, wordt gekeken naar chromosomen in dit bloed. Het DNA van de placenta zit hier ook in en lijkt een beetje op dat van een kind. Het geeft de kans aan op foetale chromosoomafwijkingen. NIPT test geen DNA van het ongeboren kind! Het zegt iets over chromosomen in de placenta.

Het kan ook maternale afwijkingen oppikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor is NIPT een kansbepalende test?

A
  • Down, trisomie 21
  • Edwardsyndroom, trisomie 18
  • Patausyndroom, trisomie 13
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat test NIPT niet?

A
  • te kleine deleties of duplicaties
  • DNA mutaties (CF, Huntington)
  • geslachtschromosomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom geeft NIPT geen 100% zekerheid?

A

Chromosomen in de cellen van de placenta kunnen anders zijn dan die in de cellen van de foetus.
* gegeneraliseerd mozaiek
* confined placental mozaicism (CPM)
* confined fetal mozaicism (CFM)

Het grootste deel van de foetale chromosoomafwijkingen vind je niet met NIPT.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom kan de NIPT maternale maligniteiten opsporen?

A

Meerdere deleties/duplicaties van verschillende chromosomen tegelijk kunnen gevonden worden –> vaak afkomstig van maternale tumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Invasieve ingrepen prenatale diagnostiek

A
  • transcervicale vlokkentest
  • transabdominale vlokkentest
  • aminocentese
  • cordocentese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1e trimester screenings echo onderzoek (13 weken)

A
  • kan alleen grote/grove structurele afwijkingen detecteren
  • vast omschreven lijst orgaansystemen die nagekeken moeten worden
  • in studieverband
17
Q

2e trimester screening echo onderzoek (20 wkn)

A
  • ingevoerd zonder pilot evaluatie
  • vast omschreven lijst orgaansystemen die nagekeken moeten worden
  • anatomie beter en gedetailleerder te visualiseren
  • foetus is in verder ontwikkelingsstadium
18
Q

Beperkingen echodiagnostiek

A
  • afwijking is te klein om te zien
  • afwijking is niet aanwezig: kan later ontwikkelen
  • beeldvorming is beperkt (littekens, obesitas)

Je kan ook nog een foetale MRI doen

19
Q

invasieve prenatale diagnostiek

A
  • vruchtwaterpunctie
  • vlokkentest
  • navelstreng punctie
20
Q

GUO (echo) diagnostiek

A
  • a priori verhoogde kans op foetale structurele afwijkingen
  • afwijking vermoed door eerdere echo
21
Q

GUO 1

A

Doe je bij een a priori verhoogde kans op structurele afwijking

22
Q

GUO 2

A

Doe je bij verdenking afwijking bij een ander echo-onderzoek

23
Q

Verschil diagnostische en screenende prenatale echo-onderzoeken?

A
  • geen diagnostiek
  • vast protocol
    Indien anatomie anders dan ‘normaal’, verwijzing voor geavanceerd ultrageluidsonderzoek in een centrum voor prenatale diagnostiek
24
Q

Beleid na afwijkende GUO2

A
  • geruststelling
  • geen wijziging
  • wijziging beleid partus
  • abstinerend beleid
  • intrauteriene therapie
25
Q
A