Vruchtbaarheid bij man en vrouw Flashcards

1
Q

Wat is vruchtbaarheid (fertiliteit)?

A

Vruchtbaarheid of fertiliteit is het vermogen van een organisme (zoals mensen, dieren of planten) om zich geslachtelijk voort te planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is subfertiliteit?

A

Subfertiliteit is verminderde vruchtbaarheid, waarbij er sprake is van een verminderde kans op zwangerschap.

Dit kan veroorzaakt worden door factoren bij beide partners of door een combinatie daarvan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen subfertiliteit en infertiliteit?

A

Subfertiliteit betekent verminderde vruchtbaarheid, terwijl infertiliteit een absoluut onvermogen tot voortplanting is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oorzaak infertiliteit

A

Infertiliteit kan veroorzaakt worden door aandoeningen zoals azoospermie (geen zaadcellen), anovulatie (geen eisprong) of een afgesloten eileider.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fecundity

A

het vermogen om levend nageslacht te krijgen en hangt samen met duur fertiele fase en aantal beschikbare gameten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke factoren hebben invloed op de vruchtbaarheid?

A

Lichaamsgewicht: overgewicht (BMI >30), je kans zakt naar beneden, ongeveer 4% per BMI punt.

Roken, alcohol, BMI en dieet > additief negatief effect op de kans op zwangerschap (time-to pregnancy). Hoe meer factoren je in je leefstijl slecht heeft, hoe lager de kans wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe gaat de besturing van de cyclus?

A

Gaat endocrien, er worden signalen vanaf de hypothalamus gegeven, dit geeft GnRH. Dit zet de hypofyse aan tot afgifte van LH en FSH. LH en FSH zetten de follikels in de ovaria aan tot groei > de follikel maakt oestrogenen en progesteron en ook inhibines en activines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Menstruele cyclus

A
  1. Er is eerst FSH, dit zorgt voor follikel ontwikkeling en de productie van oestradiol (E2). Vervolgens daalt door de negatieve feedback FSH
  2. Er is selectie van de dominante follikel > maturatie follikel > hoge productie van E2 en positieve feedback waardoor LH piek.
  3. Bij de LH piek is er ovulatie en het corpus luteum > LH gestimuleerde progesteron komt vrij > endometrium differentiatie en optimaliseren voor innesteling
  4. Er is dan negatieve feedback door progesteron > dalende LH en corpus luteum gaat ten gronde waardoor progesteron ook daalt.
  5. De negatieve feedback valt weg + afbraak van endometrium > stijgende FSH + menstruatie + recruitment van follikel
  6. Nieuwe cyclus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly