Hormoon substitutie therapie Flashcards

1
Q

menopauze

A

laatste menstruatie, is pas vast te stellen na één jaar geen menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

normale leeftijd menopauze

A

46-56 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

FSH levels menopauze

A

FSH stijgt in de late reproductieve fase, dan in de perimenopauze blijft het stijgen. In de postmenopauze blijft het hoog maar wel stabiel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verloop oestrogenen

A

Productie is regelmatig in reproductieve fase, vanaf je 40e wordt het al minder regelmatig totdat het uitdooft en je in de postmenopauze zit. Klachten kunnen beginnen bij eerste afwijkingen van oestrogeenconcentratie, met name als het boven of onder de minimale/maximale waarde zit dan je gewend was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bekendste overgangsverschijnselen

A
  • menstruatie: onregelmatig, meer bloedverlies, langer bloedverlies
  • opvliegers
  • nachtelijk zweten
  • hartkloppingen
  • moodswings
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke klachten komen het vaakst voor in de overgang?

A
  • opvliegers
  • slapeloosheid
  • stemmingsverandering
  • geïrriteerdheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fysiologie van de opvlieger

A

Er is een thermoregulatoire dysfunctie op het niveau van de hypothalamus. De thermoneutrale zone is smaller bij vrouwen met opvliegers. Overvloedige warmte wordt sneller weggewerkt (bij kleinere schommelingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het effect van oestrogenen?

A

Dalen van oestrogeen geeft een toename van cerebraal noradrenaline waardoor thermoregulatoire zone versmalt.

Oestrogenen herstellen de thermoneutrale zone waardoor de opvliegers verdwijnen. Je kan de zone verbreden door serotonine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar zorgt dalen oestrogeen voor?

A
  1. Perifere vasodilatatie
  2. Transpiratie: dalen kerntemperatuur
  3. Bibberen als kernwaarde onder normaalwaarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Minder bekende overgangsklachten door oestrogeendaling

A
  • afname bloedcirculatie in genitaal gebied
  • afname elastine en collagenen
  • vagina epitheel, omliggend bindweefsel, urethra en blaas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Minder bekende klachten overig

A
  • urogenitaal: droogte, pijn vrijen, libido verlaagd, jeuk, afscheiding veranderd, dysurie, pollakisurie, UWI, incontinentie
  • uiterlijk: gewichtstoename, huid droger, beharing, droge ogen
  • spier en gewrichtspijnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lange termijn veranderingen

A
  • Hoger risico hart en vaatziekten
  • toename osteoporose
  • toename borstkanker

Niet duidelijk in hoeverre alleen het missen van oestrogenen leidt tot toename van hart- en vaatziekten. Het leidt wel tot een toename tot atherosclerose. Oestrogenen stimuleert de botaanmaak, als je dit niet meer effectief hebt en de botafbraak hetzelfde blijft dan zal het botweefsel dus afnemen. Het neemt sowieso af bij mannen en vrouwen, maar gaat bij vrouwen sneller in de overgang. Het risico op borstkanker neemt in de loop van het leven toe, komt ook door “gewoon” ouder worden. Vrouwen die vaker zwanger zijn geweest en vrouwen die vroeg in de overgang komen hebben een lager risico op borstkanker. Als je hormoonsubstitutie neemt, neemt dit risico weer to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hormoon therapie

A
  • meest effectieve behandeling overgangsklachten
  • oestrogeen substitutie + progestageen voor endometrium

Wel verhoogd risico op mammaca, cardiovasculaire problemen, osteoporose en trombose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voordelen HST

A
  • overgangsklachten verdwijnen
  • goed voor botten, blaas en vagina, huid/haar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

nadelen HST

A
  • soms weer ongesteld
  • hormonen slikken
  • gespannen borsten
  • misselijkheid
  • vocht vasthouden
  • hoger risico mammaca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

indicatie HST

A
  • indien menopauze <46 jaar
  • ernstige overgangsklachten
  • versterkte botontkalking onder 50 jr
17
Q

contra-indicatie HST

A
  • borstkanker
  • baarmoederslijmvlieskanker
  • trombose en/of longembolie
  • migraine (relatief)
18
Q

Welke hormonen geef je?

A
  • geen baarmoeder: alleen oestrogenen
  • wel baarmoeder: combinatie oestrogenen + progesteron (cyclisch of sequentieel)
19
Q

Verschil cyclisch en sequentieel

A

Als je wel en baarmoeder hebt: helft van de maand progestagenen (normale cyclus nabootsen) = cyclisch en je krijgt elke maand een onttrekkingsbloeding. Wat langer na de overgang kan het sequentieel gebruikt worden (hele maand alleen progesteron), ongeveer 80-85% heeft dan geen bloedverlies meer. Nadeel van sequentiele is dat je ook onregelmatig bloedverlies kan krijgen.

20
Q

Welke vorm hormonen kan je geven?

A
  • oestrogenen: oestradiol
  • progesteron: natuurlijk 200 mg 12-14 dagen, dydrogesteron 10-20 mg/dag 12-14 dagen, Mirena. Liever NIET medroxyprogesteron
  • lokaal oestrogenen
21
Q

Schema hormonen

A
  • als lokale klachten dan vaginaal estriol 500 mg

Step up:
* zo laag mogelijke dosering oestrogenen (E2)
* verhoog als klachten blijven
* cyclisch heeft als voordeel dat bekend is wanneer bloedingen
* indien al langer post menopauzaal of na operatie continu preparaat

22
Q

Hoe kan je hormonen toedienen?

A
  • transcutaan
  • oraal
  • vaginaal: creme, ovules, tablet
23
Q

Hoelang geef je HST?

A
  • indien jong, HST tot 50 jaar geen bezwaar
  • na 50e jaar elk jaar opnieuw herevalueren
  • alleen doorgaan met HST bij ernstige overgangsklachten
24
Q

alternatieven voor HST

A

serotonine. Alleen voorschrijven bij ernstige klachten of contra-indicatie clonidine. De rest vooral leefstijlgericht.

25
Q
A