PD. Sjogren Flashcards

1
Q

Pathogenese

A

Er worden SSA en SSB antistoffen in het bloed gevonden, komt door stimulatie door cytokines ???

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Epidemiologie

A

Komt vaker voor bij vrouwen dan mannen. Er zit gemiddeld 9 jaar tussen eerste klachten en diagnose. Het is niet erfelijk, maar erfelijke factoren spelen wel een rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Prognose

A

Over het algemeen kan een vroege diagnose en een effectieve behandeling de prognose van Sjögren verbeteren en complicaties helpen voorkomen of beperken. Regelmatige monitoring en follow-up met een zorgverlener kunnen ook belangrijk zijn om de gezondheidstoestand te beheren en eventuele veranderingen in de loop van de tijd op te merken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klinische verschijnselen

A

Voor diagnose moet je droogteklachten hebben van ogen en mond.

  • Bij >50%
    o Gewrichtspijn of -ontsteking (vluchtig, symmetrisch, niet erosief)
    o Spierpijn, moeheid, grieperig gevoel
    o Droge huid, neus, vagina
  • Bij 25-50%
    o Polyneuropathie (uitval van de zenuwen)
    o Leukopenie
    o Fenomeen van Raynaud
    o Vasculitis
  • Bij 5-25%
    o Non-Hodgkin lymfoom
    o Antifosfolipiden syndroom
    o Schildklierziekte
    o Carpaal tunnel syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Behandeling

A
  • Substitutie vocht (kunsttranen, kunstspeeksel)
  • Stimulatie exocriene klieren met M3R agonisten (pilocarpine)
  • Behandeling complicaties (o.a. orale candidiasis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat kun je nog meer hebben?

A
  • Longbetrokkenheid (interstitiele longziekten)
  • Nierbetrokkenheid (distale renale tubulaire acidose)
  • Associatie met leverziekte
  • Bloedbeeldafwijkingen
  • Infecties (met name schimmelinfecties, IgA)
    o Met Candida en evt. bacteriën (bruine haartong) en erythemateuze candidiasis met brandende tong en gehemelte, kapotte mondhoek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Opbouw traanfilm

A
  • Lipiden, bron: klieren van Meiboom. Deze zorgen voor verdamping van traansvocht, glad lens oppervlak omlaag.
    o Test: break-up time (BUT)
  • Waterlaag (water, lysozyme, lactoferrine, IgA, IgG), bron is traanklieren. Zorgen voor voeding, bescherming van cornea/conjunctiva.
    o Test: Schirmer test
  • Mucus, bron bekercellen in cornea en conjunctiva. Zorgt voor hechting traanfilm aan cornea/conjunctiva cellen.
    o Test: bengaals rood kleuring
  • Cornea/conjunctiva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cracker sign

A

Het moeten drinken bij eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Algemene verschijnselen

A
  • Vermoeidheid
  • Gewrichts- en spierpijn
  • Grieperig gevoel
    > Verminderde kwaliteit van leven, nog minder dan bij RA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is kenmerkend voor Sjogren?

A

sicca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van een maligne lymfoom bij Sjogren?

A

1 op de 12 patiënten krijgt een MALT lymfoom. Risicofactoren hiervoor:
- Leukocytoclastische vasculitis
- Complement verbruik
- Cryoglobulines
- Hoog IgG
Mensen die kans hebben op een MALT lymfoom hadden vasculitis, heel hoog IgG en ook als je complementgebruik hebt. Dit past bij een heel actieve ontstekingsreactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat hebben veel patiënten ook?

A

Andere auto-immuunziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

systemische behandeling

A
  • vastleggen ziekteactiviteit
  • hydroxychloroquine
  • corticosteroiden
  • corticosteroid sparende middelen
  • nieuwere middelen gericht op specifiek remmen van B-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly