IC - emerging infections in the global village Flashcards
1
Q
Emerging management
A
- Awareness: aantal patiënten uit Suriname, bijv met koorts en je kunt geen diagnose stellen, bellen voor mogelijke oorzaak met GGD en verbanden etc.
- Action
- Preparedness
- Prevention/treatment
2
Q
Wat heeft invloed verspreiding?
A
We zijn met veel mensen op de wereld, we reizen veel (zowel mens als dier), klimaat speelt een rol. Als de temperatuur stijgt heeft dat enorme invloed op je omgeving.
3
Q
Transmissieroutes
A
- Foodborne: norovirus
- Waterborne: cholera
- Mosquito borne: dengue, YF, JEV, WNV, malaria
- Rodent borne: hanta virus, leptospirosis
- Blood borne: hepatitis B en C, hiv, ebola
- Air borne: influenza, mers-co
- SOA: hiv, hepatitis
Belangrijke: muizen, ratten, muggen
4
Q
arbovirussen, encefalitis
A
o Tick borne encefalitis
o Fruh summer encefalitis
o St. Louis encefalitis
o Japanse encefalitis
o Zika
o West nile
5
Q
arbovirussen, viral hemorrhagic fever
A
o Dengue
o Yellow fever
o Crimeon congo hemorrhagic fever
6
Q
pathogenese gele koorts
A
leverfalen en uitgebreide multi-orgaan falen
7
Q
Wat past bij gele koorts?
A
Leverproblemen passen bij gele koorts en bloedingen doordat lever geen stollingsfactoren meer produceert.
8
Q
Factoren pandemie
A
- Verschillende virussen
- Verschillende omgevingen
- Verschillende populaties
- Verschillende gezondheidssystemen
- Verschillende gezondheidseconomie
9
Q
A