Beroeps- en voedselallergie Flashcards

1
Q

klachten beroepsallergie

A
  • Huid: eczeem, angio-oedeem, urticaria
  • Rhinitis: loopneus, verstopte neus, niezen
  • Conjunctivitis: rode ogen, waterige ogen, jeukende ogen
  • Astma: piepen, benauwdheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken beroepsallergie

A
  • Klachten tijdens werk
  • Klachten verergeren richting eind van de werkweek (priming effect)
  • Klachten verminderen tijdens weekend
  • Klachten verdwijnen grotendeels tijdens de vakantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

werk gerelateerd astma

A
  • Voor Nederland 850 elk jaar
  • Hogere leeftijd geassocieerd met ongunstige prognose
  • Langere duur van blootstelling is gerelateerd aan ongunstig beloop
  • HMW (hoog moleculaire) zijn gerelateerd aan persisterende bronchiale hyperreactiviteit
  • Bij astma geen verbetering in weekend (bronchiale hyperreactiviteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicofactoren beroepsallergie

A
  • Hoge en continue expositie aan allergeen
  • Atopie
  • Roken
  • Sensibilisatie (IgE) voor het allergeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het priming effect?

A

neus en longslijmvlies wordt gevoeliger voor dezelfde hoeveelheid allergeen. Kan een aantal jaar duren, gaat soms erg traag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaken beroepsallergenen

A
  1. Allergische reactie voor beroepsallergenen
  2. Hyperreactiviteit van de luchtwegen
  3. Direct toxische effecten van irritantia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Allergische reactie beroepsallergenen

A

vooral inhalatie allergenen, 250 soorten
- biologisch: hoogmoleculair; eiwitten en enzymen
- niet biologisch: laagmoleculair; chemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

anamnese beroepsallergie

A
  • beroep
  • aantal jaren in baan
  • symptomen
  • verbetering weekend/vakantie
  • toename tijdens werkweek en relatie tot begin baan
  • arbeidsverleden
  • arbeidsomstandigheden en expositie op werk
  • verdachte allergenen
  • veranderingen van functie
  • verminderde productiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Is rhinitis belangrijk in relatie tot astma?

A

Mogelijk voorloper van astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Healthy worker effect

A

Er wordt gekeken hoeveel medewerkers er ziek zijn, maar veel zijn dan al weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hyperreactiviteit van luchtwegen

A

Toegenomen gevoeligheid voor aspecifieke stimuli: rook, parfums. Ook meer last van beroepsmatige stimuli: chloor, sprays, schoonmaakmiddelen.

Verschil met allergie: deze stimuli zullen geen inflammatie en sensibilisatie induceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Direct toxische effecten van irritantia

A

Langdurige expositie aan: vb. oplosmiddelen, formaldehyde, stryenen
- Klachten: cilia verlies, hyperplasie, metaplasie, atrofische rhinitis

RADS: reactive airway dysfunction syndrome: persisterend astma en hyperreactiviteit door eenmalig forse expositie aan een irritants (chloordamp, brandrook).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kruisreactiviteit

A
  • IgE antistoffen gericht primair tegen inhalatie-allergenen, die ten gevolge van botanische verwantschap, secundair reageren met voedselallergenen
  • (kan ook plaatsvinden tussen voedselallergenen onderling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

inhalatie - voeding associatie

A
  • Boompollen: wat aan de boom hangt
    o Hazelnoot, walnoot
    o Appel, perzik
    o Kiwi, druif, kers
  • Huisstofmijt
    o (spinnen, geleedpotigen), spiereiwit tropomyosine
    o Garnalen
    o Slakken
    o Krab
  • Graspollen
    o Tomaat
    o Tarwe
    o Pinda
    o Aardappel
    o Meloen
    o Peulvruchten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

PR-10

A

thermolabiel, klinisch relevant, milde symptomen
o Pollen, groente, fruit CR allergie syndroom
o OAS, voorbeeld: appel. Tijdens het koken verlies van eiwitten en dan kan je appel gewoon eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

LTP

A

thermo stabiel, zuid-Europa; ernstige klachten
o Voorbeeld: rijst, groente, granen, perzik, hazelnoot

17
Q

Toenemend risico voor allergische reactie

A
  1. Profilin
  2. PR-10
  3. LTP
  4. Storage proteins
18
Q

Welke allergie komt ook vaak voor bij allergie voor cashewnoten?

A

pistache en mango

19
Q

diagnose voedselallergie

A
  • Anamnese
  • Skin test
  • DBPCFC (provocatie) gouden standaard: moeizaam, zwaar en belastend voor patiënten. Duur en tijdrovend
20
Q
A