PD. Sarcoidose Flashcards

1
Q

Wat is kenmerkend in het bloed?

A

verhoogde sIL-2R waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kun je TBC achterhalen?

A

Met een quantiferontest, positief betekent blootstelling aan mycobacterie, niet perse dat het TBC is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Behandeling sarcoidose

A

anti TNFalfa remmers en lage dosering methotrexaat. Methothrexaat voorkomt dat er auto-antistoffen gevormd worden tegen adalimumab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke combi met sarcoidose wordt vaak gezien?

A

Diabetes mellitus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Biopt sarcoidose

A

niet-necrotiserende granulomateuze ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pathogenese

A

Is een granulomateuze ziekte met onbekende oorzaak. Het granuloom is bijna nooit necrotiserend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat een granuloom?

A

monocytaire cellen die op epitheliale cellen lijken met daaromheen een band met T-lymfocyten die groeifactoren produceren wat zorgt voor fibrosering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor zorgt het granuloom bij sarcoidose?

A

productie van ACE en IL-2R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is ACE verhoogd?

A

Bij granulomateuze ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan een granuloom doen?

A

1a hydroxylase tot expressie brengen > zorgt voor hypercalciemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het Blau syndroom?

A

fibrose met sterke associatie van genen;

is een granulomateuze inflammatie van de huid, ogen en gewrichten

er is een gain of function mutatie in CARD15/NOD2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Symptomen sarcoidose

A
  • Algemene vermoeidheid
  • gewichtsverlies
  • anorexie
  • koorts
  • droge hoest
  • kortademigheid
  • retrosternale pijn op de borst
  • orgaan specifieke symptomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke organen het meest aangedaan?

A

luchtwegen, lymfatische systeem en de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kenmerken syndroom Lofgren

A

vorm van sarcoidose die 20-50% van de acute sarcoidose omslaat, kenmerken:
- erythema nodosum
- atritis: vaak enkel
- bilaterale hilaire symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stadium 1 sarcoidose

A

alleen bilaterale hilaire lymfadenopathie, bij 60-80% remissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stadium 2 sarcoidose

A

BHL en ontsteking longparenchym, bij 50-60% remissie

17
Q

stadium 3 sarcoidose

A

alleen ontsteking in longparenchym, <30% remissie

18
Q

stadium 4 sarcoidose

A

een voorgaan stadium 2 of 3 is overgegaan in fibrosering

19
Q

BAL longen sarcoidose

A

veel T-lymfocyten, vooral CD4

20
Q

Welke vormen sarcoidose nog meer?

A
  • oculaire sarcoidose
  • lupus pernio
  • endocriene sarcoidose
21
Q

Diagnose

A

anamnese belangrijk, radiologische en histologische bevindingen

22
Q

therapie

A

niet altijd nodig, geïndiceerd bij orgaanschade in hart, oog en/of CZS of hypercalciemie
- corticosteroiden
- methotrexaat
- azathioprine
- anti TNF
- hydroxychloroquine

23
Q
A