(neo)adjuvante behandeling mammacarcinoom Flashcards

1
Q

Doel behandeling

A
  • Zorgen dat het niet gaat metastaseren in de toekomst  kans op genezing vergroten! Risk kleiner of gelijk aan benefit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Borstkanker entiteiten

A

Huidige siutatie: 4 subtypen afhankelijk van receptorstatus
- ER/PR receptor
- Her2 receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe prognose verbeteren?

A
  • vroege detectie
  • verbetering behandelingsmogelijkheden
  • voorkomen afstandsmetastasen (systemische, radiotherapie en chirurgie)
  • voorkomen lokaal recidief (lokale therapie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

prognostische factoren

A

voorspellen de kans op het ontwikkelen van metastasen middels histologische graderingen, grootte van de tumor, aangedane lymfeklieren, ER status en leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

predictieve factoren

A

voorspellen de kans op een respons op de therapie (bijv. het aanslaan van de behandeling op basis van aanwezigheid van ER- en HER2 receptoren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bepaalt de behandeling

A

Samenspel prognostische en predictieve factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Als therapie in een groep wel helpt en de ander niet

A

predictief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Als therapie bij beide groepen werkt

A

prognostisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer wordt behandeling aan iedereen gegeven?

A

Wereldwijd is bepaald dat als >3% baat heeft bij een behandeling, dat het aan iedereen wordt gegeven. Een overbehandeling tot 97% wordt dus geaccepteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom kies je niet voor 0,5-1% overlevingswinst, je wil toch iedereen genezen?

A

Het evenwicht slaat dan door naar meer kans op ongunstige effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe overbehandeling verminderen?

A
  • zoeken naar nieuwe predictieve factoren
  • optimaliseren prognostische factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

genexpressie profielen tumor

A
  • Unieke genexpressie profiel per tumor
  • Geeft informatie over tumoreigenschappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doel van mammaprint

A

om op basis van deze extra prognostische factor (genexpressie) overbehandeling te beperken. Mbv moleculaire karakteristieken kan een groep mensen worden geïdentificeerd die geen systemische behandeling nodig heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tumorprofiel

A

eigen DNA, mRNA en eiwitprofiel > informatie over therapiegevoeligheid en agressiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 stappen voordat genexpressieprofielen toepasbaar zijn

A
  1. Profiel maken obv trainingsset
  2. Profiel valideren in andere patiënten
  3. Multicenter (retrospectieve) studie(s)
  4. Prospectieve gerandomiseerde klinische studies > bewijs van klinische bruikbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

prospectieve studie

A

Het genexpressieprofiel wordt vergeleken met het predictiemodel dat er al is

17
Q

Welke testen prospectief gevalideerd?

A

mammaprint en oncotype Dx

18
Q

Wanneer wordt mammaprint toegevoegd?

A

ten opzichte van andere prognostische factoren

19
Q

Oncotype Dx

A

Oncotype Dx: laag, intermediate en high risk. Alleen hoog risico baat bij chemotherapie, predictieve factor.

20
Q

Wanneer mammaprint toegepast?

A

Momenteel wordt mammaprint alleen bij >50 in de overgang ingezet. Wordt past toegepast als er twijfel is met klinisch predictiemodel.

21
Q

Waar is mammaprint op gebaseerd?

A

leeftijd, comorbiditeit, ER-receptorstatus, gradering, grootte en lymfeklierstatus

22
Q
A