Longkanker: molculaire diagnostiek en therapeutische consequenties Flashcards
Longkanker
maligne proliferatie van epitheliale cellen. De cellen die hieraan ten grondslag liggen zijn afkomstig van bronchus-, broncholiar of alveolair epitheel
niet kleincellig longcarcinoom
- plaveiselcarcinoom
- adenocarcinoom
- grootcellig carcinoom
kleincellig longcarcinoom
compleet kleincellig of een combi van kleincellig met grootcellig
plaveiselcarcinoom
40-50% van de niet kleincellige tumoren
- centraal gelegen
- meestal groot >4 cm
- vaker bij mannen
- sterke relatie met roken: meer mutaties bij rokers
histologie plaveiselcarcinoom
- vaak necrotisch
- verhoorning
- desmosomen
- geen buisvorming en slijmvorming
precursorafwijkingen plaveiselcarcinoom
Squameuze metaplasie > dysplasie > hooggradige dysplasie
dysplasie
cellen gaan onregelmatig liggen
squameuze metaplasie
trilhaardragend epitheel wordt squameus
hooggradige dysplasie
cellen gaan ophopen met veel grote donkere kernen, carcinoma in situ
adenocarcinoom
40% niet-kleincellige carcinomen, stijgende incidentie.
ontstaan adenocarcinoom
Vanuit alveolair epitheel
- perifeer gelegen
- vaker gezien bij vrouwen
- jongere leeftijd
- veel drivermutaties zoals EGFR en KRAS
histologie adenocarcinoom
- buisvorming
- intracytoplasmatisch slijm
- geen desmosomen en geen verhoorning
- IHC: TTF1 meestal positief
precursor afwijkingen adenocarcinoom
atypische adenomateuze hyperplasie > adenocarcinoma in situ > invasief adenocarcinoom
atypische adenomateuze hyperplasie
atypische cellen die nog wel over de normale alveolaire septa heen liggen, groeien nog niet destructief en niet invasief
grootcellig carcinoom
10% van niet kleincellig
- kan overal in long voorkomen
- sterk gerelateerd aan roken
- vaak enige plaveiselcellige of adenodifferentiatie detecteerbaar
histologie grootcellig longcarcinoom
- middelgrote tot grote kernen
- vergrofd chromatine
- nucleoli duidelijk zichtbaar
- scherpe celgrenzen
- geen buisvorming, geen slijmvorming, geen verhoorning en/of desmosomen
- subtype: grootcellig neuroendocrien longcarcinoom
kleincellig carcinoom
15-20% van primaire bronchus carcinomen
- centraal in de long
- gerelateerd aan roken en zeer agressoef
- meestal uitgezaaid op moment van diagnose
- gaat vaak gepaard met paraneoplastisch syndroom
histologie kleincellig c arcinoom
- op elkaar gedrukte, kleine-middelgrote kernen (monomorf)
- hele hoge kern/cytoplasma ratio
- kernen drukken tegen elkaar aan waardoor ze elkaar gaan vervormen
- egaal vergrofd chromatine
- geen of onopvallende nucleoli
- geen buisvorming, geen slijmvorming, geen verhoorning en geen desmosomen
TTF1
kleurt positief op longcarcinoom, maar kan ook positief zijn voor schildkliercarcinoom
Napsine A
positief voor longcarcinoom, negatief voor schildkliercarcinoom
mutaties adenocarcinoom
- EGFR continu actief
- mutatie in RAS
leidt tot toename proliferatie en toename remming van celdood
NSG
oncogene mutaties opsporen
werking tyrosine kinase inhibitor
blokkeert werking EGFR > remt groei van de tumor
bijwerking osimertinib
pneumonitis
tyrosine kinase inhibitors
osimertinib en erlotinib