Lymfomen 1 Flashcards

1
Q

Wat is een Hodgkin lymfoom?

A

De overgrote meerderheid van de lymfeklier wordt overgenomen door ontstekingsinfiltraat (verbindweefseling) met lymfocyten, plasmacellen en eosinofielen, meestal in combinatie met sclerose. Maar 5% van de cellen zijn kankercellen = Hodgkin/Reed-Sternbergcellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn Hodgkin/Reed-Sternbergcellen?

A
  • kwaadaardig
  • reuscellen met meerdere kernen en nucleoli
  • CD30+, CD15+, CD20-
  • monoklonale B-cellen met IgH herschikking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen Reed-sternbergcellen

A

organiseert zijn eigen micro-omgeving. Het scheidt cytokines en interleukines uit waardoor de reactie van het lichaam wordt gemodificeerd. De lymfocyten kunnen hierdoor niet goed hun werk doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

non-Hodgkin

A
  • grootste groep maligniteiten binnen hemato-oncologische aandoeningen
  • 60 verschillende klinisch pathologische entiteiten
  • B-NHL 85% en T-NHL 15%
  • is niet één ziektebeeld
  • oorsprong in hetzij B- hetzij T-cellen die in verschillende fase van differentiatie maligne kunnen ontaarden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lokalisatie non-Hodgkin

A

o Nodaal: in lymfeklier
o Extranodaal: in organen
o Leukemisch: in bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gedrag non-Hodgkin

A

o Indolent: chronisch, onbehandeld leidt tot sterfte
o Agressief: snel overlijden
o Zeer agressief: zeer acuut, spoediagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontwikkelen B-cellen?

A

Uit stamcellen > migreert naar secundair lymfatisch weefsel > daar is ontmoeting met een antigeen > kiemcentrum wordt gevormd > in kiemcentrum hypermutatie van Ig genen > affiniteit wordt groot > hoge affiniteit naar light zone > B-cellen verlaten lymfeklier als memory cel of plasmacel

cellen met weinig affiniteit gaan in apoptose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gemuteerde Ig genen

A

diffuus grootcellig B-cel lymfoom, folliculair lymfoom, Hodgkin lymfoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ongemuteerde Ig genen

A

mantelcellymfoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit ontstaan meeste lymfomen?

A

kiemcentrum (centroblast en centrocyt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

5 pijlers WHO classificatie lymfomen

A
  1. Morfologie: groot-/kleincellig
  2. Fenotype (immunologie): B, T, NK cel
  3. Genotype (moleculair): genherschikking IgH, TCR, translocaties, mutaties
  4. Fysiologische tegenhanger: ontwikkelingsstadium B/Tcel, voorloper/matuur
  5. klinische kenmerken: presentatie, beloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

primair mediastinaal B-cel lymfoom

A

alleen in mediastinum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Primair CZS lymfoom

A

alleen in hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cutane T-cel lymfoom

A

alleen in de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

relatieve incidentie NHL subtypes

A
  • 32% agressief
  • 22% indolent
  • 2% zeer agressief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

morfologie folliculair lymfoom

A

kleine cellen, nodulair patroon van follikels

17
Q

immunohistochemie folliculair lymfoom

A

CD19+, CD20+, CD10+, BCL-2+, Tcel markers negatief

18
Q

genotype folliculair lymfoom

A

t(14;18)

19
Q

Stagering folliculair lymfoom

A

CT-scan, PET scan en beenmergonderzoek

20
Q

Wat is een folliculair lymfoom?

A

indolent lymfoom; vrijwel nooit pijn en klachten; vaak in de hals

21
Q

B-symptomen

A

koorts, nachtzweten, gewichtsverlies

22
Q

Therapie en prognose folliculair lymfoom

A
  • > 65 jaar
  • groeit heel langzaam, vaak bij klachten al ver
  • geen kans op curatie
  • alleen behandelen bij klachten met anti CD20 therapie (rituximab) en chemo
  • chronische ziekte, levensverwachting 15-20 jaar
23
Q

morfologie Burkitt lymfoom

A

diffuse infiltratie grote cellen

24
Q

immunohistochemie Burkitt

A

positief voor B-cel markers SIgM+, CD19+, CD20+, CD22+, CD10+, CD79a+, BCL-6+

negatief voor CD5, CD23, TdT en T-cel markers

25
Q

genotype Burkitt

A

t(14;18), cMYC positief

26
Q

stageringsonderzoek Burkitt

A

CT, beenmergonderzoek en liquoronderzoek

27
Q

Wat is Burkitt lymfoom?

A

Beslaat 2% van de NHL. Het is typische een ziekte van jongvolwassenen.
* USA + Europa
* Zeldzaam 2% van de NHL
* Oudere kinderen en jongvolwassenen
o Abdomen: distale ileum, coecum, mesenterium
o Extranodaal: ovaria, nieren, mammae, CZS, vaak bulky, LDH en urinezuur omhoog
* Verdubbelingstijd vaak <24 uur
* Zeer snelle groei, zeer agressief

28
Q

Behandeling Burkitt

A

Chemotherapie, moet direct beginnen en patient wordt enkele maanden opgenomen. Volgende kuur meteen als toxiciteit 1e kuur weg is. Genezingskans 80% herstel

29
Q

Welke intensieve chemo Burkitt?

A

acute leukemieschema of continue chemotherapie

30
Q
A