Lymfomen 2 Flashcards
morfologie double hit lymfoom (DLBCL)
grootcellig, diffuus
immunofenotype double hit
B-cel markers positief, T-cel markers negatief
moleculair double hit
C-MYC en BCL2 rearrangements
kliniek double hit
snelgroeiend
klinische presentatie DLBCL
- Acuut, pijnloze lymfeklierzwelling
- Kan overal in lichaam voorkomen
- Agressief NHL: snelle groie
- Klachten door lokalisatie
- Algemene klachten (B-symptomen)
NHL
- gemiddeld 67 jaar
- 85% B-NHL, 15% T-NHL
diagnose DLBCL
- Altijd histologie vereist
- Diffuus grootcellig B-cel lymfoom: geen specifieke marker
- Immunofenotype: CD20+, CD10+, CD23-. Monoklonale lichte keten restrictie (kappa). Kappa/labda worden gebruikt om klonaliteit vast te stellen. CD eiwitten zitten ook op normael cellen. Normaal ongeveer evenveel kappa als labda cellen. Klonaliteit op basis kappa/labda restrictie.
stageringsonderzoek DLBCL
- Ananmese en LO
- FSG-PET scan icm CT scan hals, borst, buikholte, bekken tm liezen met contrast
o Als je focale oplichting ziet, is dat beter bewijzend voor aanwezigheid van ziekte dan beenmerg. Omdat je bij beenmerg kan misprikken. - Beenmergonderzoek (aspiraat en biopt) als PET scan negatief is voor beenmerglokalisatie en het therapie gevolgen heeft
- Op indicatie: verder onderzoek
Hoe verspreidt non-Hodgkin?
meestal via de bloedbaan
Hoe verspreidt Hodgkin?
lymfogeen
stadium 1 Hodgkin
aandoening van slechts één lymfeklierstation of één extralymfatisch orgaan.
stadium 2 Hodgkin
aandoening van 2 of meer lymfeklierstations aan dezelfde zijde van middenrif of twee of meer lymfeklierstations en een begrensde aandpening van extralymfatisch orgaan of gebied aan zelfde zijde middenrif.
stadium 3 Hodgkin
aandoening lymfeklierstations aan beide zijde van middenrif, eventueel verzegeld door een begrensde aandoening van een extralymfatisch orgaan of aandoening van de milt of beide.
stadium 4 Hodgkin
gedissemineerde aandoening van één of meerdere extralymfatische organen of gebieden met of zonder aandoening van lymfeklierstations.
Behandeling DLBCL
CHOP kuren
Wat is een CHOP kuur?
3 medicijnen: cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine via een infuus op eerste dag en een tablet prednison op meerdere dagen
sinds 2000 rituximab toegevoegd
Processen door binding rituximab
- Complement gemedieerde cytolysis (CDC)
- Antistofafhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC)
- Inductie directe celdood (apoptose)
- Antistofafhanekleijke fagocytose door macrofagen (ADP)
- Synergetisch effect cytostatica (effect met chemo)
prognose DLBCL
beoordeeld met IPI score
IPI score
slechtere prognose bij:
* Leeftijd > 60
* LDH > 1x normaal
* Performance status boven of gelijk aan 2
* Stadium ¾
* >1 extranodale laesie
Therapie DCBCL I-II zonder risicofactoren en bulky ziekte (10%)
3 kuren rituximab met CHOP en lokale radiotherapie. Curatie is mogelijk bij 95%.
- Als alternatief kan er ook 4x CHOP gegeven worden en 2 keer retuximab als radiotherapie niet gewenst is vanwege lokalisatie lymfoom.
Therapie DCBCL stadium I-II met risicofactoren en/of bulkyziekte (15%)
4 kuren CHOP met lokale radiotherapie. Curatie is mogelijk bij 90% van patienten. Als alternatief kunnen 6 kuren CHOP gegeven worden.
Therapie DCBCL stadium III-IV (75%)
6 kuren CHOP, icm 2 kuren rituximab. Curatie is bij 50-65% mogelijk. Als patient niet fit genoeg is kan gekozen worden voor mini CHOP of R-CEOP (etoposide ipv doxorubicine).
Wanneer is doxorubicine gecontra-indiceerd?
bij cardiale problematiek.
Complicaties CHOP
- infusiereactie
- haaruitval
- PNP
- mucositis
- anemie
- neutropenie en infectie
- cardiomyopathie
2e lijns behandeling DLBCL
- Er wordt re-inductie chemotherapie gevolgd door autologie SCT gegeven
o R-DHAP/R-GDP/R-ICE
Identiek in effectiviteit
o 2 kuren gevolgd door CT
Indien PR of meer
o 3e kuur gevolgd door stamcelverzameling (G-CSF groeifactoren worden gegeven, waarna stamcellen gefiltreerd worden).
Stamceltransplantatie
- Myeloblatieve chemotherapie
o 6 dagen BEAM: BCNU (d1), etoposide, AraC (d2 tm 5) en melphalen (d^)
o 1 dag rust - Stamcelinfusie: een hele hoge dosis chemo wordt gegeven zonder het beenmerg te beschadigen aangezien je een groot deel van de stamcellen hebt verwijderd.
gevolgen autologe stamceltransplantatie
o 4 weken opname
o Langdurige aplasie met kans op infecties
o Mucositis
o Medicatie overgevoeligheid
o Morataliteit ongeveer 1%
Wat is CAR-T?
Als niet gereageerd wordt op 2e lijns therapie
- Engineerd T-cellen
- Werkt bij 40% goed en langdurig, bij 60% niet langdurig
Hoe wordt CAR-T therapie gemaakt?
Voor het maken van CAR-T celtherapie wordt een retrovirus gemaakt om stukjes DNA toe te voegen in het DNA van de T-cellen. Dit zijn de CAR-T cellen die nu lichaamseigen eiwit herkennen en de tumor kunnen aanvallen.
toxiciteit CAR-T cel therapie
- Insertional oncogenesis (kanker creëren)
- Neurologische toxiciteit: trillen, hoofdpijn tot zelfs coma
- Cytokine release syndroom: hoge koorts, bloeddrukdaling, misselijkheid. Soms IC opname nodig (1/3e van patienten).
o Mediaan treedt op dag 7, na 2 weken vaak weer weg. - Anafylaxie/allergie
- On target, off tumor toxiciteit: B-cellen worden aangepakt waardoor B-cel aplasie kan ontstaan. Dit kan makkelijk behandeld worden met B-cellen van een donor.