Chirurgie mammacarcinoom Flashcards
Borstsparende chirurgie
mammasparende therapie
Borst amputatie
ablatio, mastectomie
okselkliertoilet
okselklierdissectie
Schildwachtklier-/poortwachtersklierprocedure
sentinel node
gemodificeerd radicale mastectomie (GRM)
Borstampuatie + okselkliertoilet
borstsparend (MST)
- Ruim 70% kiest dit
- Wordt altijd gevolgd door bestraling om kans op recidief te verkleinen
- MST + adjuvante RT vs ablatio mammae: gelijke overall survival
Wanneer is MST niet mogelijk?
o Als grote tumor in kleine borst
o Als patient in verleden is bestraald
o Als in meerdere kwadranten in de borst tumor/DCIS aanwezig
Doel MST
- Radicale resectie
- Cosmetisch acceptabel resultaat
Wat als tumor niet palpabel is?
- Draad in tumor
- Radioactieve bron (I125) in tumor
Wanneer ablatio?
- Borstsparende behandeling niet mogelijk
- Borstsparende behandeling niet wenselijk
- Evt BRCA1/2 genmutatie
- Keuze patient
Optie: directe of uitgestelde reconstructie
T4 mammacarcinoom
- Niet starten met chirurgische behandeling: radicale resectie vaak niet haalbaar
- Eerst chemotherapie (neo-adjuvant)
- Doel: kleiner maken van tumor om radicale resectie mogelijk te maken
Stagering van de oksel
- Sentinel node procedure
- Okselklierdissectie
Sentinel node procedure
radioactief materiaal (30-40 MBq 99m Technetium in nanocolloid) en een patent blauwe vloeistof wordt in de tumor gespoten en verplaatst naar de schildwachtklier.
Doel sentinel node procedure
stadiering van de oksel bij klinisch (LO + beeldvorming) negatieve oksel (cN0)
Wanneer sentinel node procedure bij mammacarcinoom?
- Mammacarcinoom met klinisch negatieve oksel (cN0)
Wanneer okselklierdissectie
Van oudsher:
- Mammacarcinoom met bewezen metastase(n) oksel (cN+)
Huidig: steeds vaker radiotherapie ipv okselklierdissectie bij N+.
- Indien neo-adjuvante systemische therapie met downstaging kan OKT achterwege gelaten worden. stagering na neo-adjuvant: SN en I125 gemarkeerde klier.
Anatomie okselkliertoilet
Er wordt geopereerd totdat de volgende structuren worden bereikt: v. axillaris, m. latissimus dorsi, m. pectoralis major en m. subscapularis. Daartussen wordt al het weefsel met lymfeklieren weggehaald.
morbiditeit okselkliertoilet
- Seroom
- Lymfoedeem van de arm
- Sensibiliteitsstoornissen
- Krachtsverlies
- Bewegingsbeperking schouder
Keuze behandeling afhankelijk van
- TN stadium
- Gradering
- Wel/geen lymfangioinvasie
- Tumorreceptoren positief/negatief
o Oestrogeen
o Progesteron
o Her2Neu
Wanneer radiotherapie?
- Mamma: bij mammasparende chirurgie
- Thoraxwand: bij grote tumor met slechte kenmerken
- Locoregionaal; bij >3 lymfekliermetastasen
Systemische therapie
afhankelijk van tumorstadium/tumorkenmerken
- Chemotherapie
- Anti-hormonale therapie: bij hormoonreceptor +
- Immunotherapie: bij Her2Neu +
- NB: indien preoperatief al indicatie systemische therapie, dan kan dit ook voor de operatie gegeven worden (neoadjuvante systemische therapie); als indicatie staat in principe neo-adjuvant
opties mammareconstructie
- Oncolplastische chirurgie
- Protheses
- Autoloog weefsel (i.h.a rug) en prothese
- Uitsluitend autoloog weefsel (rug, buik, billen of benen)
aanvullende ingrepen mammareconstructie
- Tepelhofreconstructie
- Tepelhof tattoeage
- Symmetrische operatie contralateraal (borstverkleining/lift)
- Touch up gereconstrueerde borst
- Verfraaiing donorplaats vorm of litteken
primaire totale reconstructie
- Bij preventieve huid (tepel)sparende amputatei
- Bij (huidsparende) amputatie ivm borstkanker/DCIS
uitgestelde (secundaire) reconstructie
enige tijd na amputatie
tertiaire borstreconstructie
ndering van een (mislukte) reconstructie in een ander type reconstructie
Oncoplastische chirurgie
toepassing van plastisch chirurgische technieken bij borstsparende chirurgie (bijv. met borstverkleiningstechnieken)
Redenen oncoplastische chirurgie
Om borstsparende chirurgie praktisch mogelijk te maken, bij patienten die anders een mastectomie moeten ondergaan.
Om de kans op een slecht esthetisch resultaat te minimaliseren.
Indicaties oncoplastische chirurgie
- Asymmetrie
- Grote tumor in kleine borst
- Wens tot kleinere borst
- Patienten die niet in aanmerking komen voor latere plastische chirurgie
Contra-indicaties oncoplastische chirurgie
- T4 tumoren
- Hoge kans op irradicale resectie
- Multicentrisch mammacarcinoom
- Microcalcificaties door hele mamma
- Inflammatoir carcinoom
Typen oncoplastische chirurgie
- Volume displacement = zonder toevoeging van weefsel (wordt ook bij borstverkleining gebruikt)
- Volume replacement = met toevoeging van weefsel (doorgaans aangrenzend aan de borst, bijv. latissimus dorsi)
voordelen prothesereconstructie
relatief eenvoudig, korte OK-duur, geen extra littekens, geen desastreuze complicaties
nadelen prothese reconstructie
twee ingrepen nodig, minder natuurlijk, kans op kapselcontractuur, kans malpositie, niet na RT, vaak revisie nodig.
voordelen latissimus dorsi
gemiddelde moeilijkheidsgraad, goed doorbloed weefsel, introductie huid, natuurlijker, ook na RT mogelijk, geen desastreuze complicaties
nadelen latissimus dorsi
opoffering LD, draaien pt perop, extra litteken, seroom rug, vaak 2 ingrepen, kans op kapselcontractuur en prothesemalpositie
voordelen volledig autologe reconstructie (DIEP)
volledig lichaamseigen, introductie huid en volume, natuurlijk aspect, ook na RT mogelijk, één ingreep, buikwandcorrectie, kan tertiairn
nadelen volledig autologe reconstructie (DIEP)
technisch (relatief) complex, lange OK-duur, kans op grotere complicaties, verscheidene (relatieve) contra-indicaties, extra littekens
voordelen directe vs secundaire reconstructie
minder operaties nodig, cosmetisch resultaat fraaier (meer eigen huid), psycische voordelen (individueel bepaald)
nadelen directe vs secundaire reconstructie
patient moet snel beslissen, planning (chirurg en plastisch chirurg samen nodig), niet geschikt bij hoge kans op RT, meer kans op complicaties