Innate immuniteit 2 Flashcards
complement systeem
- Ontdekt in 19e eeuw als complementaire factor in serum
- Cascade van enzymen/functionele eiwitten
Er zijn verschillende effecten van complement activatie en verschillende routes tot activatie van C’.
functies van een effector
- vorming membrane attact complex
- complement als opsonine
- anafylatoxinen
vorming membrane attack complex
lekkage! C5 wordt gesplitst in C5a en b, C5b kan gebonden worden aan C6 die aan 7 etc. Hierdoor ontstaan gaatjes in het membraan.
complement als opsonine
C3b wordt afgesplitst en bindt aan bacterie en dat bindt weer aan complement receptor.
anafylatoxinen
C5a, C3a, (C4a). Hebben een snelle werking. Zorgen voor
o Degranulatie mestcellen, granulocyten, macrofagen uitstoor van vaso-actieve stoffen (o.a. histamine) uit mestcellen en basofielen.
o Contractie glad spierweefsel
o Endotheel: verhoogde vasculaire permeabiliteit
o Chemotaxie fagocyten: fagocyten worden aangetrokken door dit soort moleculen
o Activatie fagocyten: gaan zuurstofradicalen maken en cytokines uitscheiden. De expressie van FcR, C’R gaat omhoog.
klassieke route activatie complement systeem
C1q bindt aan antistoffen (6 nodig voor goede binding) factor C1R en CRS bindt en zorgt voor activering van complex en is daardoor in staat om C4 en C2 te splitsen in a en b die combineren samen waarbij C2a samen met C4b dan het C3 convertase is en kan C3 splitsen in a en b. Dit zijn covalente bindingen.
lectine route activatie complement systeem
mannose bindend lectine bindt aan carbohydraten die op het oppervlak zitten van bacteriën en zorgt voor splitsing C2 en 4 en vorming C3 convertase.
alternatieve route = amplificatie activatie complement systeem
door spontane splitsing van C3 in a en b. als dit gebeurt kan factor B aan C3b binden en er ontstaat C3bBb = alternatief C3 convertase, is in staat C3 te converteren en activeren.
o Effectieve manier voor activatie complement
remmers complement activatie
humoraal: C1 protease remmer remt C1, factor I en H remmen C3bBb
cellulair: Cd55, CD46, CR1 remmen C3b en CD59 remt C8 dus MAC
Paroxsysmale nachtelijke hemoglobulinurie
- Geen expressie van CD55 en CD59
- Complement gemedieerde lysis van erys
- HB in de urine
- Behandeling: C5 remmen dmv blokkerend antistof
Acute ontstekingsreactie: mediatoren
- Cellulaire effecten
o Endotheel activatie
o Parencym
o Leukocyt activatie
Hierdoor worden zuurstofradicalen, lipiden, cytokines, chemokines, histamine, serotonine gemaakt. Vinden vooral lokaal plaats
Systemische mediatoren in circulatie: plasma enzymcascades: stolling, fibrinolyse, kinine, complement
Welke cellen zijn het snelst in respons bij ontsteking
- neutrofielen
- fagocyten
- T helper
- cytotoxische T
- B cellen
Wat gebeurt er als inflammatoire cellen geactiveerd worden?
- Geactiveerde neutrofiele granulocyten gaan ROS produceren > zorgt voor vrijkomen granula met enzymfactoren
- Geactiveerde macrofagen gaan ROS en NO produceren, zorgt voor de productie van cytokinen en daarmee activatie van immuuncellen
NET
bacteriën vangen in mitochondrieel en nucleair DNA netwerk.
- Antimicrobiële factoren in NET: histonen, granule peptiden (defensines) + enzymen (o.a. proteases, MPO)
Antimicrobiele mechanismen van fagocyten
- Fagosoom verzuring
- Zuurstofradicalen (ROI=ROS)
- Stikstofmonoxide (NO)
- Bactericide eiwitten (bijv. cathepsine B, -D, lysozyme)
- Cationic peptides (defensines)
- Nutrient depletie (bijv. Fe, lactoferrine, tryptofaan, IDO)