Diversiteit van antigeenreceptoren Flashcards

1
Q

antistof

A

immuunglobuline. Een T-cel receptor heeft 1 T-cel receptor alfa en 1 beta. Een antistof kan gewoon een eiwit binden, een T-cel receptor moet dat aangereikt krijgen (APC door MHC).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

V(D)J recombinatie

A

Is een genherschikking met verschillende V-, D- en J-genen, voorafgaand aan de transcriptie en translatie. B- en T-cel lymfocyten hebben een mechanisme die het DNA recombineren dat afgeschreven en vertaald moet worden. Dit zijn genherschikkingsprocessen. Een cel maakt willekeurige combinaties  gorte diversiteit in receptoren van B- en T-lymfocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is er V(D)J recombinatie?

A

Het is een cruciaal mechanisme waarmee het lichaam miljoenen verschillende receptoren op de oppervlakte van immuuncellen kan maken, die elk in staat zijn om verschillende vreemde stoffen (zoals bacteriën, virussen, enz.) te herkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Proces V(D)J recombinatie

A
  1. Recombinatie start met binding van RAG1 en RAG2 aan de RSS elementen
  2. De RSS segmenten worden met elkaar verbonden
  3. RAG wordt enzymatisch actief en knipt het DNA; er ontstaan 2 DNA breuken. Het weggeknipte deel vormt de excisiecirkel.
  4. De losse sequenties vormen haarspelstructuren. Die worden geopend via Ku70:Ku80 ena rtemis.
  5. Vervolgens kunnen er extra nucleotiden worden toegevoegd door TdT of worden verwijderd door exonuclease.
  6. De losse uiteinden worden via DNA ligase met elkaar verbonden tot coding joint.
  7. Hierna vindt transcriptie, splicing en translatie plaats.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat een RSS?

A

RSS (recombinatie signaal sequentie) markeren de VDJ genen. Een RSS bestaat uit een heptameer, een nonameer en een spacer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de 12-23 regel?

A

De 12-23 regel houdt in dat de binding het efficiëntst gaat tussen een spacer van 12 en 23 nucleotiden. Rondom het D-segment zitten spacers van 12 nucleotiden, na het V segment en voor het J segment zitten spacers van 23 nucleotiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor kunnen verschillende cellen ontstaan?

A

tijdens het koppelen van D en J’s nucleotiden weg kunnen vallen door exonuclease of toegevoegd worden door TDT enzym. Er is een willekeurige insertie en deletie van nucleotiden in de junctional region, omdat de koppeling niet perfect verloopt. Dezelfde VDJ combinaties zullen toch verschillend zijn door onnauwkeurigheid. De combinatie diversiteit en de junction diversiteit samen zorgen theoretisch voor 1012 mogelijke combinatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe gaat B-cel ontwikkeling

A

Stamcellen liggen het dichtst tegen het bot aan. Als de B-cellen uitrijpen gaan ze steeds meer richting de centrale sinus en vanuit daar gaan ze de circulatie in als ze zijn uitgerijpt.
- Stamcel  pro-B-lymfocyt  pre-B-lymfocyt  B-lymfocyt (gaat circulatie in)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe gaat T-cel ontwikkeling?

A

Is van origine een epitheliaal orgaan. Ontwikkelt zich door het binnenkomen van voorloper T-lymfocyten. Cortex is buitenste (donkerder gekleurd) en het merg (binnenkant) is medulla (lichter gekleurd). Er zitten veel meer thymocyten in de cortex dan in de medulla. Er zit een richting in de ontwikkeling van de T-lymfocyten.
- Ze komen binnen vanuit de bloedvaten, ondergaan een migratieroute van paracortex  cortex  medulla. Uiteindelijk verlaten ze de thymus weer en gaan naar de circulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoofdstadia T-lymfocyten

A
  • DN (dubbel negatief): CD4- en CD8-
  • DP (dubbel positief): CD4+ en CD8+
  • SP (single positief): CD4+ of CD8+Markers voor celtypering middels flowcytometrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

B-cel ontwikkeling in beenmerg

A
  • Pro-B-cel vindt DJ recombinatie plaats
  • Pre-B-I-cel: VDJ recombinatie. De zware keten is op dat moment gevormd.

Tijdelijk wordt er een surrogaat lichte keten (SLC) aan de zware keten gemaakt, om hem geschikt te maken voor IgH selectie. Als het een goede IgH bevat dat een goed eiwit oplevert, dus in-frame zonder stopcodons en functioneel gaat de cel door en vindt er proliferatie plaats.

Vervolgens wordt de lichte keten gevormd, welke de SLC vervangt. De BCR heeft dan een unieke lichte keten en een zware keten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

T-cel ontwikkeling in de thymus

A

Er zijn 3 stadia te onderscheiden, dubbel negatief, dubbel positief en single positief. Er zijn verschillende markers die de verschillende stadia kunnen laten zien. In de populatie kan vervolgens worden gekeken naar de opeenvolging van verschillende recombinatiestappen tussen TCR-loci.
- Delta herschikking in het vroegste stadia, in de meest onrijpe cellen
- Vervolgens gamma en daarna beta, als allerlaatste alfa herschikking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pre TCR –> TCR beta selectie

A

De pre TCR bestaat uit een variabele beta keten, die op een unieke manier is gevormd. Aan de beta keten wordt vervolgens een tijdelijke pTalfa keten geplaatst, om te kijken of het bij elkaar gehouden kan worden en het een signaal kan geven = beta selectie. Als de betaketen functioneel is wordt er een alfa keten aan geplaats. Als de cel geen signaal kan doorgeven gaat de cel in apoptose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan je SCID vroeg detecteren?

A

hielprik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly