Adaptieve immuunrespons Flashcards
Wat zijn stappen van de antivirale respons?
- Respons van type 1 interferonen (IFN alfa en beta) en andere cytokinen
- NK cellen
- Uiteindelijk adaptieve immuniteit
Rol secundaire lymfoïde organen
brengen CD4+ T-lymfocyten en APC op een efficiente manier samen
Wat zijn Langerhanscellen?
een specifiek soort antigeenpresenterende cellen (ontsteking in de vinger)
Migratie APC naar lymfeklier
Ontsteking vinger > Langerhanscellen geactiveerd en worden met drainerende lymfe afgevoerd > via afferente lymfevat komt de Langerhanscel de lymfeklier in de oksel binnen waar antigeenpresentatie plaatsvindt
Contact DC en T-cellen lymfeklier
Als T-lymfocyt en dendritische cel een match hebben –> transiente interactie die overgaat tot stabiele interactie
kan worden beschreven als een immunologische synaps
Immunologische synaps
contactpunt tussen T-lymfocyten en de antigeenpresenterende cel. T-celreceptoren worden omgeven door ring van adhesiemoleculen, centraal T-lymfocytreceptoren en HLA moleculen
Signalen tussen APC en T-cel
- antigeenpeptide signaal: initiele activatie van T-cel door interactie tussen TCR en HLA, CD4 versterkt dit signaal
- co-stimulatie signaal: overlevingsreactie
- differentiatie signaal: door cytokinen, geproduceerd door APC
Wat is crosstalk?
Als DC matcht –> CD40 ligand en dit signaleert terug. antigeen presenterende cel verhoogt dan costimulatoire moleculen, geeft aan CD28 een signaal –> IL2 productie
gevolg: geactiveerde T-cel en geactiveerde antigeenpresenterende cel
Hoe wordt T-lymfocyt geactiveerd?
Als een naive T-cel alleen signaal 1 ontvangt van een antigeen –> anerge toestand (slaapstand)
Als naive T-cel antigeen en co-stimulatie krijgt dan is er wel activatie en proliferatie
Naive T-cel kan alleen uitgroeien tot veel effectorcellen als er 3 signalen komen
Rol van maturatie DC
- onrijpe DC: kan goed antigenen endocyteren en verwerken, maar presenteert weinig, HLA-II expressie en co-stimulatie weinig aanwezig
Regulatie van T-lymfocyt activatie via CTLA-4
Is een ligand voor CD80/CD86 en bindt sterker dan CD28. Het leidt tot remming van T-lymfocyt activatie
Wat is cross-presentatie
Een route in sommige antigeen presenterende cellen die ervoor zorgt dat het antigeen wat in het endosoom terecht komt, ook gedeeltelijk in cytosol terecht komt. Het kan dan op HLA-1 moleculen gepresenteerd worden
Innate cellen
myeloide (PMN, macrofagen, DC) en innate lymfoide cellen (NK, ILC2 en 3)
Adaptief cellen
NKT cellen (CD1d-restrict, CD1a-restrict), gammadelta T-cellen, B1 Bcellen, alfa en beta T-cellen, B2 Bcellen
Wat is de functie van ILCs
productie van cytokinen
groep 1 ILC
ILC1 en NK, produceren IFN gamma en TNF, komen overeen met Th1 cellen
groep 2 ILC
ILC2, produceren IL4, 5 en 13, komen overeen met Th2 cellen
groep 3 ILC
ILC3 en LTi, produceren IL17 en 22, komen overeen met Th17 en 22
Wat doet IFNgamma
Hierdoor switchen B-lymfocyten naar IgG
Wat doet IL4 en IL13
Hierdoor switchen B-lymfocyten naar IgE
Wat doen IL10 en TFG beta?
Hierdoor switchen B-lymfocyten naar IgA
Mechanismen immuuneffector (humoraal)
- Neutralisatie via Fab
- Antilichaam gemedieerde fagocytose: proces van opsonisatie
- Na binding van antigeen is er complementactivatie
- Na binding van antigeen is er ook sensitisatie van mestcellen, NK cellen en fagocyten
Type 1 overgevoeligheidsreactie
Veroorzaakt door mestcellen die IgE binden via de FceR op hun celmembraan –> mestcelactivatie –> degranulatie, histamine komt vrij
type 2 overgevoeligheidsreactie
veroorzaakt door antilichamen IgM en IgG. Binden aan lichaamseigen cellen en zorgen via Fc-receptor voor activatie van leukocyten en het complement met mogelijke gevolgen ontsteking en lysis
type 3 overgevoeligheidsreactie
Veroorzaakt door oplosbare immuuncomplexen
type 4 overgevoeligheidsreactie
veroorzaakt door T-lymfocyten
B-lymfocyten migratie
In de follikels worden ze geactiveerd tot plasmablasten. Ze gaan naar het merg om antistoffen te produceren Ook is er een folliklecentrumreactie waar geheugencellen worden gevormd. Ze gaan via efferente lymfe en circuleren in circulatie, gaan ook naar beenmerg
T-lymfocyten
T-cel geactiveerd tot APC –> effectorcel of geheugencel (effector geheugencel of centrale geheugencel)
effector geheugencel
zit alleen in ciruclatie en kan een effectorcel worden als er in de weefsels een immuunreactie nodig is –> secundaire respons
na de reactie in apoptose of ze worden residente geheugen T-lymfocyten
Centrale geheugencel
heeft een chemokinereceptor die ervoor zorgt dat deze cellen tussen de lymfeklier en circulatie kunnen bewegen
Wat doen chemokinen en waar komen lymfocyten binnen?
Zorgen dat ze op plaats van bestemming komen en komen binnen via hoog endotheliale venule –> B-cellen naar follikel en T-cellen naar parasortex
S1P zorgt weer dat lymfocyten de lymfeklier weer uitkomen