Een kind met koorts en oorpijn Flashcards

1
Q

Hoe ziet een normaal trommelvlies eruit?

A
  • Glanzend en doorschijnend
  • Kleurloos tot parelgrijs
  • Centrale positie hamersteel
  • Scherpte lichtreflex
  • Lucht in middenoor
  • Normale beweeglijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

soorten otitis media

A

acute otitis media, otitis media met effusie, actieve chronische otitis media/chronische suppuratieve otitis media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

definitie otitis media

A

Ontsteking van het middenoor met ophoping van vocht in het middenoor en klachten en tekenen van een acute infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kliniek otitis media

A

o Recent en acuut ontstane oorpijn, koorts, prikkelbaarheid en nachtelijke onrust
o Erytheem van het trommelvlies, vocht in het middenoor of otorroe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

risicofactoren otitis media

A

o Passief roken
o Creche bezoek
o Afwijkende anatomie (schisis)
o Obstructie KNO gebied (adenoidhypertrofie)
o Genetische aanleg
o Zeldzaam: andere onderliggende oorzaak
 Immuundeficientie
 Cilliaire dyskinesie
 Cystic fibrosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

incidentie otitits media

A

Een van de meest gestelde diagnose bij zieke kinderen bij huisartsen en kinderartsen
o De meest frequente reden van antibiotische behandeling
o 50-84% van alle kinderen heeft episode OMA <4 jaar
o 10-20% in 1e levensjaar minstens 3x OMA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verwekkers otitis media

A

o Vaak viraal: RSV, influenza, verkoudheidsvirussen
o Bacterieel: streptococcus pneumoniae, heamophilus influenza, moraxella catarrhalis, groep A streptokokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling otitis media

A

Natuurlijk beloop is gunstig
o Bij ruim 80% ergste klachten na 2-3 dagen over (zonder antibiotica)
o 4 tot 8% krijgt loopoor
o Complicaties zeldzaam
o Symptomatisch
 Pijnstilling middels PCM en evt ibuprofen
 Bij neusverstoppingL xylometazoline of NaCl spoelen
o Watchfull waiting:
 Niet ernstig ziek >6 maanden
 Eenzijdige OMA
 Zonder otorroe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aanvullende diagnostiek OMA

A

o Routinematige kweken bij OMA niet aanbevolen, tenzij:
 Verdenking op resistentie
 Antibioticafalen
 Immuunstoornis of sepsis
 Complicaties
o Immunologisch onderzoek door KG
 OMA met atypische presentatie, een ernstig of ongewoon chronisch beloop
 Icm met andere infecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer antimicrobiële behandeling OMA

A
  • Ernstig ziek kind of zieker worden
  • Risicofactoren voor complicaties
    o <6 maanden
    o Anatomische afwijking KNO gebied
    o Status na ooroperaties
    o Gecompromitteerd immuunsysteem
  • Jonger dan 2 jaar met dubbelzijdige OMA
  • Na 3 dagen geen verbetering
  • Bij de eerste presentatie een loopoor met koorts en/of pijn
    Amoxicilline is eerste keus!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chirurgische behandeling (R)OMA

A
  • Trommelvliesbuisjes
  • Onderliggende pathologie saneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar moet je op letten bij complicaties?

A

Anamnese bij complicaties
- Hoofdpijn
- Koorts
- Ernstige oorpijn, vertigo, sufheid, misselijkheid/braken, verwardheid
LO bij complicaties
- Nekstijfheid
- Rood/gezwollen mastoïd met afstaand oor
- Nystagmus/gehoorverlies
- N. facialisparese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

indeling van complicaties

A

intracranieel en extracranieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn intracraniele complicaties OMA

A
  • Hersenabces
  • Meningitis
  • Sinustrombose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn extracraniele complicaties OMA

A
  • N. facialis parese
  • Labyrinthitis
  • Mastoiditis
  • Gradenigo syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

definitie OME

A

Otitis media met effusie is een ophoping van vocht in het middenoor zonder tekenen van een acute infectie

17
Q

kliniek OME

A
  • Slechthorendheid
  • Gedragsproblemen
  • Drukkend gevoel op de oren
  • Spraak- en taalontwikkelingsproblemen
18
Q

incidentie OME

A
  • Piekleeftijd: 6 maanden – 4 jaar
  • Herstel:
    o 40% na 7 dagen
    o 75-90% na 4 weken
  • <1e verjaardag: >50%
  • <school: tot 90%
19
Q

Wanneer verwijzen bij OME?

A
  • > 3 maanden klachten
  • Achterlopende spraak en taalontwikkeling
20
Q

Risicofactoren OME

A
  • Buis van Eustachius
  • Cilia (PCD) en mucus (CF)
  • Externe factoren
    o Bovenste luchtweginfectie
    o Allergie
    o Meeroken
    o Reflux (niet heel duidelijk, moet heel hoog komen tot mond-neus gebied)
    o Obstructie in de neus
21
Q

Craniofaciale afwijkingen/syndromen OME

A
  • Syndroom van Down
    o >50% effusie in het middenoor
    o >75% geleidingsverlies
    o Multifactorieel
     Kortere buis van Eustachius
     Hypotonie m. tensor veli palatini
     Gestoord immuunsysteem
     Recidiverend BLWI
     Adenoid hypertrofie
     Ondiepe nasopharynx
  • Pierre-Robin sequentie
  • Syndroom van Apert (acrocefelosyndactylie)
  • Treacher Collins
  • Velo-cardio-faciaal syndroom
  • Syndroom van Turner
22
Q

Hoe is de diagnostiek van OME?

A
  • Otoscopie
  • Toonaudiometrie
  • Tympanometrie
23
Q

Behandeling OME, algemeen

A

Algemeen:
- Trommelvliesbuisjes: als de klachten meer dan 3 maanden bestaan en de spraak- taal ontwikkeling stagneert
- Hoortoestellen
- Geen medicamentueze behandeling (antibiotica, corticosteroiden, antihistaminica of decongestiva)

24
Q

Behandeling OME, op oorzaak

A
  • Mucus en cilia  onderliggend lijden behandelen
  • Allergie  nasale steroïden, antihistaminica of decongestiva
  • Infectie  antibiotica?
  • Meeroken  stoppen met roken
  • Reflux  anti-reflux medicatie?
  • Obstructie  verwijdering (adenotomie)
25
Q

Middenoorbeluchtingsbuisjes

A
  • Voordeel op relatief korte termijn (6-9 maanden)
  • Minder effect op lange termijn (7-8 jaar)
    Meestal interventie:
  • Indien >3 maandden en gehoorverlies >25 dB
  • Stoornis in spraak ontwikkeling
    Bij twijfel
  • Taal en spraakontwikkeling in kaart brengen
26
Q
A