HIV bij kinderen Flashcards

1
Q

Transmissie HIV kinderen

A
  • 90% via verticale transmissie moeder op kind. Meestal rondom de bevalling, zeer zelden intra-uterien en soms via borstvoeding
  • bloedtransfusie of iv. drugsgebruik
  • seksuele overdracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pathogenese HIV infectie kinderen

A

Hiv zit het liefst in de naive T-cellen. Kinderen hebben hier veel van dus de virale load is hoger. De symptomen kunnen dus al na kortere tijd ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

definitie AIDS bij kinderen

A

Is anders doordat de aantallen CD4+ cellen leeftijdsafhankelijk zijn, er moet dus gecorrigeerd worden voor de leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke ziektes (opportunistische infecties) kunnen aids definieren

A
  • cytomegalovirus retinitis
  • hiv related encephalopathy
  • pneumocystitis jiroveci pneumonie
  • chronische intestinale cryptosporidiose
  • mycobacterium tuberculosis
  • invasieve cervicale kanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

behandeling van kinderen met aids

A

Wordt gedaan met HAART, belangrijkste behandeling komt door integrase inhibitors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom wordt er met combinatietherapie behandeld?

A

doordat bij één soort medicatie het virus makkelijk resistent wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

90-90-90 doelen

A
  • 90% van de mensen met hiv weten dat ze hiv positief zijn
  • 90% van de mensen met hiv worden behandeld
  • 90% van de mensen die behandeld worden hebben ondetecteerbaar virus

het R-getal kan dan onder de 1 zakken waardoor HIV langzaam de wereld uit kan

doelen worden in NL niet volledig gehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom worden 90-90-90 doelen in NL niet volledig gehaald?

A

rond de leeftijd van 15-20 is er een deel van de bevolking met hiv dat virologisch faalt. Heeft te maken met therapietrouw die soms lastiger te halen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly