Hoofdstuk 14 deel 1 Flashcards

1
Q

Wat is emerging adulthood?

A

Een fase van multidimesnionele en multidirectionele ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door wat wordt de opkomende volwassenheid gekenmerkt?

A

grote diversiteit en instabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Duid: emerging adulthood kent een graduele overgang vanaf de vroege twintigerjaren

A
  • exploratie van studiekeuze, werk, waarden en relaties
  • weinig sociale verwwachingen
  • verdieping van attitudes en waarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kenmerkt de emerging adulthood?

A
  • vrij recent fenomeen
  • vooral in rijke, geïndustrialiseerde landen
  • minder in ontwikkelingslanden en in omstandigheden van lage SES (deze mensen zetten vlugger de stap naar volwassenheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zou het betekenen als we het epigenetische principe van Erikson toepassen op de ontwikkelingstaken identiteit en intimiteit?

A

Epigenetisch principe: de ene bouwblok moet goed afgewerkt worden voor de volgende opgezet kan worden. Dit draait uit in een problematische identiteitsontwikkeling die niet volledig afgewerkt raakt, waardoor men niet kan beginnen bouwen aan intimiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is FOMO?

A

Fear of missing out

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt in de overgang vroege volwassenheid?

A
  • droom: een beeld van jezelf dat levensbeslissingen bepaalt

- mentar: een oudere vind of collega die helpt bij het realiseren van de droom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke dromen hebben we?

A
  • relationele dromen
  • dromen over de wereld
  • materiële dromen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de quarter life challenge?

A

overgang van 30er jaren:

  • opnieuw evalueren levensstructuur
  • vaak klemtoon op onderontwikkelde aspecten
  • mannen herzien zelden de prioriteiten van werk en gezin, carrièregerichte vrouwen doen dat soms wel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Duid: settling down voor mannen, blijvende instabiliteit voor vrouwen

A
  • mannen richten zich op bepaalde relaties en aspiraties
  • voor vrouwen vaak commitment erbij
  • vele vrouwen bereiken pas stabiliteit in middelbare volwassenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat kenmerkt de gegeven jaren? 20’ers tem 70’ers volgens Vaillant?

A
20'ers: zorgen omtrent inimiteit
30'ers: consolideren loopbaan
40'ers: generativiteit
50'ers en 60'ers: behoeders van betekenis
70'ers: spiritueel en reflexief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de beperkingen van Levinson en Vaillant?

A
  • conclusies gebaseerd op mensen geboren in ‘20 tot ‘40
  • levinson bestudeerde weinig mensen zonder hoger onderwijs en van lage SES
  • deelnemers onderzoek Levinson waren in middelbare leeftijd en herinnerden zich de vroege volwassenheid misschien niet meer goed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de sociale klok?

A

Leeftijdsgebonden verwachtingen voor levensgebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de drie componenten van liefde?

A
  1. Passie (fysiek)
  2. Intimiteit (emotioneel)
  3. Engagement (cognitief)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

in welke drie vormen van liefde uiten de componenten zich?

A
  1. Romantische liefde= intimiteit + passie
  2. Companionate liefde= engagement + intimiteit
  3. Fatuous liefde= passie + engagement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat bepaalt of een relatie blijft bestaan?

A
  • engagement voorspelt duur en kwaliteit van de relatie
  • engagement moet meegedeeld worden (communicatie)
  • constructief oplossen van problemen
17
Q

Wat zijn de cultuurverschillen?

A

20e eeuw, Westerse landen: passie en intimiteit als basis voor huwelijk
Oosterse cultuur:
- gevoelens gespreid over heel sociale netwerk, intimiteit minder groot
- chinezen en japanners denken aan verplichtingen tegenover anderen wanneer ze een partner kiezen