Hoofdstuk 10 deel 2 Flashcards

1
Q

Duid: afhankelijkheid grote interpersoonlijke variatie

A
  1. hoge zelfwaarde: denigrerend optreden om zelfevaluatie te rechtvaardigen
  2. Categorisatie in sociale groepen: op sociale ladder plaatsen
  3. Stabiele visie op persoonlijkheidskenmerken: goed vs slecht is onveranderbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een peer groep?

A

Groepje vrienden die unieke waarden en gedrag delen en door leider-volgers worden gekenmerkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de kenmerken van een peer groep?

A
  • nabijheid
  • geslacht
  • etniciteit
  • populariteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de voordelen van een peer groep?

A
  • zelfwaarde door groepsidentiteit

- sociale vaardigheden oefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de nadelen van een peer groep?

A
  • relationele agressie
  • rivaliteit tussen groepen
  • insiders en outsiders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de kenmerken van vriendschappen?

A
  • speelkameraad maar ook aandacht voor persoonlijke kwaliteit en wederzijds vertrouwen
  • meer selectiviteit
  • meer langdurige band: leren conflict overwinnen
  • wederzijdse beïnvloeding: prosociaal vs antisociaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is peer aanvaarding?

A

Graag gezien zijn door een groep personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van peer aanvaarding?

A
  • geen wederzijdse relatie maar eenzijdijg

- meting sociale voorkeur en sociale bewondering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly